Ontslagrecht zal positie werknemer versterken
U hebt geen behoefte om de zwakkere partij te beschermen?
Dat zijn uw woorden. Ik geloof dat het nieuwe ontslagrecht een betere uitgangspositie biedt voor álle werknemers.
Het rare is dat ik weinig enthousiaste werknemers hoor.
Ik heb in mijn verleden als advocaat óók weinig enthousiaste mensen gehoord, omdat ik ze niet kon uitleggen waarom je bij ontslag via het UWV geen geld meekreeg, en via de kantonrechter wel.
De vakbonden zijn ook niet enthousiast.
Weet u dat het juist de mensen met een niet al te hoge opleiding zijn die flexcontracten hebben? Het zijn met name de hoogopgeleiden die beschermd worden door het huidige stelsel en waarvoor de vakbond opkomt. En niet de zwakkeren. Daar kan ik echt boos om worden.
Het nieuwe ontslagrecht is hoe dan ook een verzwakking van de positie van de werknemer: je krijgt minder geld mee, er is geen preventieve toets van het ontslag, en hij mag de kosten van de rechter ook nog zelf betalen.
Wij zullen altijd de bescherming van de werknemer in het oog houden. Ook in het nieuwe stelsel. Een bedrijf zal bij een ontslag straks verplicht zijn een hoorzitting te houden, waarna een werknemer, als het niet naar zijn zin is, tot aan de Hoge Raad kan procederen. Nu kan een werknemer dat niet. Als je het nu niet eens bent met de uitspraak van de kantonrechter kun je niet in hoger beroep. De bescherming wordt dus heel stevig.
Procederen is leuk, maar dan moet je wel een zak geld meenemen.
Het mooie is dat we de verhoging van de griffierechten ook teruggedraaid hebben.
Maar dan nog steeds moet je zelf de gang naar de rechter betalen.
Er zijn toeslagen. Pas boven een bepaald salaris moet je alles zelf betalen.
Er lijkt geen partij zo trots als D66 op het bereikte akkoord over het ontslagrecht.
Ja, want alle werknemers kunnen straks gelijk worden behandeld. Nu bepaalt de werkgever wat de uitkomst is, straks de werknemer.
Een andere oneerlijkheid die wordt opgelost, is dat de groeiende groep flexwerkers het in een reorganisatie altijd aflegt tegen mensen met een vast dienstverband.
Maar hun positie is toch niet gelijk, want het maakt nogal verschil of je als flexwerkende dertiger ontslagen wordt, of als vijftiger met een vast contract. Die laatste komt na ontslag nauwelijks aan de bak.
Daarom moet je die laatste ook helpen. Daar wordt 700 miljoen euro voor uitgetrokken. Er komen mobiliteits- en aannamebonussen om werkgevers te prikkelen oudere mensen aan te nemen.
Alleen met heel veel bonussen gaat dit ontslagrecht werken.
Ook zonder die bonussen. De suggestie die u wekt, is dat ouderen pas straks langs de kant staan, terwijl ze dat nu al staan. Ik hoop dat als de werkgever vijftigplussers niet meer als een risico ziet, dat hij ze sneller zal aannemen. De bonussen helpen daarbij.
Wat nu al gebeurt, is dat mensen met een vast contract ontslagen worden en dat goedkopere flexwerkers binnenstromen. Het is voor werkgevers een centenkwestie.
Er zijn inderdaad grote risicos om iemand in vaste dienst te nemen. Daarom hebben we ook voorgesteld om die flexwerker, als die ontslagen wordt, óók WW mee te geven. Daardoor is de flexwerker niet per definitie goedkoper dan iemand met een vast dienstverband.
Nu wordt een ontslagen werknemer via een vergoeding min of meer gecompenseerd. Straks veel minder.
U moet zich niet vergissen: lang niet iedereen vertrekt met een zak geld. Dat is die ongelijkheid waar ik het over had.
Alleen al vanwege het feit dat een ontslagen werknemer minder geld meekrijgt, kun je zeggen dat zijn positie zwakker zal worden.
De kern van dit voorstel is dat je de werkgever prikkelt om de werknemer naar ander werk te begeleiden.
De ontslagvergoeding moet worden gebruikt voor om- en bijscholing, om te zorgen dat werknemers snel een andere baan hebben. Dat is nu niet zo. En een werkgever zal die prikkel voelen, want anders moet hij zes maanden WW betalen. Dat betekent voor de werknemer geen slechtere positie, maar een betere.