Bij de vraag of iets juist is, kun je je afvragen: stel je voor als iedereen dit doet!
Stel je voor dat iedereen dit zou doen! Gefrustreerd zat ik argumenten te verzinnen. Tegenover ons op de camping stonden autoportieren open en geluidsboxen te hard. Een blote torso kickte op zijn muziek. De hele camping ergerde zich. Hoewel kamperen onze ultieme vakantievorm is, vrees ik elk jaar het risico van geluidsoverlast.
Soms sta je machteloos. Ooit op een Spaanse camping hadden wij het rijk alleen. Behalve in het weekend; dan overspoelden inboorlingen ons lege veldje. Omdat Spanjaarden sociaal zijn aangelegd, lieten ze dat veld netjes leeg en schurkten ze hun kampeergevalletjes gezellig tegen onze tent aan. Vervolgens kakelden ze dag en nacht onafgebroken op luide toon door elkaar heen. Mijn standaardzinnetjes uit de taalgids smoorden in het kabaal. Dus glimlachte ik ze elke ochtend toe, schijnheilig en met holle ogen.
in mijn pyjama
Soms helpt verbaal geweld. Legendarisch in ons gezin werd mijn nachtelijke optreden waarmee ik stilte afdwong op een Franse Alpencamping. Ik kroop in pyjama mijn tent uit en richtte mij indrukwekkend op. Schallend weerkaatste mijn stemgeluid tussen de bergen: Silence! (s’il vous plaît – dat dan weer wel). Sindsdien moet ik dit zinnetje jaarlijks op elke nieuwe camping uit de mond van mijn gezinsleden ritueel aanhoren. Ze waarschuwen mij bij voorbaat zoiets idioots niet weer uit te halen.
Dus zat ik met die torso in het vizier argumenten te verzinnen. Immanuël Kant, mijn beroemde 18e-eeuwse vakgenoot in de ethiek, zou er wel raad mee weten. Iets is alleen juist, zegt Kant, als het logisch is dat alle mensen in vergelijkbare omstandigheden hetzelfde zouden doen. Overweeg altijd: als iedereen dit nu zou doen. Zou iedereen zijn eigen muziek op topvolume aanzetten, dan wordt het een chaos en hoort bovendien niemand meer wat hij zelf wilde beluisteren. Zulk gedrag is onlogisch en dus onjuist. Had die torso Kant maar gelezen. Stel je voor dat iedereen dit zou doen!
Kants regel is vaak doeltreffend. Hoe gemakkelijk gooi je een klokhuis of bananenschil in de berm. Verteert toch wel! Maar stel je voor dat iedereen dat zou doen? Dan krijgen we bermen vol fruitafval dat ‘toch wel verteert’ en dat wil niemand. Niet meer doen dus. Kants richtlijn is zelfs verwant aan de gulden regel uit de Bergrede: Doe altijd wat jij wilt dat de mensen jou doen.
als niemand het doet
Toch vindt de Amerikaanse ethicus Hauerwas dat juist christenen de omgekeerde vraag moeten stellen: stel je voor dat niemand dit zou doen! Moesten christenen tijdens de pestepidemieën van de eerste eeuwen de steden intrekken om pestlijders te verzorgen en te begraven? Volgens Kants regel is zulk gedrag onlogisch. Velen werden zelf ziek en stierven. Stel je voor dat iedereen dat zou doen. Dan bleven er te weinig gezonde mensen over. Maar stel je voor dat niemand het zou doen. Dan zouden mensen ongetroost wegteren en werd nergens duidelijk hoever Jezus’ liefde gaat. Juist christenen moeten doen wat niemand doet.
Pas dat eens toe op het onbegrensd opvangen van vluchtelingen in Nederland. Als iedereen dat zou doen, destabiliseert de samenleving. Maar als niemand het zou doen, werd Gods onbegrensde gastvrijheid niet concreet. En denk eens aan het afzien van oorlogsgeweld bij agressie. Als iedereen dat zou doen, zou het kwaad op aarde zijn gang gaan. Maar als niemand het zou doen, proefde je nergens Jezus’ vijandsliefde die het kwaad juist door het goede overwint.
Nee, wees niet bang, ik volg Hauerwas niet volledig. Behalve het buitengewone moeten christenen ook vaak het gewone doen. Het is juist de kunst om uit te maken wanneer welke van die twee vragen sturend mag zijn.
Misschien moet ik me dus onderscheiden van de andere weldenkende campinggasten en zo’n torso juist niet geërgerd of kritisch benaderen. Wat zou er gebeuren als ik vriendelijk belangstelling toon voor zijn muzieksmaak en contact maak? Stel je voor dat niemand dat zou doen.