Grote mannen zijn vaak slechte mannen
Als ik Donald Trump bezig zie, denk ik aan een nogal verontrustende voorspelling: ‘Macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut.’ Ik herinner me dat Trump, de nu gekozen Amerikaanse president, eerder dit jaar in Burlington, Vermont een toespraak hield. Demonstranten schreeuwden door zijn speech heen, waarna Trump zijn lijfwachten opdroeg de betogers te verwijderen. Oké. Maar, riep hij ook nog: ‘Geef ze niet hun jassen terug.’ Wraak! Buiten was het 10 graden onder nul. Macht …, zoveel dat Trump kennelijk ook het recht denkt te hebben vrouwelijk personeel als seksobject te behandelen. De Britse historicus Lord Acton (1887), van wie de voorspelling hierboven is, zei dat ‘grote mannen bijna altijd slechte mannen zijn’.
Gelukkig is op die uitspraak best wat af te dingen. Amerika’s zestiende president Abraham Lincoln (1861-1865) had veel macht. Toch werd hij er moreel niet door bedorven. Van Mahatma Gandhi, Nelson Mandela en tegenwoordig Angela Merkel geldt hetzelfde. Misschien is het dan ook eerder waar dat macht alleen maar sterker maakt wat al in een mens aan- of afwezig is. Zoals Lincoln zei: ‘Bijna iedereen kan tegenspoed weerstaan, maar als je iemands karakter wilt testen, geef hem dan macht.’
gecorrumpeerde macht
De opmerking van Lincoln onderstreept dat ieder machtig mens in de verleiding komt anderen te gaan manipuleren. Want dat is een belangrijk kenmerk van gecorrumpeerde macht: je ziet de ander vooral als middel om er zelf materieel of immaterieel beter van te worden: qua inkomsten, seksuele gunsten, welbevinden. Niemand durft je meer tegen te spreken, bang te worden afgestraft.
Voorbeelden van gecorrumpeerde macht te over. Bewakers in Auschwitz waren misschien voorheen keurige burgers. Maar toen ze ongelimiteerde macht over anderen kregen, ontpopten zij zich als sadisten. In de jaren vijftig begon People’s Temple als een op sociale rechtvaardigheid gerichte sekte. Maar gebiologeerd door macht tiranniseerde leider Jim Jones zijn volgelingen. Hij mishandelde hen, beschouwde hen seksueel als zijn eigendom, dreef hen ten slotte massaal de zelfdoding in. Dat is extreem. Maar ook een coach, ambtenaar, manager, winkelchef, leraar, u en ik, kunnen dictators worden.
Hoe dat werkt? Je weet precies wat goed is voor anderen en hebt de macht hen ertoe te brengen zich naar jouw overtuiging te gedragen. Je bent daarin zo succesvol dat je macht gaat vereenzelvigen met wijsheid. Wee het ‘brok onverstand’ dat zich verzet. Je voelt je in feite verheven boven ‘het volk’, zelfs zo dat je denkt zo af en toe het recht te hebben je zelf buiten de voor anderen natuurlijk wel geldende fatsoens- en wetsregels te plaatsen. Onderzoeken wijzen het uit: hoe meer macht hoe groter de kans op overspel, hoe duurder de auto hoe meer snelheidsovertredingen.
ethiek
Hoe moet dat nu verder met Donald Trump? Er bestaan gelukkig grondwettelijke barrières om machtsmisbruik tot staan te brengen. De verdeling van machten is daarvan de belangrijkste: tegenover de president brengen Congres en Hooggerechtshof evenwicht. Toen Richard Nixon (1969-1974) de wet brak, dwong de dreiging in staat van beschuldiging te worden gesteld hem tot aftreden.
Maar ethiek komt van binnenuit en kan nauwelijks worden afgedwongen. Mandela hoefde zijn voormalige bewaker op Robbeneiland helemaal niet uit te nodigen bij zijn beëdiging als president (1994). Toch deed hij het. Lincoln hoefde het door hem verslagen Zuiden (1865) geen economisch herstelprogramma te beloven. Niettemin. Ze toonden genade die vervolgens van vijanden vrienden maakte.
Dit soort leiders omgeeft zich niet met jaknikkers. Ze bewegen zich onder de bevolking, luisteren naar hun tegenstanders, nemen hun verstandige adviezen over. Lincoln hield van zijn onderdanen. En zijn enorme macht? Die versterkte wat al in hem zat. Maar helaas houd je juist daarom bij Trump je hart vast.