Met het ernstige koloniale onrecht dat Multatuli al in 1860 aankaartte gebeurde niets. Ruttes inzet is riskant
De herdenking van de afschaffing van de slavernij wordt dit jaar ernstiger dan ooit. De excuses voor de slavernij die minister-president Rutte afgelopen maand namens de staat maakte wijzen daar op. Hij noemde slavernij een misdaad tegen de menselijkheid. Ernstiger kan het oordeel niet zijn. Het ging hem daarbij niet om personen, want of bijvoorbeeld slavenhouders misdaden hebben gepleegd, valt in zijn algemeenheid niet te zeggen. Dat zou per geval onderzocht moeten worden – er waren goede en slechte slavenhouders.
En u en ik zijn in deze ook niet in het geding, al kan dat soms zo lijken wanneer gesteld wordt dat Nederlanders van de slavernij hebben geprofiteerd. Dat laatste is zeker het geval geweest, maar dat profijt betrof niet Nederlanders in het algemeen, zeker niet in vroegere samenlevingen, waar macht en inkomen minder gelijk verdeeld waren dan vandaag. Bovendien geldt voor een misdaad tegen de menselijkheid dat deze bewust moet zijn gepleegd en die bewustheid heeft bij Nederlanders vaak ontbroken.
mensen als handelswaar
Waarvoor bood Rutte dan wel excuus aan? Voor het door de staat onderhouden systeem van slavernij, het handelen in mensen en het behandelen van mense..