Over de andere kant van de feiten: Zelfstandig Catalonië verspeelt plaats in EU
Junts pel Sí, een coalitie van separatisten, won onlangs de verkiezingen in Catalonië. Zij wil de rijke regio afscheiden – bínnen de EU. Schotland en Vlaanderen beogen dat ook.
Maar met het ogenblik dat Catalonië de landspapieren tekent, plaatst ze zich buíten de Europese Unie – naar verwachting. De toekomst van zo’n losgescheurde regio is vaag; het Europese project is er niet bekend mee. Hoewel het van interpretatie afhangt, menen de meeste rechtsgeleerden dat heraanvraag van EU-lidmaatschap vereist is. En dan zal Spanje tégen stemmen.
Bijna scheidde Schotland vorig jaar van het Verenigd Koninkrijk, via een referendum. Toen dreigde Londen ook al met een veto. Angela Merkel en de Europese Commissie herhalen: na afsplitsing ben je een ‘derde land’, buiten de EU en de euro. ‘Achter in de rij aansluiten’, zei David Cameron. De regeringen werpen blokkades op, omdat het in Europa wemelt van ambitieuze provincies: zou Catalonië de onafhankelijkheid uitroepen mét behoud van al het goede, dan moedigt dat anderen aan én schept het mogelijk een precedent.
De Europese Vrije Alliantie (EVA), de groep in het Europees Parlement die deze regio’s verenigt, telt 36 partijen – ook uit Wales en Beieren, Sardinië en Silezië. Als ‘staatloze naties’ willen zij autonomie, of minderheidsrechten, of pleiten ze voor behoud van taal en cultuur – zoals de Fryske Nasjonale Partij.
En nu betuigt Junts pel Sí in 2017 Spanje vaarwel te zeggen – ‘als 29e EU-staat’, joelden de Vlaamse collega’s.
Wel of geen EU-lid; dat bepaalt een deel van Europa’s toekomst én het enthousiasme van de regio’s. Zonder de Unie vervallen veel voordelen: EU-subsidies, vrijhandel, inspraak. Catalonië, evenals Schotland en Vlaanderen, vindt dat ze te veel afdraagt aan de centrale macht, en zou alléén rijker zijn. Maar als de EU afgesloten blijft, kan de krimp in Catalonië oplopen tot tien procent, schrijven economen in de Spaanse krant El País.
‘De Spaanse grondwet verbiedt een referendum ter afscheiding, dat verschilt van Schotland’, zegt Xosé-Manoel Núñez, hoogleraar Contemporaine Geschiedenis. Vorig jaar verklaarde het Hof een volksstemming in Catalonië illegaal. Mocht Catalonië gewoonweg voortgaan, dan vallen de kosten ten slotte hoger uit, vermoedt ook Núñez: ‘Madrid deinst niet terug en zal EU-toegang vetoën.’ Immers: ook Galicië, Aragón, Baskenland, Andalusië en de Balearen delen de Catalaanse wens. Spanje erkent Kosovo niet, enkel om rebellie in eigen huis te smoren.
Voor de EVA-regio’s is Europa essentieel: een vorm van ‘glokalisme’; het grote en kleine verband, zonder middendeel. Een veelstemmig Europa, dat zich eenstemmig tot de wereld wendt. De Catalaanse eigenheid is in de EU veiliger dan onder de teugels van Madrid, vindt Junts pel Sí. Evenwel zullen de Catalanen op Spaanse machtspolitiek stuiten. Zo mogen rechters de leiding van Junts pel Sí wegsturen als die hen negeert, Madrid mag met geweld de ‘eenheid’ bewaren, en het veto is het ultieme wapen; de EU-staat Catalonië is ver weg. Maar, onderlijnt Junts pel Sí, ‘ons pad naar autonomie is vreedzaam: we zijn geen Basken’.