Commentaar: geen overheidsexcuses voor falen van de beschaving na de Bezetting
Veel meisjes en vrouwen die tijdens de bezetting (1940-’45) verkering hadden met een Duitse soldaat, zijn in de dagen na de bevrijding publiek vernederd, kaalgeschoren en soms zelfs verkracht.
Voor deze vrouwen en hun nabestaanden vraagt de Stichting Werkgroep Herkenning, in een brief aan premier Rutte, om excuses. De Nederlandse overheid zou daarbij een voorbeeld kunnen nemen aan Noorwegen. Bij de herdenking van het 70-jarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens beleed de Noorse minister-president Solberg dat haar land de mensenrechten heeft geschonden van vrouwen die in de oorlog relaties aanlegden met Duitse militairen.
Het probleem met dit verzoek aan Rutte is, dat de vergelijking met Noorwegen niet opgaat. In dat land werden in 1945 duizenden ‘moffenmeiden’ zonder gerechtelijk bevel in kampen opgesloten, zogenaamd om verspreiding van geslachtsziekten te voorkomen. Dát is de schande waarvoor Solberg officieel schuld beleed: ‘Duizenden vrouwen zijn vanwege hun relatie met Duitsers gearresteerd; velen van hen zijn zonder wettelijke basis maandenlang geïnterneerd.’
Wie met een Duitser was getrouwd, verloor zelfs de Noorse nationaliteit en burgerrechten en moest het land verlaten. Met terugwerkende kracht (en daarom in strijd met de Grondwet) werd daartoe de burgerschapswet aangepast. Dat zijn overheidsdaden waarvoor een huidige regering, in successie, verantwoordelijkheid draagt en dus excuses kan aanbieden.
De Nederlandse overheid moest in de chaotische meidagen van ‘45 orde scheppen door de hand van de Binnenlandse Strijdkrachten. Die hebben op sommige plaatsen misdadige wraakacties tegen ‘moffenmeiden’ toegelaten en mogelijk gemaakt, of traden er niet direct tegen op. Dat is een van de vele schandelijke en beschamende herinneringen aan de bezetting én wat daarop volgde. En veel landgenoten voelden zich tóén al schuldig over de wijze waarop het bijltjesdag-sentiment juist op weerloze vrouwen en meisjes werd gebotvierd. Maar het was geen door de overheid gelegitimeerd volksgericht. En de zojuist uit ballingschap teruggekeerde regering heeft geen besluiten genomen om de mensenrechten van deze vrouwen te schenden of terzijde te stellen, zoals in Noorwegen. Een overheid kan geen schuld dragen of belijden voor elk verlies van moraal en beschaving in de samenleving. De bezetting heeft een generatie Nederlanders getraumatiseerd. Een deel (misschien wel vooral degenen die ‘vanaf mei 1945 in het verzet zaten’?) uitte dat per ommegaande, in primitieve wraakzucht. Anderen bleven hun leven lang lijden; sommigen ook onder hun eigen keuzes.
de mening van het Nederlands Dagblad