Over bergen heen
Langzaam trok ik haar hand naar beneden. ‘Ik moet een paar hechtingen aanbrengen.’
Haar stem was hees. ‘Welke dag is het?’
Ik vertelde het haar zonder omwegen. Toen ik uitgesproken was, zei ze niets.
Grovers vissersvest leverde mooi dun nylondraad op. Ik ontdeed een van de vliegen op het vest van alle attributen die het op een vlieg moesten laten lijken en hield een haak zonder weerhaak over. Om de haak terug te buigen naar een hoek van ongeveer negentig graden had ik gereedschap nodig.
De riem van Grover.
Ik tastte door de sneeuw rond zijn middel en vond de Leatherman. Zijn verstijfde lichaam bewoog niet toen ik de holster opende. Ik moest hem begraven, maar ik moest ook Ashley hechten en proberen iets te eten te vinden. Hij zou moeten wachten. Ik boog de haak bij, haalde de nylondraad door het oogje en kneep het oog vervolgens zo veel mogelijk dicht. Toen ik weer opkeek naar Ashley, rolden er tranen over haar wangen. ‘Zijn vrouw maakt zich natuurlijk zorgen om hem,’ zei ze.
We hadden het nog niet over onze noodsituatie gehad. Over het feit dat we vastzaten. Een van de dingen die ik zowel in de medische wereld als bij het bergbeklimmen heb geleerd, is dat je nooit meer dan één crisis tegelijk moet aanpakken. En nu waren haar gezicht en hoofd aan de orde. Ik gebruikte de Leatherman om een tweede uitsparing in de sneeuw te maken, lager dan het geïmproviseerde plateau waarop Ashley nu lag. In mijn praktijk heb ik de gewoonte om mijn patiënten na een operatie op te zoeken, om te kijken hoe het gaat. Vaak zet ik dan een roestvrijstalen stoel op wielen naast het bed. Meestal kom ik op die manier lager te zitten dan de patiënt, die daarom alleen naar beneden of hooguit recht vooruit hoeft te kijken tijdens het gesprek. Het is namelijk moeilijk om op te kijken als je uit de narcose komt. Dat weet ik uit ervaring. Deze plek naast Ashley vervulde ongeveer dezelfde functie. Misschien heeft het iets te maken met mijn routine aan het bed.