Antillianen: alsof wij geen Nederlanders zijn
De discjockey tempert het volume, ijsblokjes tinkelen in de glazen en oude vrienden worden uitgelaten omhelsd. Voormalig D66-Tweede Kamerlid en Antilliaan Hubert Fermina houdt open huis. De Antilliaanse gemeenschap in Nederland maakt zich zorgen over de houding van Den Haag tegenover de Antillianen. ,,We wachten niet meer op Den Haag, we gaan het zelf doen.''
Het voorstel van minister Rita Verdonk om jonge Antilliaanse criminelen op het vliegtuig te zetten en terug te sturen naar de eilanden, raakt de zwierig geklede dames en heren op deze bijeenkomst in Amersfoort persoonlijk. Stuk voor stuk hebben ze hun plaats gevonden in de Nederlandse samenleving. ,,Maar wij worden behandeld als allochtonen'', roept Jamer Schrils boos, ,,terwijl de Antillen 150 jaar langer deel uitmaken van het koninkrijk dan Brabant.'' Een ander meent dat ,,Amsterdam haar criminelen toch ook niet naar Oss terugstuurt?''
Schrils, voormalig directeur van Forsa, de belangenorganisatie voor Antillianen, is de laatste om te ontkennen dat er grote problemen zijn met de Antilliaanse jongeren die naar Nederland komen. Het gaat om criminaliteit, overlast, schoolverzuim en tienermoeders. ,,De toestand op CuraËcao is een ramp, de economie daar draait op drugs'', erkent hij. Schrils is echter verontwaardigd over de manier waarop met jonge Antillianen wordt omgesprongen. Zijn eigen organisatie ging ten onder door het uitblijven van subsidies. ,,Alles moet voortaan multicultureel, maar wij willen juist maatwerk leveren.''
Slaventijd
Dat ontbreekt ten enenmale. ,,Het lijkt wel of jonge Antillianen goed Nederlands spreken, maar als het eropaan komt, begrijpen ze te weinig. Ze hebben taalles nodig om hier te slagen, liefst van een leraar die een paar woordjes Papiamento spreekt om ze op hun gemak te stellen. Maar jonge Antillianen moeten niet in een groep zitten met jongens die uit de Sahara komen of uit Ethiopië, daarvoor weten ze weer te veel van Nederland.''
Er is speciale aandacht nodig voor deze jongeren die op de Antillen zelf ook al uit de boot vielen. Ze weten niet hoe ze zich moeten gedragen. Hard praten bijvoorbeeld, roept in Nederland onnodig weerstand op, evenals op straat rondhangen. Ze beseffen niet dat te laat komen hier een ernstige zaak is. Ook moeten ze leren met geld om te gaan. ,,Ze willen kopen, kopen, kopen en zitten razendsnel in de schulden, een erfenis uit de slaventijd. Ze willen zich groter voordoen dan ze zijn. Ze kunnen geen verantwoordelijkheid dragen. Ze moeten leren dat het ook heel goed is om timmerman te zijn.''
Provincie
Arme Antillianen reizen al vijftien jaar wanhopig naar Nederland af, in de hoop op een beter leven. Maar hun problemen moeten op de eilanden zelf worden opgelost, vindt Schrills. De hopeloze en onmachtige regering daar moet worden aangepakt. Zo niet, dan blijft het dweilen met de kraan open. ,,Als ik een Nederlandse minister was, zou ik niet eens met de Antilliaanse premier Mirna Godett aan tafel willen zitten. Nederland moet de Antillen tot dertiende provincie maken, elk eiland wordt dan een zelfstandige gemeente.''
,,Er moet een referendum komen'', vindt Edwina Molina, een andere aanwezige. Ze verwacht dat zeventig procent van de Antillianen zich bij Nederland wil aansluiten. Maar dan scheiden zich de geesten: ,,Belachelijk, dat is de klok terugzetten'', meent Rafaël Lambourghini, de kersverse voorzitter van het Antilliaans Jongerenforum in Nederland. Ook Maria Cuartas, voormalig voorzitter van Forsa, wil niet dat de Antillen de dertiende provincie worden. ,,Ik wil niemand de schuld geven, maar als het niet botert tussen de regering in Den Haag en die in de Antillen, dan moeten ze er maar voor zorgen dat ze beter gaan samenwerken. Dat is pas professioneel!''
Antillianen
De Antilliaanse gemeenschap in Nederland telt 130.000 mensen. Jaarlijks komen er 4000 tot 5000 jonge Antillianen naar Nederland in de hoop op een betere toekomst. Zestig procent is kansarm en ruw geschat is de helft van deze groep eigenlijk kansloos omdat het hun schort aan taal- en andere vaardigheden. Een deel vervalt bij gebrek aan begeleiding tot criminaliteit.
De hoofdofficier van justitie op de Antillen, Dick Piar, pleit voor een apart jeugdstrafrecht. Hij wil dat jonge delinquenten speciale begeleiding krijgen, zodat ze niet afglijden. Op dit moment worden jongeren vanaf 16 jaar opgesloten in Bon Futuro-(Goede Toekomst) gevangenis, samen met doorgewinterde criminelen die er zitten wegens overvallen en liquidaties. ,,Die jongeren komen dus terecht in een leerschool van criminaliteit, met groot gevaar op recidive.''