Het almaar doorgaande succes van de zaadjes van de quinoaplant
De zaadjes van de quinoaplant zijn volksvoedsel in Zuid-Amerika. Rond 2006 begon ook de consumptie van de zaadjes in rijke landen toe te nemen. Het ging zo snel dat in landen als Peru en Bolivia de prijs van quinoa verdrievoudigde. Voor de lokale bevolking werd het spul bijna onbetaalbaar. De Britse krant The Guardian sprak er schande van: de hebzucht van het Westen zou weleens kunnen leiden tot ondervoeding in het Zuiden. Niet veel later riep TheGuardian haar lezers dan ook op om te stoppen met eten van quinoa.
Gelukkig deden die lezers dat niet. Want vervolgens gebeurde met quinoa, wat met alle schaarse producten gebeurt: het werd interessant om erin te investeren. Voor hun dagelijkse maaltijd gingen de armen in Bolivia en Peru over op rijst en aardappelen. Ondertussen kwamen de boeren massaal overeind en verbouwden zo veel quinoa als ze konden. En met het stijgen van de prijzen van quinoa op de wereldmarkt, stegen ook hun inkomens. En meer dan dat. Terwijl de inkomens van de boeren tussen 2004 en 2013 stegen met bijna 45 procent, gingen ook de inkomens van de niet-boeren met 30 procent omhoog.
Dit alles blijkt uit een studie van de Amerikaanse onderzoeker Marc Bellemare. Dat de inkomens van de quinoa-verbouwers stegen, ligt voor de hand. Maar dat ook die van de quinoa-eters stegen, is opmerkelijk. Bellemare verklaart het zo: omdat de boeren rijker werden, begonnen ze meer uit te geven aan producten en diensten die ze zich eerder niet konden veroorloven. En daarmee stegen ook de inkomens van hun buren.
De prijzen van quinoa zijn sinds 2015 weer aan het dalen. Want ook dat gebeurt met producten die eerst schaars zijn: zodra ze massaal worden geproduceerd en de schaarste omslaat in overvloed, worden ze stukken goedkoper. TheGuardian kan gerust zijn: de armsten in Bolivia en Peru kunnen hun quinoa weer betalen. Helaas zijn ook hun inkomens weer gedaald. Gelukkig weet CNN te melden dat Peru alweer negen nieuwe smaken in de aanbieding heeft. <