Religiestress bij een derde Nederlanders
Hilversum
Als eerste kregen de deelnemers de vraag voorgelegd of zij vinden dat gelovigen soms hun geloof willen opdringen, of dat niet-gelovigen de vrijheden van religieuze mensen willen inperken. Dan is er volgens Motivaction namelijk sprake van religiestress. Van de gelovige respondenten gaf 40 procent aan deze vorm van stress te ervaren. Onder niet-gelovigen lag dat met 32 procent iets lager.
Opvallend zijn enkele schijnbare tegenstrijdigheden. Zo geeft 93 procent aan een groot voorstander te zijn van de vrijheid van meningsuiting en steunt 82 procent de vrijheid van godsdienst. Krijgen zij echter daarna de vraag voorgelegd of gelovigen dan ook gekwetst mogen worden, dan vindt 53 procent dit niet geoorloofd. Ook godslastering is volgens bijna de helft van de deelnemers aan het onderzoek onacceptabel. Hiermee wil de EO laten zien dat religiestress verbonden is aan dilemma’s die mensen in hun dagelijks leven ervaren.
Is een keppeltje in het openbaar toegestaan? Mag een moskee minaretten hebben? Hoe denk je over een reclamebord waarop ‘Jezus redt’ staat? Dergelijke dilemma’s zijn allemaal potentiële bronnen van religiestress.
Een van de opvallendste resultaten van dit onderzoek naar religiestress is dat deze spanning door een brede groep ervaren wordt. ‘En dus niet alleen door streng gelovige of heel atheïstische mensen’, zegt Jeroen Senster van Motivaction, die het onderzoek uitvoerde.
De duizend deelnemers hebben zeer diverse achtergronden. Het onderzoek voldoet volgens Senster aan de eisen die het CBS stelt en geeft daarmee een representatief beeld voor hoe Nederlanders religiestress ervaren.
De EO liet het onderzoek uitvoeren als verdieping bij het programma Rot op met je religie. Hierin wonen twee atheïsten, twee christenen, een jood en een moslim samen in één huis. In die setting kijkt de omroep hoe religiestress optreedt. Maandag wordt de eerste aflevering uitgezonden. In het Motivaction-onderzoek volgt op de algemene vraag of mensen zich herkennen in de definitie van het begrip religiestress een heel aantal aanvullende vragen. Hierin krijgen de deelnemers situaties voorgelegd waarin er spanning tussen gelovigen en niet-gelovigen kan optreden. Het gaat dan meestal om ongewilde confrontaties met andermans religie.
‘Bijvoorbeeld als ze zien dat een man weigert een hand te geven aan een vrouw vanwege zijn geloof’, licht Arie Rijneveld toe. Hij is eindredacteur van Rot op met je religie. ‘Wat ook stress geeft, is als jouw kind in de klas zit met een aantal kinderen die niet zijn gevaccineerd vanwege de religieuze overtuiging van hun ouders.’ Twee derde van de Nederlanders geeft aan dit onacceptabel te vinden.
Gelovige mensen vinden het daarnaast vervelend als hun geloof een baan op de arbeidsmarkt in de weg staat, of als ze tegen hun principes in op zondag moeten werken. Ook dan is er sprake van religiestress.
fundamentalistisch
Het onderzoek keek uitsluitend naar hoe mensen zelf de situaties ervaren. Zo gaf 59 procent aan niet tolerant te staan ten opzichte van ‘fundamentalistische geloofsopvattingen’, maar werd in het onderzoek verder niet gedefinieerd wat hieronder verstaan wordt. Het invullen daarvan was aan de deelnemers zelf.
Aan het eind stelde Motivaction opnieuw de beginvraag: ervaart u religiestress? Nu gaf geen 35 procent, maar 39 procent een bevestigend antwoord. Doordat de deelnemers tijdens het onderzoek concrete dilemma’s hadden gezien, waren ze zich er iets meer van bewust geworden dat ze in het dagelijks leven wel degelijk religiestress ervaren.
stresstest
De EO heeft vandaag op de website van Rot op met je religie ook een ‘religiestresstest’ gelanceerd. In deze app kan iedereen, aan de hand van het beantwoorden van tien dilemma’s, toetsen in hoeverre hij of zij aan religiestress lijdt.
De term zelf is in 2012 geïntroduceerd door de remonstrantse theoloog Tom Mikkers. Hij wilde hiermee de problemen in de omgang met religie en levensbeschouwelijke verschillen aanduiden.