Plasterk: reformatorische nota 'liefdevol'
ROTTERDAM - ,,We hebben hier iemand in ons midden die hét is'', zegt een meisje blozend als minister Ronald Plasterk van Onderwijs aan een groep reformatorische leerlingen vraagt of homoseksuele jongeren zich wel veilig voelen op reformatorische scholen. ,,Vraag het hem maar.'' ,,Oh.'' Plasterk schrikt een beetje. ,,Hallo'', zegt de jongen lachend en zwaait naar Plasterk.
De minister was gisteren op bezoek bij het reformatorische Wartburg College in Rotterdam voor een gesprek met de leerlingen over homoseksualiteit op reformatorische scholen. Aanleiding was het verschijnen van de visienota homoseksualiteit waarin de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) zijn standpunt over homoseksualiteit uit de doeken doet en praktische handreikingen geeft aan reformatorische scholen. Homoseksualiteit is een beladen thema binnen het reformatorisch onderwijs omdat de homoseksuele praktijk op grond van de Bijbel wordt afgewezen.
,,Hallo'', reageert Plasterk, nog een beetje van z'n stuk gebracht op de eerste reactie uit de groep. ,,Ik durfde niet direct te vragen of iemand in deze groep homo is. Mag ik je persoonlijke vragen stellen?'' ,,Vraag maar raak'', zegt de jongen.
,,Waneer ontdekte je dat je homo bent?'' ,,Toen ik twaalf was.'' ,,Sjonge. Wanneer durfde je het op school te zeggen?'' ,,Toen ik dertien was.'' ,,Toen al?''. ,,Ja hoor. Ik heb het getroffen met mijn klas. Ze hebben me gesteund en me geholpen. Wel heb ik langzamerhand afscheid genomen van het christelijk geloof. Hier gelooft men dat God niet wil dat je homo bent. Daarom ben ik agnost geworden.'' De school heeft daarover gesprekken met hem gevoerd en besloten dat de jongen ondanks het feit dat hij zich agnost noemt op de reformatorische school mag blijven.
Met deze opening was gisteren de toon gezet voor het gesprek tussen reformatorische leerlingen en minister Plasterk over homoseksualiteit. Zonder gêne stelden zowel de minister als de leerlingen hun vragen over een onderwerp dat in reformatorische kring nog steeds doorgaat voor een taboe. Vanwege die taboesfeer en de vermeende homohaat waarvan onder orthodoxe christenen, allochtonen en moslims nogal eens sprake zou zijn, schreef Plasterk in november 2007 ook de nota 'Gewoon homo zijn'. Daarin vraagt hij van alle scholen specifiek beleid te formuleren ten aanzien van homoseksualiteit.
Met het resultaat dat hem gisteren vanuit reformatorische hoek werd gepresenteerd, toonde hij zich tamelijk tevreden. ,,Het is een liefdevolle nota die niet discriminerend is en waarin niet over hellevuur wordt gesproken'', zei Plasterk. ,,U erkent dat homoseksualiteit maar ook homohaat in uw kringen voorkomt en dat u daarover moet praten.'' Wel liet hij zijn aversie tegen het reformatorische standpunt dat iemand wel homo mag zijn als hij of zij het maar niet in praktijk brengt, duidelijk merken. ,,Je leeft maar één keer! Dan zeg je toch niet: dan maar geen relatie?''
,,De liefde van Jezus is voor u de richtlijn voor de liefde en acceptatie van andere mensen'', constateerde Plasterk ook. ,,Dat is heel mooi. Daarom zal ik ook niet meer de neiging hebben de opvattingen van orthodoxe christenen op een lijn te stellen aan die van moslims.''
Met die woorden nam de minister gisteren een hoop stress weg bij de directie van het Wartburg College en de leden van de stuurgroep homoseksualiteit die de nota en de presentatie hadden voorbereid. ,,Homoseksualiteit is een 'hot item' waar iedereen over valt. Daarbij komt dat wij hierop een visie hebben die niet aansluit bij wat de meerderheid in onze samenleving vindt'', zei de directeur van het Wartburg College, Wim Büdgen, voorafgaand aan het bezoek van de minister. ,,Bovendien is homohaat op onze scholen realiteit en is de omgang met dit thema voor ons onontgonnen terrein. We weten er nog niet zo goed raad mee en hebben expertise nodig. Er was wel algemene aandacht voor, maar nu formuleren wij concrete richtlijnen. Ik hoop dat die goed worden ontvangen.''
Zeer kritisch was Plasterk over het gedeelte in de nota over het personeelsbeleid dat reformatorische scholen voeren. Als een leraar een homoseksuele relatie aangaat en daar na gesprekken met de schoolleiding niet op terugkomt, kan dit tot ontslag leiden. Wat Plasterk betreft kan dat niet zomaar en moeten reformatorische scholen de wettelijke kaders in de gaten houden.
Discriminatie constateerde hij onder de leerlingen in het geheel niet, zei hij na een half uur praten met zo'n twintig jongeren. Die stelden zich vooral op het standpunt dat je liefdevol met medeleerlingen die homo zijn moet omgaan en hun moet respecteren maar dat je, als je echt gelovig bent, van God de kracht krijgt om het zonder seks en een relatie vol te houden. ,,Dat is natuurlijk wel heel lastig'', werd er wel twintig keer gezegd, waarop Plasterk steeds zei: ,,dat lijkt mij ook''. Ook zeiden de leerlingen tegen homohaat te willen optreden. ,,Bij ons in de onderbouw is homo een gangbaar scheldwoord. Homo staat gelijk aan sukkel. Daar moeten we vanaf.''
------------------------
Richtlijnen uit de nota
- Het creëren van een veilige schoolomgeving waar homohaat actief wordt tegengegaan.
- Het creëren van een klimaat waarin leerlingen en leraren zich veilig voelen om ervoor uit te komen dat ze homo zijn.
- Docenten, mentoren en leerlingbegeleiders moeten weten hoe ze moeten omgaan met leerlingen met homoseksuele gevoelens.
- De leefwijze van de minderjarige leerling buiten de school is de verantwoordelijkheid van de ouders. Als een leerling binnen de school blijk geeft van een homoseksuele relatie met een andere leerling, wordt in overleg met ouders begeleiding ingezet.
- Als een leerling zegt zich niet te willen conformeren aan de grondslag, kunnen maatregelen aan de orde zijn.
- Als een leraar zegt zich niet te willen conformeren aan de grondslag, kunnen maatregelen aan de orde zijn.
- Er wordt gecommuniceerd met ouders en kerken over de wijze waarop de scholen omgaan met de toerusting en de vorming van de leerlingen.