Kritiek op 'politieke' woordvoerders
De objectiviteit zou hierdoor in het geding kunnen komen, vrezen oud-woordvoerders, deskundigen en oppositiepartijen GroenLinks en VVD. ,,Op deze manier hangt er een zweem van partijpolitiek over de woordvoering. Dat is slecht'', zegt GroenLinks-Kamerlid Ineke van Gent.
Onder het kabinet-Balkenende IV zijn minstens zes woordvoerders aangesteld die dezelfde politieke kleur hebben als hun minister of staatssecretaris.
Zo was de directeur Voorlichting op het ministerie van Financiën eerder woordvoerder van Wouter Bos en lid van het PvdA-campagneteam.
Bij de Rijksvoorlichtingsdienst, die de woordvoering van minister-president Jan Peter Balkenende doet, is onlangs de voormalig fractiewoordvoerder van het CDA aangesteld.
,,Dit kan geen toeval meer zijn'', meent Van Gent.
Een minister mag niet eigenmachtig een woordvoerder aanstellen. Deze moet, net als iedere andere ambtenaar, een sollicitatieprocedure doorlopen.
De kwaliteit staat hierbij voorop, benadrukte minister Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken eerder in antwoord op Kamervragen. De partijkleur moet niet meewegen, aldus Ter Horst, maar mag ook geen belemmering zijn.
Ingewijden menen dat deze theorie wringt met de praktijk. Met enige regelmaat zouden departementen lak hebben aan de procedures, omdat er al een 'geschikte' kandidaat is of de bewindspersoon zelf een 'partijvriendje' eist. Er wordt dan nog wel een vacature gepubliceerd, maar dat is slechts voor de vorm.
VVD-Kamerlid Brigitte van der Burg waarschuwde het kabinet al eerder: ,,Dit moet geen patroon worden. Maar zolang de minister zegt dat alle procedures keurig worden gevolgd, kan ik niets doen.''
CDA-Kamerlid Jan Schinkelshoek, oud-directeur voorlichting op het ministerie van Justitie, vindt de ophef overdreven. ,,Als woordvoerder is het belangrijk dat je weet hoe op het Binnenhof de hazen lopen. Ik heb destijds een VVD'er en een PvdA'er aangenomen. Dat waren vakbekwame mensen; hun partijlidmaatschap deed daar niets aan af.'
PvdA-Kamerlid Pierre Heijnen ziet evenmin een probleem. Een minister moet optimaal kunnen vertrouwen op zijn woordvoerder, zegt hij. ,,Als je een netwerk hebt en daaruit rekruteert, is dat prima.'' Maar hoogleraar staats- en bestuursrecht Sjoerd Zijlstra benadrukt dat woordvoerders enkel het beleid objectief moeten verwoorden.