Hoe je na de uitvaart weer aan het werk gaat
Rouwen is een individueel proces, vertelt Klaas-Jan Rodenburg, directeur van het Landelijk Steunpunt bij Verlies. ‘Onze ervaring is over het algemeen dat mannen al snel weer aan het werk gaan, dat geeft hun structuur. Meestal praten zij ook niet zo veel over hun situatie met collega’s; werk en privé houden ze gescheiden. Vrouwen kiezen er veelal voor om meer tijd te nemen en vinden het prettig als collega’s hen steunen. Al verschilt dit natuurlijk per persoon en situatie.’
De arbeidscultuur is van grote invloed als het gaat om rouwen op het werk. Rodenburg: ‘In de samenleving ervaart iemand die rouwt om het verlies van een dierbare vaak grote betrokkenheid; alle collega’s zijn bij de uitvaart, er is begrip en hulp. Tegelijkertijd lukt het vaak hooguit drie maanden om rekening te houden met de situatie. Rouw wordt door de samenleving gezien als een probleem waar een oplossing voor gezocht moet worden. Je hoort mensen dan dingen zeggen als: je bent nog jong en kunt nog zo veel. Of, ik ken nog wel iemand waar je het kunt verwerken hoor. Dat is voor de persoon in kwestie beschadigend. Verlies verwerk je niet, maar wordt verweven in de levensloop. Dat betekent dat je als werkgever en collega’s hooguit kunt zeggen: wat heb jij nodig? Wie staat dicht bij jou om oprecht en met aandacht te luisteren? Niet alleen in de eerste periode, maar telkens opnieuw, zolang het nodig is.’
in een roes
Jacobien Doornbos (33) verloor enkele maanden geleden onverwachts haar schoonmoeder op 72-jarige leeftijd. Ingrijpend, zeker omdat ze nog geen twee maanden later met haar partner in het huwelijksbootje zou stappen. ‘Ik had een heel goede band met mijn schoonmoeder. We herkenden veel van elkaar, ook in het geloof. Omdat ze op tien minuten lopen van ons woonde, waren we vaak bij haar. Maar nu was ze er opeens niet meer. Ik heb meteen mijn werkgever gemaild en kreeg vier dagen vrij, van de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis. Je beleeft die dagen in een roes. We moesten zo veel regelen, we waren kapot. Niet alleen van verdriet, maar ook lichamelijk.’ Toch verscheen Jacobien op dag twee weer op haar werk. ‘Ik heb mijn collega’s meteen, huilend, over de situatie verteld. Ze reageerden heel begripvol. In de middag merkte ik toch dat ik mij niet kon concentreren. Collega’s zeiden meteen: “Joh, ga naar huis.” Dat heb ik toen gedaan.’ Twee dagen na de begrafenis ging Jacobien alsnog aan het werk. ‘Ik vond het fijn om weer ritme te hebben; thuis kom je jezelf de hele tijd tegen. Mijn man was wat langer thuis, ook dat was goed. Die extra ruimte had hij nodig.’
verstand versus gevoel
De regels rondom vrije dagen bij een overlijden zijn vastgelegd in de arbeidsvoorwaarden, vertelt Rodenburg. ‘Daar waar meer vrije dagen nodig zijn, komen mensen in het ziekteverlof terecht of vindt er bijzonder verlof plaats. Ik vind het van volwassenheid spreken als de werkgever in ieder geval de arbeidsvoorwaarden tegen het licht houdt. Precisiewerk is ook een aspect: kan een chirurg, kraanchauffeur of piloot zijn werk wel doen onder de omstandigheden? Het is belangrijk dat de werkgever weet wat lukt en dat afspraken van beide kanten worden nagekomen. Praat er als werknemer, werkgever en collega’s over, en vul de dingen niet voor elkaar in.’ Welke ruimte mag je daarin als werknemer vragen? ‘Dat is afhankelijk van de cultuur van de organisatie’, stelt Rodenburg. ‘Is de cultuur empatisch, dan kun je veel ruimte nemen, maar is die rigide, dan blijft er weinig ruimte over. Je zult merken dat er op een afdeling van een clean automatiseringsbedrijf dikwijls meer empathie is dan op een afdeling van Jeugdzorg. Waarom? In een omgeving die georiënteerd is op het hoofd, is er dikwijls veel ruimte voor het hart, en andersom. Er speelt natuurlijk ook de vraag welke ruimte je zelf wilt nemen. Verstand en gevoel zijn daarin twee factoren.’
Jacobien ervoer in haar werkomgeving vooral betrokkenheid. ‘Maar er was ook een collega die op de eerste dag meteen zei: dit moet gebeuren, en heb je daaraan gedacht? Toen ik vertelde dat ik net de begrafenis achter de rug had en het werk rustig wilde oppakken, reageerde ze zonder begrip. Ze zei: ‘‘Ja Jacobien, het leven gaat door, het is gewoon werk.’’ Ik was met stomheid geslagen. Bikkelhard. Ik ben erop teruggekomen, maar dat veranderde haar reactie niet. Ik heb mijn leidinggevende toen op de hoogte gesteld. De rest van mijn collega’s reageerde lief. Het is vooral belangrijk dat de ander luistert. En weet je niet hoe je moet reageren? Zeg dat liever dan bijvoorbeeld ‘‘het leven gaat door’’. Dat is juist het pijnlijke!’
Dat adviseert ook Rodenburg. ‘Durf als collega een gesprek aan te gaan waaruit empathie blijkt. Dat is niet gemakkelijk. Misschien barst de ander wel in huilen uit, of raakt het aan jouw verliezen. Vul het vooral niet voor de ander in. Laat het zich maar ontvouwen. Dat is de grootste kunst. Want dat betekent dat je even niet kunt kijken naar de stip op de horizon, de afspraken en plannen.’
even stilstaan
Jacobien: ‘Wij zijn nu in een fase beland dat we mijn schoonmoeder erg missen. Mijn man en ik voelen de behoefte om bij dat gemis stil te staan, even een dagje samen weg te gaan, maar tot nu toe hebben we daar geen rekening mee gehouden in ons werk. Omdat ik drie dagen per week werk, lukt het om regelmatig naar de begraafplaats te gaan en daar even stil te zijn. Dat zijn goede momenten.’
Klaas-Jan Rodenburg zou het mooi vinden als werkgevers hun werknemers die geconfronteerd worden met diepe rouw een traject zouden aanbieden om met het verlies om te leren gaan. ‘Dat getuigt van steun, maar helpt de werknemer ook zijn vitaliteit terug te vinden, te leren leven met het verlies. Te zoeken: wat was de betekenis van mijn relatie met de overledene, welk antwoord is daarop gekomen en hoe neem ik dat mee in mijn relatie met anderen en richting de toekomst?’ Jacobien adviseert mensen in haar situatie dicht bij zichzelf te blijven. ‘Dat klinkt misschien cliché, maar je kunt zo snel twijfelen: is het raar dat ik na een week nog moet huilen? Of dat mijn concentratie nog steeds weg is? Neem jezelf serieus, luister naar je gevoel. Een vriendin van mij ging op de tweede dag na het overlijden van haar moeder weer aan het werk. Collega’s zeiden: wat kom je doen? Maar werk hielp haar om afleiding te zoeken en even thuis weg te zijn.’ ¦
werknemer:
Check de rouwverlofregeling in de cao.
Geef duidelijk aan wat u wel en niet op prijs stelt, ook als er tijd verstreken is.
Probeer het werk weer op te pakken; het geeft structuur en afleiding.
Verlies is complex, overweeg rouwbegeleiding serieus.
Rouw beperkt zich niet tot de privésituatie, rouwen op het werk is dus heel normaal.
Wees eerlijk, zeker als u precisiewerk doet: is het verantwoord om weer aan het werk te gaan?
werkgever:
Maak de arbeidsvoorwaarden bespreekbaar.
Koppel een ‘vertrouwenspersoon’ aan de rouwende werknemer.
Bied externe hulp aan, bijvoorbeeld via de Arbodienst.
Condoleer de werknemer persoonlijk en schriftelijk.
Wees op de hoogte van de cultuur waarin de rouwende (en de begrafenis, e.d.). zich bevindt: christelijk, islamitisch, joods, Pakistaans, etc.
collega’s:
Geef ruimte aan verdriet en kwetsbaarheid.
Stel vragen: hoe was de begrafenis? Hoe kunnen wij helpen?
Luister.
Vraag naar de wensen rondom begrafenis en condoleren.
Neem zelf initiatief, laat dat niet aan de rouwende collega over.
Denk niet te snel dat de rouw voorbij is.
Vermijd pijnlijke clichés als ‘Het leven gaat door’.