Luister naar

Schelvispekel – hartverwarmende bitter

Nieuws
Elke streek in Nederland heeft zijn eigen drank. Culinair journalist Marco Bosmans gaat proeven. Volgens Leo Fontijne is schelvispekel vloeibaar erfgoed: ‘Het is geen zuivere kruidenbitter, maar het is wel de oudste nog gestookte vissersdrank van ons land.’
Marco Bosmans
vrijdag 10 augustus 2018 om 03:00
Leo Fontijne
Leo Fontijne Volgens Leo Fontijne is schelvispekel vloeibaar erfgoed: ‘Het is geen zuivere kruidenbitter, maar het is wel de oudste nog gestookte vissersdrank van ons land.’Marco Bosmans en nd

Schelvis en pekel. Het zijn smaakmakers van het rauwe soort, maar samen in een glas? Als een soort levertraan misschien? Jak. Nee hoor, de likeur Schelvispekel heeft met kabeljauw noch zout van doen. Het is meer een afschrikwekkend pseudoniem voor een stiekeme hartversterker. Eentje van lang geleden, maar die tot op de dag van vandaag gestookt en gedronken wordt. Sssst.

In Vlaardingen moeten we zijn voor een proeve van de vissersborrel. Het is niet uitgesloten dat dit zuivere stooksel de bron vormt van menig visserslatijn. Twee glaasjes achterover en de slechte vangst is vergeten. Maar voordat we aan de proeftafel schuiven bij Leo Fontijne, eerst een schets van de bittere werkelijkheid. We hadden deze zomerspecial wekelijks kunnen vullen met een Hollandse kruidenbitter; van het Juttertje tot de Beerenburg. Immers, iedere stad heeft zijn eigen neut, denkt men tenminste. Tussen u en mij: zo veel verschillende bitters zijn er niet. Sterker nog, de kans is groot dat veel van die ‘typische drankjes van eigen stad’ uit dezelfde ketel komen. Over het algemeen kunnen we rustig stellen dat de basis van alle kruidenbitters jenever of brandewijn is, waarin een mengsel van kruiden heeft getrokken. Er zit minimaal 15% alcohol in, maar gemiddeld is het 30%.

bekentenis

Hoog tijd om het verschil te maken (lees: proeven) in Vlaardingen. Distillateur Fontijne spreekt namelijk met recht van vloeibaar erfgoed. Hij redde in zijn eentje het prachtige familiebedrijf H. van Toor. Met bloed, zweet en tranen, maar vooral heel veel liefde. ‘Laat ik met een bekentenis beginnen: mijn Schelvispekel is geen zuivere kruidenbitter, maar het is wel de oudste nog gestookte vissersdrank van ons land. Hij werd speciaal gemaakt voor de Vlaardingse haringvissers, die het dronken om warm te blijven. Dat is biologisch natuurlijk een fabel, want je dénkt dat je het warmer krijgt van alcohol, maar dat is schijn.

Over de naam gaat trouwens een mooi verhaal. In de VOC-tijd, toen Vlaardingen een echte haringstad was, werden de specerijen uit Nederlands-Indië hier vaak geruild tegen haring. Maar ja, dan kwamen er weleens vrouwen aan boord en die zagen dan een kom met brandewijn bij de specerijen staan. Wilden ze weten wat het was. Dan zeiden de vissers, om geen gezeur te krijgen: dat is pekel. En omdat er in de wintermaanden niet op haring, maar op schelvis werd gevaren, ontstond de naam Schelvispekel. Van Toor is dat gaan maken rond 1900 en die receptuur is altijd gebleven.’

bescheiden stokers

Van de haringstad Vlaardingen is niet veel meer over en hetzelfde geldt helaas voor de honderden branderijen die er in de 19e eeuw in deze regio waren. Een museum houdt de herinneringen aan de rijke industrie van weleer levend. De Van Toors hebben in Leo Fontijne hun eigen museumgids gevonden. Hij gaat prat op de (onvoltooid) verleden tijd van de bv.

‘De familie was lange tijd erg ondernemend, maar niet heel commercieel. Ze hadden bijvoorbeeld ook slijterijen, een wijnhandel en ze verkochten scheepsbenodigdheden. Het produceren van eigen dranken was van oudsher eigenlijk een liefhebberij. Eerst boerenjongens en advocaat, en later kwamen daar ook limonades bij en de Schelvispekel. Het kwam niet in ze op om de likeur buiten de stad te promoten. Zo heeft het tot 1960 geduurd voordat de pekel landelijk bekender werd. Nee, het waren geen marketeers, maar heel bescheiden stokers.

Toen Jacques van Toor in 2000 besloot de deur achter zich dicht te trekken, omdat er geen opvolging was in de familie, dreigde het einde. Ik hoorde ervan en ben direct op hem afgestapt. Man, hij verklaarde me voor gek, haha. Ik werkte namelijk op het laboratorium bij Unilever, wat je zou kunnen beschouwen als de grote vijand. En ik verdiende ook nog eens een prima boterham. Maar ik was ook toe aan een uitdaging en wat meer vrijheid. Kijk, als je van je hobby je werk maakt, hoef je nooit meer te werken. Dus met deze unieke, kleine, zelfstandige distilleerderij ben ik gelukkig.

Weet je dat ik eigenlijk hartstikke blij ben dat de familie nooit zo zakelijk is geweest? Je kunt namelijk goedkoper en efficiënter produceren, maar dat weigerden ze, trots op de kwaliteit en trouw aan het recept, want dat was voor hen het belangrijkste. Ik denk dat Van Toor ook daarom het predicaat Hofleverancier verdiend heeft. Ik ben maar een eenmansbedrijf, maar toch heeft het de koning behaagd. Ja, daar ben ik wel trots op, ja. Ook voor de familie natuurlijk.’ Fluistert: ‘Het verhaal gaat dat prins Claus een liefhebber was en dat ook Willem-Alexander een fles op het paleis heeft.’ ¦

recept

Schelvispekel, volgens Leo Fontijne

De brandewijn wordt gestookt van verzuurde wijn.

De specerijen, die een beetje doen denken aan speculaaskruiden, worden twee maanden geëxtraheerd met alcohol van 50 procent.

Dit extract wordt met de brandewijn vermengd en gezoet met suiker.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Martijn Korving en Janine Baker geven met De Vuurplaats op Landgoed Vollenhoven het heerlijke buitenleven een nieuwe dimensie.

Op een open vuur maakt Martijn soms maaltijden voor 300 gasten: 'Je kookt meer op gevoel en instinct'

Het begon met een pop-up-restaurantje in een oude legertent. Nu bedienen Martijn en Janine soms wel honderden gasten op het sfeervolle landgoed Vollenhoven. En al het eten wordt op open vuur bereid.

Jongeren dragen steeds vaker shirts met een christelijke tekst. 'Juist in een verdeelde tijd als deze is het goed om over Jezus te vertellen.'

Steeds meer jongeren maken een statement met christelijke kleding: 'Ik wil laten zien waarvoor ik sta'

In een samenleving die seculariseert, zijn het vooral jongeren en jongvolwassenen die hun geloof in God uiten met het dragen van christelijke teksten op hun kleding. De makers van deze shirts en sweaters hebben een doel: het goede nieuws verspreiden.

Naar schatting zijn er zo’n 5 miljoen e-bikes in Nederland. De grootste groep gebruikers zijn senioren.

Je ziet ze steeds vaker: e-bikes, maar zijn ze een duurzame zegen of juiste een vloek?

De e-bike is al een aantal jaren bezig aan een opmars in het Nederlandse straatbeeld. Maar is een elektrische fiets juist beter voor het milieu of niet?

Het gezin Loendersloot aan tafel. 'Ik denk vaak: is het niet gek dat God ons in de natuur allerlei soorten voedsel geeft, en dat wij dan kiezen voor voedsel dat door een fabriek is gemaakt?’

Huisvrouw Marilène vindt het belangrijk wat de Bijbel over eten zegt. 'Wij eten veel vlees en eieren'

Bestaat er iets als een ‘Bijbels dieet’? Nee, zegt Marilène Loendersloot (26). ‘Ik geloof dat je als christen alles mag eten, als je God er maar voor dankt’. Toch gaf God niet voor niets spijswetten, denkt ze.

'Het is belangrijk dat je je boodschappen op de juiste manier bewaart, zodat de producten zo lang mogelijk goed blijven.'

Gooi jij ook liever geen voedsel weg? Zo bewaar jij je eten het langst

Dat je met een duurzamer eetpatroon minder druk zet op de aarde, weten we inmiddels allemaal. Maar hoe kun je er voor zorgen dat je zo min mogelijk eten weggooit? 'Bewaar het op de juiste manier'

Ineke: ‘Ik kom bijna niet in de supermarkt. Ik koop zoveel mogelijk biologisch en haal dat bij de groenteman, op de markt of bij een biologische boer.'

Ineke heeft al veertien jaar geen grijze kliko meer voor het restafval: 'We hadden hem niet nodig'

Ineke de Jong-van der Veen (76) uit Nijkerk. Ze heeft deed de grijze kliko de deur uit. ‘Als ik jarig ben, vraag ik altijd om iets eetbaars wat gezond is en waar geen plastic verpakking omheen zit.’