Zestig jaar na het Ardennenoffensief
Het Ardennenoffensief is lang bekeken als een heroïsche strijd van twee legers, in de sneeuw op steile hellingen. Nu nog herinneren honderden plakettes en monumenten aan die maand van uitzinnig geweld. Aan de weg tussen het Belgische Bastogne en het Luxemburgse Ettelbrück ligt Schumanns Eck. Dat is nu een simpel kruispunt, maar zestig jaar geleden troffen Duitse troepen die van oost naar west gingen, daar het Derde leger van de Amerikaanse generaal Patton die van zuid naar noord ging. Wekenlang beschoten de partijen elkaar in een warnet van loopgraven en 'foxholes', zoals de Amerikanen hun groot formaat schuttersputjes noemden. Het leverde niets op behalve een stapel lijken.
Nu staat er een ruïne, die ooit een café was en een wandelroute loopt drie kilometer lang langs de kleine kraters waarin werd gestorven, of gerild van de kou. ,,Er wordt nog veel gevonden'', zegt Roland Gaul. Hij is voorzitter van een werkgroep waarin elf musea zitten die zich allemaal bezighouden met het Ardennenoffensief.
Gaul (51) werkt als voorlichter bij het groothertogdom Luxemburg, maar is vaak te vinden in het nationaal militair museum in Diekirch. Daar is een grote hoeveelheid vehikels en wapens te zien en tonen twaalf diorama's met wassen beelden en origineel materiaal de winterse oorlog.
Het Ardennenoffensief wordt hier bijna lijfelijk. ,,Wist je wat de Duitsers het eerst afpakten van de Amerikaanse krijgsgevangenen? Niet hun wapens, maar hun rantsoenen. De Amerikaanse militairen hadden persoonlijke voorraden, zelfs blikken met ontbijt en diner, kauwgom, chocola en sigaretten. De Duitsers hadden al drie jaar in de rij gestaan voor de gamellen met legervoedsel. Bij de geallieerden was je uiteindelijk toch nog mens als soldaat. Ik denk dat dat het verschil maakte.''
Granaatkruik
In de kelder van het museum in Diekirch pakt Gaul een koker. ,,Hier, kartonnen dozen voor granaten; pas gevonden, helemaal in orde.'' Hij laat zien waar mensen mee aankomen: een granaathuls in gebruik als kruik, blouses gemaakt van parachutestof. Een Amerikaanse vlag, vermaakt van een aantal swastika's.
,,Dat er ook burgers gedood werden tijdens het Ardennenoffensief, is lange tijd vergeten'', zegt de gepensioneerde leraar Vic Schreiner. Hij beheert het kleine museum in Wiltz. Bij de ingang hangt een Duitse 'Bekendmaking'. ,,De Duitsers hadden lijsten met de namen van verzetsmensen. Die waren in de maanden na de bevrijding weer bovengronds gekomen. Velen werden alsnog opgepakt. Vier leraren van mijn school zijn samen doodgeschoten.''
Recente schattingen geven aan dat tussen de drie- en vierduizend burgers zijn gestorven aan oorlogsgeweld. Dat is drie procent van alle inwoners van de Ardennen toen. Ze werden gebombardeerd door de geallieerden, zoals in Houffalize, uit wraak gedood door Duitse SS'ers, zoals 34 burgers in Bande, of ze kwamen om doordat ze niet evacueerden maar in hun kelders verzengden.
Vooral de Kampfgruppe van kolonel Jochen Peiper hield huis. Toen een Amerikaans bataljon in het dorpje Baugnez bij Malmédy per ongeluk tegen dit deel van de 1. SS Pantzerarmee opreed, werden 130 soldaten in een weiland gezet met de handen omhoog. 84 van hen werden doodgeschoten. ,,Een oorlogsmisdaad. Maar de Duitsers hadden haast en na drie jaar Oostfront waren ze verruwd'', zegt Gaul.
Peiper kreeg na de oorlog acht jaar; hij verhuisde daarna naar Frankrijk. Het voormalige verzet stak daar in 1976 zijn huis in brand, met hem erin. ,,Zijn lijk is nooit gevonden en voor de SS-veteranen is hij een mythische held.''
Lopen naar oma
Jean Milmeister was zes toen de Duitsers bij Vianden de Our overstaken. ,,Ons huis stond als enige Luxemburgse woning op Duits gebied, dus we moesten als de weerlicht weg. Via Diekirch ging het naar Ettelbrück; daar maakte ik de Duitse bezetting mee in schuilkelders. Later liepen we veertig kilometer naar Luxemburg, waar mijn oma woonde, de Duitsers achter ons aan en de geallieerde bommenwerpers boven ons. Onderweg kwamen we de troepen van Patton tegen, met groot licht de hele nacht op weg naar Bastogne.''
Het Ardennenoffensief liet hem nooit meer los. Hij richtte een studiegroep op en schreef twee standaardwerken over de krijg. Nu zit hij in zijn huis in Tuntange, een gepensioneerde leraar die zijn e-mail alleen via zijn dochter kan downloaden, maar op elke vraag een glashelder antwoord heeft. Hij staat model voor het leger regionale amateurhistorici die uiteindelijk elk geschiedenisbeeld inkleuren en bijstellen.
,,Het Ardennenoffensief is omgeven door mythes; van Amerikaanse kant hebben militaire historici de dodenaantallen altijd overdreven. Dat komt doordat de categoriëen gesneuveld, gewond, gevangen gemaakt en vermist in de strijd door elkaar lopen. Als je het middelt, kom je uit op 26.000 Duitse doden, 19.000 Amerikaanse en 200 Britse. Aan beide kanten waren er ongeveer 16.000 gevangenen en 45.000 gewonden.''
Leren jas
Er zijn meer mythes. In Ettelbrück staat het Patton-museum, gewijd aan de eigenzinnige generaal die zowel geniaal als onbehouwen was; hij ontzette Bastogne op tweede kerstdag. De dagen ervoor liet de eigenzinnige rooms-katholiek kaarten uitdelen aan alle manschappen waarop het gebed stond dat hij eiste: ,,O God, geef ons vier dagen helder weer en ik lever u meer Duitse troepen dan Uw hemelse boekhouding in maanden aankan.''
,,Er zijn heel wat dorpen in de omgeving die claimen dat Patton in hun kerk urenlang in gebed verzonken was, maar dat is natuurlijk onzin. Hij was altijd op pad'', zegt Paul Heinrich, beheerder van het museum. De ex-wachtmeester bij de Luxemburgse gendarmerie werkt goed samen met Gaul, maar met de Belgen was het tot voor kort ruzie. Hoewel de Luxemburgse musea beter zijn voorzien van spullen en documentatie, gaat de massa naar het Bastogne Historical Centre.
Daar is ook het Original Museum. De etalage hangt vol met oorlogspullen die tegen woekerprijzen worden aangeboden: een Duitse helm voor 200 euro, een Panzerfaust voor 180, een IJzeren Kruis voor 250 en een colaflesje met inhoud uit 1944 voor 225 euro.
,,Bastogne is een commercieel stadje'', zegt Heinrich. Hij viste net achter het net toen het om de leren jas van Wehrmachtgeneraal Hasso von Manteuffel ging. ,,Ik kende hem, hij stierf pas in de jaren tachtig. Het was de kleinste militair van de Tweede Wereldoorlog, 1,58 meter lang.'' Het historisch centrum in Bastogne toont ook de uniformen van de Amerikaanse generaals Eisenhower en Bradley. Gaul en Heinrich betwijfelen de originaliteit daarvan.
Vier dagen voordat Patton Bastogne ontzette, kreeg zijn collega McAuliffe die de stad tegen de Duitsers verdedigde, een ultimatum. Daarop zou hij hebben geantwoord met 'Nuts!', dat 'mijn rug op' betekent of letterlijk: 'kloten'. ,,Alweer zo'n mythe. Hij heeft het wel gezegd, maar nog lang gedubd of hij het ook zo zou opschrijven. En toen vroeg de Duitse majoor Wagner die het antwoord moest overbrengen, ook nog wat het nou precies betekende'', zegt Milmeister.
Uitstulping
Het Ardennenoffensief heet in ieder land anders. Britten en Amerikanen hebben het over the Battle of the Bulge, naar de uitstulping van de frontlijn die Duitse troepen een maand lang konden bewerkstelligen; in Duitsland gaat het om de operatie-Wacht am Rhein. Vlamingen en Nederlanders zeggen Ardennenoffensief, Franstaligen Bataille des Ardennes. In Luxemburg spreekt men van het Von Rundstedt-offensief, naar de Duitse veldmaarschalk die de aanval regisseerde. De bevelhebber in kwestie vond dat heel vervelend. Niet alleen mislukte het offensief, het werd hem opgedrongen door Hitler zelf.
Het Ardennenoffensief begon op 16 december 1944. Over een front van 125 kilometer, van Monschau tot Echternach, trokken 250.000 Duitse soldaten westwaarts, met zevenhonderd tanks en tweeduizend stuks artillerie. Tegenover hen stonden slechts 85.000 Amerikaanse soldaten met nog niet de helft aan materieel. Het geallieerde bevel negeerde signalen dat Hitler een laatste uitbraak plande. Zijn plan was de Maas over te steken, de haven van Antwerpen als logistiek steunpunt te heroveren en een wig te drijven tussen de Britse troepen in het noorden en de Amerikaanse in het zuiden. Dat moest via een tangbeweging worden uitgevoerd door het Vijfde leger van Sepp Dietrich en het Zesde van generaal Von Manteuffel.
Hitlers generale staf pleitte voor een beperkter aanvalsplan, operatie Herbstnebel. Ze wilden Luik heroveren en enkele bruggen over de Maas. Toch was het Ardennenoffensief geen utopie. De Britse en Amerikaanse legerleiding botsten regelmatig, de voorzichtige Montgomery en de roekeloze Patton wedijverden in militaire ijdelheid. De Duitse opmars ging een week voorspoedig dankzij het slechte weer; tot aan Celles bij Dinant werd het drie maanden daarvoor bevrijde gebied heroverd. Vlak voor kerst klaarde het op. Geallieerde luchtsteun en hardnekkige Amerikaanse weerstand zorgden met het Duitse tekort aan benzine en reservetroepen alsnog voor de Duitse terugtocht; vijf weken en ruim 50.000 doden later was de frontlijn weer hetzelfde.
In België en Luxemburg zijn elf musea verbonden met het Ardennenoffensief, te vinden via www.amba.lu
Via www.belgie-toerisme.net en www.ont.lu zijn goede brochures en gidsen over het Ardennenoffensief verkrijgbaar.
Boeken:
Wreed als ijs. Het lot van de burgers in de slag om de Ardennen. Peter Schrijvers. Uitg. Manteau/Het Spectrum Utrecht, 2004; 381 blz., e22,95
Het Ardennenoffensief; Hitlers laatste hoop. Robin Cross. Uitg. Deltas Oosterhout, 2003; 176 blz., e29,95