Harbers ‘kan goed uit de voeten’ met asielakkoord
Den Haag
Veel fracties in de Tweede Kamer zijn blij met de versoepeling van het kinderpardon, bleek woensdag tijdens het Kamerdebat hierover. Bram van Ojik (GroenLinks) verwijst onder andere naar de tot dan voortdurende kerkdienst in de Haagse Bethelkapel. ‘In onze samenleving loont het je te verzetten tegen onrecht. Ik ben blij met zo’n democratie.’
Toch klinkt er ook brede kritiek, vooral over hoe de ‘discretionaire bevoegdheid’ geregeld wordt. Die ligt nu bij Harbers – in schrijnende gevallen kan hij besluiten dat een afgewezen asielzoeker toch mag blijven.
In de plannen van de coalitie gaat die bevoegdheid naar de directeur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Die kijkt niet helemaal aan het eind, zoals nu, maar tijdens de eerste fase van een asielprocedure of er sprake is van een ‘schrijnende situatie’. Op die manier wil de coalitie voorkomen dat asielzoekers alsnog een vergunning krijgen door bijvoorbeeld de publiciteit te zoeken, zoals nu regelmatig gebeurde.
Diverse fracties zien weinig in het voorstel, omdat Harbers immers politiek verantwoordelijk blijft voor de IND – dus ook voor de ‘discretionaire’ beslissing van de directeur. De vraag is of Kamerleden of hulporganisaties Harbers in de toekomst nog kunnen vragen zich over een individuele zaak te uiten. ‘Technisch gezien kan dat’, geeft de bewindsman uiteindelijk toe.
miezerige koehandel
Er klonk ook kritiek op de vermindering van het aantal geselecteerde kwetsbare vluchtelingen dat Nederland gaat opvangen. Nu zijn dat er 750 per jaar, straks worden dat er 500, het aantal van vóór de kabinetsformatie. Volgens Van Ojik is er ‘miezerige koehandel’ gepleegd. ‘Wie is er vanmorgen echt trots op dat hij dit heeft uitonderhandeld?’ Zelfs de SGP, die op asielgebied doorgaans een rechtse koers vaart, vindt dat ‘de barmhartigheid in het geding komt’. Volgens Harbers moest ‘het evenwicht in het regeerakkoord’ hersteld worden, lees: het was een sterke wens van de VVD.
In de afspraken staat dat de IND zo’n 700 aanvragen voor het kinderpardon opnieuw gaat bestuderen. In de tussentijd worden de betreffende gezinnen niet uitgezet.
Harbers wil geen schatting geven van hoeveel kinderen waarschijnlijk alsnog een vergunning krijgen, al herkent hij het getal dat rondgaat (90 procent) wel als ‘een heel ruwe inschatting van de diensten’. <