Rotterdam voert woonvergunning opnieuw in
Niet in de hele stad, maar in de wijken Charlois, Feijenoord, Delfshaven en het Centrum. Daar worden vanaf oktober eisen gesteld aan inkomen en gezinsgrootte. Als de gemeenteraad met het voorstel van wethouder M. Pastors (Ruimtelijke Ordening) instemt, begint het zes maanden durende experiment op 1 oktober.
Met het experiment probeert de gemeente te voorkomen dat nieuwe bewoners met een laag inkomen zich vestigen in kwetsbare wijken in het centrum, Delfshaven, Charlois en Feijenoord. Het gaat om straten waar nieuwe bewoners sinds een half jaar ook al streng worden gecontroleerd als ze zich inschrijven. De huisvestingsvergunning gaat een stap verder omdat ook een woonverbod kan worden uitgevaardigd, iets wat in het uiterste geval kan leiden tot een ontruiming.
Het experiment geldt voor 8000 huurwoningen waarvan er jaarlijks doorgaans 700 vrijkomen. De eis die de gemeente wil stellen, is dat woonruimten met een huur tussen 250 en 500 euro alleen nog mogen worden bewoond door mensen die minimaal 120 procent van het minimumloon verdienen.
Mensen die minder verdienen, zijn voortaan aangewezen op huizen met een huur onder de 250 euro of op andere delen van de stad die buiten de experimentwijken vallen. ,,De mogelijkheden voor de laagste inkomens om in Rotterdam een passende woning te vinden, blijven op een aanvaardbaar peil'', menen B en W.
Een tweede wooneis betreft de gezinsgrootte. In een tweekamerwoning mogen per oktober maximaal drie mensen wonen en voor een kamer meer ligt dat aantal op vier. In grotere woningen met vier kamers zijn alleenstaanden niet langer welkom en mogen maximaal vijf bewoners zich vestigen. Voor woningen met vijf kamers of meer geldt dat het aantal bewoners tenminste gelijk moet zijn aan het aantal kamers, en maximaal twee meer.
Het herinvoeren van de huisvestingsvergunning vloeit voort uit het actieprogramma Rotterdam Zet Door, dat een antwoord moet bieden op de veelheid aan problemen in met name oude stadswijken.
De regels gaan gelden voor alle mensen die zich in Rotterdam willen vestigen, dus ook voor Rotterdammers die willen verhuizen naar het gebied waar het experiment wordt uitgevoerd. Wethouder Pastors verwacht dat binnen de zes maanden ongeveer vijfhonderd van de 8000 betrokken huishoudens verhuizen. ,,Een half jaar is kort'', lichtte hij toe. ,,Maar we hebben dan ook haast. We willen graag de Rotterdamwet erdoorheen hebben. Daarom loopt dit experiment parallel aan het ontwerp van die wet.''
Voordeel van de wet ten opzichte van het experiment is dat er uitzonderingen gemaakt kunnen worden voor bepaalde bevolkingsgroepen, zoals ouderen en studenten.
