Luister naar

1 april is ouder dan ‘Den Briel’

Nieuws
Op 1 april houden mensen elkaar voor de gek, een gewoonte die teruggaat tot ver voor de verovering van Den Briel op 1 april 1572.
Willem Bouwman Willem Bouwman
woensdag 1 april 2015 om 03:00
1 april is ouder dan ‘Den Briel’
1 april is ouder dan ‘Den Briel’

Op 1 april 1572 veroverden de Geuzen Den Briel en sindsdien is de naam van de stad verkleefd met een gebruik dat al veel langer bestond, de grappenmakerij op 1 april. Er kwam ook een gezegde van: op 1 april verloor Alva z’n bril (Den Briel) en stuur je de gekken waar je wil. Zo ontstond het misverstand dat de aprilgrap is begonnen met de verovering van Den Briel.

Maar de gewoonte om elkaar in de maling te nemen is ouder en komt niet alleen voor in Nederland, maar ook in Duitsland, Engeland en Frankrijk. Al in de Middeleeuwen kende Engeland St Foolsday, de Duitsers het April-schicken en de Fransen hun poisson d’avril.

 

Het vieren van 1 april was in vroeger eeuwen een volksgebruik waar jong en oud, hoog en laag aan deelnam. Het gebruik was minder eenvoudig en onschuldig dan nu. Bij een 1 aprilgrap werden mensen om een boodschap gestuurd waarmee ze zich belachelijk maakten, of naar plaatsen gestuurd waar ze een pak slaag riskeerden. Onnozele mensen werden om een belachelijke boodschap gestuurd, zoals een dijkschaaf, muggenvet, kiezelsteenolie, gedroogde sneeuw en andere dingen die niet bestaan. Het slachtoffer werd de aprilgek genoemd.

De negentiende-eeuwse onderwijzer Jan ter Gouw, schrijver van Volksvermaken (1870), schreef dat de mensen elkaar op 1 april bespottelijke geschenken zonden of elkaar uitnodigden op feestmalen die nooit gegeven werden. Op 1 april werden er berichten verzonnen en geruchten verspreid. Op 1 april staken de mensen de draak met zichzelf door in dwaze uitdossingen de straat op te gaan. Literair begaafde geesten schreven sprookjes en lazen die ’s avonds aan hun vrienden en familie voor.

Dumme Narr

Een Nederlandse krant, Nieuws van den Dag, schreef in 1897 met enige verwondering over het April-schicken in Duitsland. ‘Daar vliegt een ooievaar!, roept de een den ander toe, en als deze dan in de aangewezen richting kijkt, roep men dol van pret: April, April, ick kan die dumme Narr schick’n wo’k wil.’ In de Duitse 1 aprilgrappen werd het slachtoffer ergens heen gestuurd (‘geschickt’), vandaar de naam April-schicken, waarvan de vroegste vermelding uit 1618 dateert. Dergelijke gebruiken kwamen ook in Nederland en in Vlaanderen voor, waar een speciale uitdrukking ontstond voor het geven van een onmogelijke opdracht: ‘iemand om aprilzaad zenden’.

De vroegste overlevering van het Engelse Fool’s Day (‘gekkendag’) stamt uit 1686. Het gebruik om mensen voor de gek te houden, was toen ook al in Polen bekend. Op 1 april werden er in Polen en elders in Midden-Europa geen serieuze zaken gedaan. Toen de Habsburgse keizer Leopold I in 1683 een alliantie tegen de Turken smeedde, en het bijbehorende verdrag op 1 april liet tekenen, werd het naderhand geantedateerd op 31 maart. Want met een verdrag op 1 april moest het wel verkeerd aflopen. Dat gold volgens het volksgeloof ook voor huwelijken gesloten op 1 april. Die zouden een dwaasheid zijn en eindigen in verdriet en ongeluk.

ongeluksdag

Over het ontstaan van 1 april doen allerlei verhalen de ronde. Die dag zou de sterfdag zijn van Judas Iskariot, de verrader van Jezus. Judas zou op 1 april ter helle zijn gevaren, een ongeluksdag, een dag waarop men bijzonder op zijn hoede moest zijn. Er is ook een verband gelegd met het wisselvallige weer in april, waarin het nog kan winteren en al kan zomeren. De grilligheid van het weer zou haar weerslag hebben gevonden in de absurde grappen die op 1 april worden gemaakt.

En dan is er een iets gecompliceerder verhaal over een nieuwe tijdrekening, waaruit 1 april zou zijn ontsproten. In de middeleeuwen werd Nieuwjaar gevierd op het feest van de aankondiging van de geboorte van Jezus, op 25 maart, negen maanden voor Kerst. In sommige delen van Frankrijk duurde dit nieuwjaarsfeest een week, tot 1 april. Maar in 1564 werd vastgelegd dat Nieuwjaar voortaan op 1 januari gevierd zou worden. In sommige streken van Frankrijk hield men uit onwil of onwetendheid vast aan het oude nieuwjaarsfeest, wat elders in het land werd opgevat als een blijk van onnozelheid. Er werd de spot mee gedreven, en zo zou 1 april een dag van dwaasheid en gekte geworden zijn.

De Fransen hebben er een uitdrukking aan ontleend: ‘faire un poisson d’avril à quelqu’un’ (‘een aprilgrap met iemand uithalen)’, een 1 aprilgrap heet poisson d’avril, naar een legende waarin een vis (‘poisson’) een hoofdrol speelt. Anderen menen dat ‘poisson’ een verbastering is van ‘passion’, een verwijzing naar de lijdenstijd. De uitdrukking zou herinneren aan het heen en weer sturen van Jezus door de hogepriester Kajafas, koning Herodes en stadhouder Pilatus.

onbewijsbaar

Al die verklaringen hebben met elkaar gemeen dat ze even hardnekkig als onbewijsbaar zijn. En onwaarschijnlijk, want grappen en grollen rond 1 april dateren al van voor de komst van het christendom. De Kelten vierden feest om na een lange winter de komst van het voorjaar te vieren, en bij dat feest hoorden kwinkslagen, grappen en spotternijen. ‘Door elkander beet te nemen of voor den gek te houden werd de vroolijkheid ten top gedreven.’ Het wegzenden van de aprilgek zou een symbool zijn van het wegzenden van de winter. Zelfs gaat het verhaal dat de wortels van 1 april teruggaan tot in India.

De herkomst van 1 april inspireerde De Telegraaf in 1987 tot een fake-interview met de historicus prof. dr. L.J. Witz, die al decennialang onderzoek deed naar de wortels van de 1 aprilgrap. Witz constateerde ook dat de aprilgrap in de twintigste eeuw furore maakte op krantenredacties, een waarneming waarover geen twijfel kan bestaan. Ook kranten die niet als lichtvoetig bekendstaan, halen grapjes uit op 1 april. Zo berichtte het Reformatorisch Dagblad vorig jaar, dat prinses Beatrix de RD-lezers persoonlijk wilde bedanken voor de vele kaarten en reacties die ze bij haar abdicatie van hen ontving. ¦

minder geslaagde grappen

Aprilgrappen keren zich soms tegen de maker.

De Joegoslavische krant Novosti berichtte in 1933 dat Adolf Hitler bij het verlaten van zijn woning met drie revolverschoten was gedood. De kranten werden de verkopers uit de handen gerukt en de Duitse gezant ontving tal van condoleances. De gezant liet een fel protest horen en eiste bestraffing van de schuldigen. De regering beloofde maatregelen te nemen.

Een Britse historicus uit Cambridge verzon een boek dat door een kamermeisje van Hitler, Pauline Kohler, geschreven zou zijn en pikante details over Hitlers huiselijk leven onthulde. Nog lang na de oorlog bleek lang niet iedereen te begrijpen dat Pauline Kohler nooit had bestaan en dat haar boek een verzinsel was.

 

 

 

 

Het CDA-Kamerlid Frans Josef van der Heiden stelde in 1993 voor om het rood-wit blauw van de Nederlandse vlag te vervangen door het oranje-blanje-bleu van de Geuzenvlag, omdat er in de vlaggen van andere Europese landen al zo veel rood-wit en blauw te vinden was. Van der Heiden vergat dat oranje-blanje-bleu ook de kleuren van de NSB waren en gaf toe dat z’n grap zo leuk niet was.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Bij christelijke organisaties lopen geloof en werk soms op een ongezonde manier door elkaar.

Werken bij christelijke organisatie valt soms tegen: zalvende woorden maar onrecht blijft bestaan

Het Nederlands Dagblad besteedde aandacht aan manipulatie, machtsmisbruik in de evangelische wereld. Maar het probleem speelt ook bij andere christelijke organisaties, schrijft Ineke Evink van vakorganisatie CGMV.

Mark Rutte, Geert Wilders en Sigrid Kaag. We hebben deze drie soorten politici nodig. Sterker, we zijn zélf van dit soort types en gedragen ons er naar.

We zijn saai, moralist en boos. En zo zijn ook onze politici. Daarom kunnen ze lastig samenwerken

Wij Nederlanders lijken op Rutte, Kaag en Wilders. Frank van den Heuvel laat zien hoe het karakter van iedere Nederlander bij een van deze drie politici past.

Stel dat ‘doe dit, tot Mijn gedachtenis’ al begint op het land? Dat is dus niet: onderwerp de grond aan een regime van uitputting, tot Mijn gedachtenis.

Avondmaal en eucharistie beginnen in de grond, waar het krioelt van torren en wormen

Jezus zegt niet: spuit gif op de vrucht en het blad en dood in het voorbijgaan alles er omheen, tot Mijn gedachtenis. Theoloog en boer in opleiding Elsa Eikema stelt prikkelende vragen bij ons avondmaal.

Afbeelding

Hoe het lijntje tussen de Nederlandse Gereformeerde Kerken en Israël hersteld kan worden

De Nederlandse Gereformeerde Kerken knipten het 'officiële lijntje' met Israël door, maar zoeken tegelijkertijd naar een manier om toch verbondenheid te tonen. Lieddichter Ria Borkent doet een voorstel.

Behandeling in de gesloten jeugdzorg heeft geen enkele kans van slagen zolang het aan echte nabijheid van hulpverleners ontbreekt.

Staatssecretaris Van Ooijen en Kamerleden, zet jullie boosheid over gesloten jeugdzorg om in actie

Hoe kan het dat staatssecretaris Van Ooijen (VWS) zegt dat de gesloten jeugdzorg misschien maar wat langer open moet blijven? Maak liever meer vaart om goede alternatieven te vinden, betoogt Margot Ende-van den Broek.

De Duitse bondskanselier Scholz staat onder druk: welke wapens gaat hij Oekraïne leveren?

Bondskanselier Scholtz kan een andere keus maken en zo een moreel belangrijke daad verrichten

Komende paasdagen vinden in Duitse steden vredesdemonstraties plaats. De leuze is: ‘Nooit weer oorlog is nú’. Want nú wordt besloten welke wapens Duitsland aan Oekraïne levert. Hans Ester legt uit hoe gevoelig dat ligt.