Aanslag op rechtsstaat
‘Deze gerichte actie raakt ons allemaal’, zei Kamervoorzitter Khadija Arib. ‘Een klap in het gezicht van de vrije pers en de Nederlandse democratie’, zei premier Mark Rutte. ‘Een aanslag op de vrijheid van meningsuiting’, zei burgemeester Van Aartsen.
Dat leken op het eerste gezicht misschien grote woorden voor een ramkraak met brandstichting. Gezien het tijdstip waarop de aanslag plaatsvond, rond vier uur in de nacht, was het niet de bedoeling dat er doden of gewonden zouden vallen bij Telegraaf Media Groep (TMG). De materiële schade betrof een glazen façade; niet de drukpersen of het redactionele systeem. De dader zal wel beseft hebben dat hierdoor geen krant minder zou verschijnen. Toch was het terecht en goed dat woordvoerders van de regering, het parlement en stadsbestuur de grote ernst en brede strekking van deze aanslag benadrukten. En dat veel mediacollega’s reageerden: kom je aan De Telegraaf, dan kom je aan ons; kom je aan ons, dan kom je aan de democratie.
De Telegraaf is een krant die boude meningen en politiek activisme niet schuwt. Sommige reacties op sociale media refereerden daaraan: alsof je eerst driemaal moest spuwen op de meningen van de krant, alvorens iets meelevends te zeggen over de vrijheid om die meningen te uiten. Zulke voorbehouden zijn misplaatst; het past ook niet om maar de flauwste indruk te wekken dat een redactie ‘het ernaar kan maken’ dat zij wordt bedreigd. Daar komt bij dat het twijfelachtig is of deze aanslag ideologisch gemotiveerd was. De methode wijst eerder in de richting van criminelen, die vinden dat de krant te veel over hen onthult. Hoofdredacteur Paul Jansen zinspeelde zelf op ‘Siciliaanse toestanden’: geen terreur dus maar maffiapraktijken.
Journalisten laten zich niet zo snel intimideren. Maar TMG is méér dan een redactie. Er werken honderden mensen aan de Amsterdamse Basisweg, met een veelvoud aan geliefden om hen heen. De aanslag op het gebouw waarin zij dagelijks hun werk doen, is toch alsof je een paardenkop in je bed vindt. Een lugubere, intimiderende waarschuwing dat je je maar beter met andere zaken kunt gaan bezighouden. En dit is niet de enige manier waarop de onderwereld de rechtsstaat uitdaagt en provoceert. Ook burgemeesters krijgen soms heel nare signalen te verwerken. Een voormalige officier van justitie die wethouder werd in Breda, kon haar beveiligde woning niet verlaten omdat ze nog steeds bedreigd werd. Misdaadverslaggevers van De Telegraaf en Het Parool leven als onderduikers omdat er een prijs op hun hoofd staat. Hier is inderdaad niets minder dan de democratische rechtsstaat in geding, en de vrijheid om kwaad aan het licht te brengen.
de mening van het Nederlands Dagblad