VS ontzien Curaçao bij sancties tegen Maduro
Willemstad
De gedeeltelijke en tijdelijke vrijwaring is het resultaat van een intensieve lobby door de Curaçaose en Nederlandse regering en komt op een voor Curaçao cruciaal moment. PdVSA huurt de raffinaderij op Curaçao tot eind dit jaar. Amerikaanse bedrijven moeten het Venezolaanse bedrijf wegens de sancties mijden, maar in het gebruik van de raffinaderij voor de eigen energievoorziening mag Curaçao voorlopig zaken blijven doen met het Amerikaanse bedrijfsleven.
Volgens de regering van premier Eugene Rhuggenaath is het besluit ‘een belangrijke stap in het operationeel kunnen houden van de raffinaderij en ook voor het aantrekken van nieuwe partners’. De raffinaderij, de zogeheten Isla, zorgde ooit voor 40 procent van het nationaal inkomen op het Caribisch eiland. Inmiddels is dit hooguit nog zo’n vier procent.
Eerder deze week prees Rhuggenaath tijdens het bezoek van minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken de Nederlandse hulp bij de lobby in Washington. Curaçao zelf ontving vorige week zeven leden van het Amerikaanse Congres. De gesprekken gaan binnenkort in Washington door. Blok beschouwt, net als Rhuggenaath, de Isla ‘van groot belang voor de samenleving op Curaçao’.
radicale vakbonden
Dat laatste slaat niet per se op de minieme productie van de Isla zelf. De regering-Rhuggenaath heeft vooral te maken met het politieke en maatschappelijke verzet van kleine, maar radicale vakbonden, die de raffinaderij per se open willen houden en daarbij geregeld zinspelen op het eventueel losmaken van protest binnen de bevolking. Daarmee staat de regering, die al jaren kampt met economische neergang, onder extra druk.
Op 30 mei is het vijftig jaar geleden dat op Curaçao een demonstratie van vakbondsleden en oproerkraaiers bij de Isla uitliep op een gewelddadige demonstratie, waarbij een deel van de binnenstad in vlammen opging en Nederland honderden mariniers inzette om de rust te herstellen. Curaçao én Nederland willen een herhaling hiervan voorkomen.
De gouverneur van het Caribisch eiland, sinds oktober 2010 een autonoom land binnen het koninkrijk, waarschuwde eind april nog eens voor ‘populisme en gevoelens van onverdraagzaamheid’ en onderstreepte dat ‘geweld nooit de oplossing is’.
De regering-Rhuggenaath heeft in deze strijd dus een tussentijdse slag gewonnen. De vraag is wel of Curaçao de Isla überhaupt nog wel in gebruik moet willen nemen. De raffinaderij kampt met achterstallig onderhoud van waarschijnlijk honderden miljoenen euro’s en is door zijn ligging op het eiland zeer schadelijk voor de volksgezondheid.
Een andere vraag is welke tegenprestatie de Verenigde Staten van Curaçao verwachten. De VS willen Curaçao kunnen gebruiken als een doorvoerplaats van humanitaire hulp aan Venezuela. <