Raad van State wil betere voorbereiding op crisis
Den Haag
Op dit moment ontbreekt het de overheid aan ‘adequate wetgeving’ om goed in te grijpen in tijden van crisis. Zo moest voor vrijwel alle coronamaatregelen een tijdelijke Covid-wet worden opgetuigd.
‘Het bestaande objectieve staatsnoodrecht is gedurende de huidige pandemie niet gebruikt', schrijft de raad, behalve voor de avondklok. Maar die juridische route werd in twijfel getrokken en ook de Raad van State had daar vraagtekens bij. Daarom raadt de RvS aan ‘om het bestaande noodwetgevingskader nader te bezien en aan te passen'. Volgens vicepresident Thom de Graaf van de raad zijn de coronaregels veel te lang vastgelegd met lokale noodverordeningen. Pas na maanden kwam er een Covid-wet. Dit soort ingrepen vraagt ‘om een concrete wettelijke grondslag', zegt hij.
Zowel de coronacrisis als de toeslagenaffaire raakt aan de vertrouwensrelatie tussen burger en overheid, aldus de raad. Volgens De Graaf verdient deze vertrouwensband een ‘onderhoudsbeurt'. De overheid moet voorspelbaar zijn en stevig en effectief optreden.
Over de toeslagenaffaire zegt de raad dat de overheid ervan uit moet gaan dat de burger in principe ‘het vertrouwen waard is, zonder daarin naïef te zijn. In voorkomende gevallen vergt dat een andere grondhouding.’ Andersom moet de politiek ervoor zorgen dat Nederlanders weer meer vertrouwen op de overheid. Dit is een belangrijke taak voor de toekomst.
Daarnaast laat de informatievoorziening vanuit de regering nogal eens ‘ernstig te wensen over', aldus de raad. Een transparante overheid is van groot belang en dat ‘verlangt in de eerste plaats dat de informatievoorziening door bewindslieden aan het parlement op orde is'. In het verleden is gebleken dat deze voorziening gebrekkig kan zijn en soms ‘te veel is gericht op het ‘‘uit de wind houden'' van de bewindslieden', zegt de RvS. <