Iemand in de kerk staat op en stelt een vraag
Vanochtend tijdens de mis maakte ik iets mee wat ik nog nooit eerder had beleefd, en ik ben er nog stil van. Onze pastoor hield een stevige preek. Hij legde uit hoe een gebrekkige kerkleer gewone gelovigen machteloos heeft gemaakt. En dat de huidige misbruikcrisis dus een crisis is van het systeem. Hij sloot af met een oproep: er is een radicale, structurele hervorming nodig en daarvoor moeten de leken in de kerk het voortouw nemen. Daarna ging hij zitten.
Toen ging een man in de vijfde rij staan. ‘Hoe dan?’, vroeg hij hardop door de kerk. ‘Vertel ons: hoe?’ Zijn stem beefde. Zijn overhemd was nat van het zweet.
interactief
Er vielen monden open van verbazing. Ik kreeg tranen in mijn ogen. Ik heb vaker interactieve vieringen meegemaakt, maar dat was dit niet. Dit was een gewone viering in een modale parochie. In zo’n context was de actie van die vader een daad van revolutie.
De pastoor stond weer op. Hij keek de vader aan en reageerde, langzaam sprekend, met af en toe een pauze en nadenkend. Ik weet niet meer wat hij zei, zo verbijsterd was ik. Maar hij zei in elk geval níét: ‘Gaat u alstublieft weer zitten’, of: ‘Kom na de mis maar even naar mij toe.’
Hij had het plechtige karakter van de liturgie kunnen aanvoeren, als excuus om de man terecht te wijzen en onder dit ontzettend ongemakkelijke moment uit te komen.
Maar nee: hij liet de hulpkreet van die vader ons verstoren. Hij liet toe dat hij ter verantwoording werd geroepen, voor iets wat hijzelf niet gedaan had. ‘Ik heb een zoon’, zei die vader. ‘Hij doet binnenkort zijn eerste communie. Wat moet ik tegen hem zeggen?’
In zijn zoekende, tastende antwoord maakte de pastoor ruimte voor het pijnlijke besef dat elke reactie op die vraag tekort zou schieten.
luisteren
Het was geen kort, vluchtig incident. Het duurde zeker tien minuten en ze praatten met z’n tweeën ook na de viering nog lang door.
Aan het eind van de mis zei de pastoor dat hij de bisschop in de parochie wilde uitnodigen om te komen luisteren. ‘En als hij niet komt, ga ik naar hem toe.’
Er was een heilige rauwheid in de klacht van die vader en het gevolg was een verschuiving in de machtsverhouding. Dat raakte mijn ervaring van de liturgie op een manier die ik nog steeds niet onder woorden kan brengen.
Mensen willen geen afgewogen persverklaringen. Ze willen er woorden aan geven dat ze zich verraden voelen, hardop, in het openbaar, in de gewijde ruimte, voor het altaar, voor God en voor elkaar. Ze willen dat er naar hen geluisterd wordt en niet vanuit de hoogte. Ze willen geen makkelijke antwoorden. Ze willen berouw. <