Kerk tussen yuppen en allochtonen
Mensen wringen zich tussen opgezette vossen, dozen met telefoons en oude stoelen heen naar de ingang van de kerk. Voor een maandagochtend is het druk binnen. Tientallen mensen genieten van de pianomuziek, de monumentale architectuur of de rust. Aan de koffietafel zit ds. Cees van Duijn te praten met twee vrouwen. Een van hen komt al jaren even iets drinken en een praatje maken als de kerk open is. ,,Er hangt een lekker sfeertje. De mensen zijn heel opgewekt.''
Henny Boerhout schenkt samen met enkele andere gemeenteleden koffie. Een kopje kost vijftig eurocent, want cafés in de buurt zijn bang voor omzetderving. 'Mooi dat de kerk er nog is', hoort ze vaak. Soms komt het tot een goed gesprek. ,,Als ik kort de essentie van het geloof kan vertellen, ben ik heel blij.''
Een Surinaamse vrouw vertelt ds. Van Duijn ondertussen dat ze een paar weken geleden voor het eerst op zondagavond in de Noorderkerk zat. De dominee preekte toen over psalm 2. ,,Sindsdien lees ik die psalm elke dag. Zo mooi.''
Het doet Van Duijn goed zulke dingen te horen, vertelt hij. Als kerk in een geseculariseerde cultuur worden ,,gewone dingen weer heel bijzonder''. ,,Dat een mevrouw daarnet zei: 'Jezus kan mij helpen', daar wordt ik heel blij van.'' In Amsterdam komt de geestelijke meetlat niet te snel te voorschijn.
Minderheid
De Amsterdamse predikant is morgen spreker op een symposium in Kampen over het boek Metamorfose; intercultureel begeleiden van kerken in een niet-christelijke omgeving. Van Duijn zit midden in zo'n omgeving waar het boek van missioloog drs. C.J. Haak over gaat. De Nederlandse cultuur begint gelijkenissen te vertonen met het zendingsveld. Steeds meer Nederlanders weten niets meer over het christelijke geloof.
De kloof tussen kerkmensen en niet-kerkelijken is groter dan vaak wordt gedacht, denkt Van Duijn. Bovendien zijn in de stad christenen in de minderheid. ,,Het gaat er om of je kunt uitleggen wat de relevantie van het geloof is.''
Dat probeert de predikant zijn gemeenteleden tijdens de preek mee te geven. ,,Afgelopen zondag preekte ik over Zondag 11 van de Catechismus, waar wordt gevraagd waarom we de Zoon van God Jezus, dat is Zaligmaker, noemen. Voor de mensen in de kerk brengt het antwoord in eerste instantie niet veel nieuws. Maar lees het op maandagmorgen eens voor aan je collega. Hij zal je met grote ogen aankijken.''
Begrippen als verlossing, zonde en heil zijn onduidelijk voor niet-gelovigen. ,,Maar zijn ze voor ons wel helder?'', vraagt de gereformeerde-bondspredikant zich af. Volgens hem staan christenen bij het benaderen van niet-kerkelijken voor ,,een dubbele hobbel''. Niet alleen de relevantie van het christelijke geloof voor de ander moeten ze uitleggen; eerst moet duidelijk zijn wat het geloof hun zelf zegt. Van Duijn heeft wel eens gedacht er een boekje over te schrijven. Niet om te publiceren, maar om te kijken waar hij tegenaan loopt bij de verwoording van de betekenis van zijn geloof. ,,Zo'n oefening zou goed zijn voor elke christen.''
Van Duijn vindt de Nederlandse situatie niet helemaal vergelijkbaar met een zendingssituatie. ,,In een zendingsgebied breng je het evangelie voor het eerst. Nederland heeft een enorme christelijke bloeiperiode gekend. Men zegt wel eens dat het bederf van het beste het slechtste is. Dat vraagt om een andere methodiek dan op het zendingsveld.''
Buitenlanders
De wijk van de Noorderkerk is veelkleurig. De Jordaan waar de kerk middenin staat, was vroeger de buurt van de armen. Nu wonen er yuppen. Het andere gedeelte is de Spaarndammerbuurt een wijk met veel buitenlanders.
Het is redelijk makkelijk in contact te komen met hulpbehoevenden weet Van Duijn uit ervaring. Kortgeleden lag onder het raam van de kerkenraadskamer een zwerver te slapen. Na de vergadering bracht een van de ouderlingen hem eten en drinken. ,,Ik heb ook nog even met de man gepraat. Daar kun je concreet op inspringen en dan komt vanzelf de vraag 'Waarom doe je zoiets?'.''
Moeilijker is het als iemand geen problemen lijkt te kennen. ,,Hoe krijg je dan contact?'' Daar denkt Van Duijn over na. Belangrijk is in elk geval dat gemeenteleden in de wijk van de kerk wonen. ,,Dat geeft de kerk een gezicht.'' Maar de Noorderkerkgemeente is, behalve een wijkgemeente, ook een regiogemeente. Tachtig procent van de leden komt 'van buiten'. Van Duijn ook. Hij is al een paar jaar op zoek naar een woning in de wijk die geschikt is voor zijn gezin met vijf kinderen.
Voor de vele verschillende doelgroepen heeft de Noorderkerkgemeente activiteiten bedacht. Met Pasen zijn de scholen uitgenodigd in de kerk, tijdens de kerstzangdienst op 24 december zit de kerk vol met niet-kerkgangers uit de Jordaan.
In de Spaarndammerbuurt heeft de gemeente een wijkgebouw dat door de buurtbewoners ,,de Hebronkerk'' wordt genoemd. De evangelist organiseert er een kinderclub en andere doordeweekse bijeenkomsten, zoals maaltijden. Elke zondagmiddag is er een missionaire dienst omdat tussen de Jordaan en de Spaarndammerbuurt ,,een wereld van verschil'' ligt, aldus Van Duijn. ,,De diensten in Hebron sluiten goed aan bij de mensen daar.''
Ongedwongen
Tijdens de zondagse diensten in de Noorderkerk probeert ook Van Duijn zijn preek ,,verstaanbaar'' te houden. ,,Voor de verpakking van het evangelie ben ik verantwoordelijk.'' Hij probeert met relevante voorbeelden buitenstaanders aan te spreken.
De kinderen hebben tijdens de preek hun eigen zondagsschool. Hun vertrek is even een ongedwongen moment. Ze komen eerst naar voren en Van Duijn verlaat de kansel om met ze te praten. De spontaniteit van dat moment kan de bijeenkomst voor nieuwkomers aantrekkelijker maken, denkt de predikant.
Na afloop verdwijnt hij niet in de consistorie, maar gaat Van Duin bij de uitgang staan. ,,Niet in de deuropening, maar zo dat mensen mij kunnen aanschieten als ze dat willen. Ik heb op die plek al heel wat goede gesprekken gevoerd.''
Volgens Van Duijn hoeven kerken niet al te bescheiden te zijn. ,,Denk niet te snel dat bezoekers het niet begrijpen of niet naar een dominee willen luisteren. Ze komen in de kerk en dan verwachten ze een preek.'' Ook moet een predikant zich verlossen van ,,de kramp dat elke preek een evangelisatiepreek moet worden die flitsend en uitnodigend is''.
Van Duijn hoort tegenwoordig vaak zeggen dat een dominee zo goed mogelijk moet preken om niet-kerkelijken erbij te krijgen. Hij zet er kanttekeningen bij. ,,Niet alles hangt van de preek af.'' Het gaat volgens hem vooral om gastvrijheid. Gemeenteleden spelen een belangrijke rol door mensen uit te leggen wat er gebeurt en hun na de dienst te vragen hoe het was. ,,Ik hoop dat bezoekers voelen dat de kerk een kring van mensen is die om elkaar geeft.''