Segers gunt Lubach wat zelftwijfel
Leiden
‘Het wordt een zware avond voor je, Arjen.’ Lubach slaat de handen voor het gezicht bij het zien van de zee aan opgestoken handen. Carel Stolker, rector van de Universteit Leiden, had gevraagd hoe veel van de negenhonderd aanwezige studenten gelovig zijn. En dat zijn er best veel, maandagavond bij een debat tussen ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers en tv-maker Arjen Lubach in de Pieterskerk.
Lubach is het thema van de avond, ‘Geloven doe je maar thuis’, op het lijf geschreven. ‘Het is gevaarlijk als wij de onbewijsbare opvattingen van een klein clubje van invloed laten zijn op het leven van iedereen.’ Door onderwijs, bijvoorbeeld. Voor Lubach is er daar alleen ruimte voor ‘empirisch bewezen’ feiten. ‘Als een leraar vertelt dat tien plus tien twintig is en een halfuur later het verhaal over Jona in de walvis als dezelfde natuurkundige waarheid presenteert, is dat erg gevaarlijk. Je moet niet doen alsof dat hetzelfde waarheidsgehalte heeft.’
‘Ik word hier zenuwachtig van’, reageert Gert-Jan Segers. ‘Dat idee dat wie in iets onzichtbaars gelooft, zijn mond moet houden.’ Op dat moment heeft de politicus het al verschillende keren geprobeerd. ‘De gelijkheid tussen man en vrouw is ook niet bewezen, en toch krijgt die opvatting ruim baan.’ Klopt, zegt Lubach, maar die opvatting gaat over twee bestaande objecten – man en vrouw. ‘Die bestaan. Geloof gaat over iets dat niet bestaat. Dat zeg ik nu al voor de derde keer.’
Auschwitz
En de mensenrechten dan?, oppert Segers. ‘Die zijn ook niet bewezen. En waar haalt een leraar de autoriteit dan vandaan om een moreel oordeel te geven over de Tweede Wereldoorlog? De verwerpelijkheid van Auschwitz is ook nooit bewezen.’ Toch vindt Lubach dat nog steeds niet te vergelijken met religie. ‘We zijn het met z’n allen eens over die opvatting.’ De conclusie van Segers, dat ‘het kwartje dus ook de andere kant op kon vallen als Hitler de oorlog gewonnen had’, moet Lubach beamen. ‘Een vreselijk perspectief, maar, ja.’
Niet dat Lubach trouwens een ‘schoolpolitie’ wil, of gelovigen hun overtuiging wil afpakken. ‘Natuurlijk mogen jullie je kinderen zo opvoeden, gebedshuizen stichten, boeken schrijven en een politieke partij hebben’ – dat komt hem op een ironisch ‘dank je’ van Segers te staan. ‘Ik acht de democratie zoals zij nu is, hoger dan mijn frustratie over wat Gert-Jan zegt over zijn geloof. Maar religie moet wel ontheiligd worden. Want we weten inmiddels zo veel meer over hoe de wereld in elkaar zit.’ Tot dan zijn de heren beschaafd, maar Segers wordt wat feller als Lubach de ‘kerk van het vliegende spaghettimonster’ als voorbeeld noemt. ‘Dit is zo flauw’, bijt de ChristenUnie-voorman. ‘Ik zou je iets meer twijfel over je eigen overtuiging gunnen. Je begrijpt weinig van de wereld als je vindt dat je niets over geloof mag zeggen, of het niet mag doceren.’ <