Winkelen
Wij willen dat christenen zich niet meer thuis voelen in onze cultuur als ze door een winkelstraat lopen, omdat ze weten hoe deze wereld in elkaar zit.
Met deze prikkelende woorden introduceert de Nederlandse Micha Campagne zichzelf in de ZoZ-bijlage van deze krant. Deze campagne wil christenen confronteren met de millenniumdoelen van de Verenigde Naties. De doelen, het wereldwijd aanpakken van extreme armoede en ziekten, spreken aan. Maar is met pijn in je hart en ontheemd gaan winkelen niet wat veel gevraagd?
De redenen deze pijn te ervaren, liggen voor het oprapen. Verdiende een inwoner van de rijkste landen ter wereld in 1960 dertig keer zoveel als die van een arm land, in 1995 was dit al bijna 75 keer. Op 11 september 2001 kwamen in de VS drieduizend mensen om door terroristische aanslagen. Maar dezelfde dag stierven acht keer zoveel mensen van de honger en overleed een tienvoudig aantal kinderen aan behandelbare ziekten. En met elke gewone banaan, pak koffie en met veel kleding die we kopen, wordt iemand elders op de wereld uitgebuit.
Tegelijk voelt een ieder bij dit soort cijfers de tegenwerpingen opwellen. Je kúnt niet alles bij de wereldwinkel kopen. Het klopt misschien niet, maar de maatschappij hier in het Westen stelt nu eenmaal bepaalde eisen. Een mens moet toch ook leven? Bovendien is wie toevallig hier is geboren, niet verantwoordelijk voor wat een wereldwijd netwerk van multinationals en banken met invloed op landen en overheden uiteindelijk bewerkt.
Het fraaie van de in 2003 in Mexico gestarte Micah Challenge is dat die niet alleen christenen probeert te mobiliseren voor de VN-doelen, maar daaraan ook een geestelijke verdieping geeft. Ook de evangelicalen beseffen steeds meer dat er geen duimbreed is waarvan Koning Christus niet zegt: 'Mijn!'. Een mens mag genieten van het goede wat God geeft. Maar de peilloze dubbelheid van rijkdom en armoede op onze planeet toont zonneklaar de doorwerking van de zonde. Christenen moeten zich beseffen dat Gods hart in Christus uitgaat naar de armen. De eeuwen door heeft de kerk goed doen als een nadrukkelijke opdracht gezien. God heeft immers lief wie blijmoedig geeft.
Elke volgeling van Jezus is daarin ook persoonlijk verantwoordelijk. Niet om de hemel op aarde te vestigen. Maar het Rijk van God is wel meer dan vergeving. Het probleem is alleen dat het niet werkt als je daaraan appelleert door te wijzen op schrijnende tegenstellingen en op wat je daarmee moet. Dat is weer zo gauw de wet, die de zonde groter maakt.
Alleen Christus zelf kan hier verder helpen. Hij ontwaart immers niet alleen de dubbelheid van de winkelstraat, maar kijkt ook in ontferming naar hen die in geld en goed uiteindelijk geen bevrediging kunnen vinden. Als de Micha Campagne in dat teken staat, zal die ontferming ook het hart van zijn volgelingen vullen.
de mening van het Nederlands Dagblad