Zelfbeeld van Nederlanders over racisme is te positief

Rotterdam
Excelsior-speler Ahmad Mendes Moreira was tot afgelopen zondag geen speler die bij elke voetbalfan een belletje deed rinkelen. Dat is sindsdien wel het geval, al is dit niet om een reden waar hij zelf op gehoopt zal hebben.
In de uitwedstrijd tegen FC Den Bosch werd Mendes Moreira door supporters van de thuisclub uitgescholden vanwege zijn huidskleur. Scheidsrechter Laurens Gerrets staakte hierop na een halfuur spelen de wedstrijd, om na een afkoelperiode van tien minuten weer verder te spelen.
Na afloop kreeg de nog jonge leidsman veel complimenten voor zijn kordate optreden en deed Mendes Moreira geëmotioneerd zijn verhaal voor de camera’s. De beelden gingen de wereld over, en op sociale media klonken veel steunbetuigingen aan het adres van de 24-jarige voetballer. Racisme hoort niet thuis in een voetbalstadion, was de eensgezinde reactie.
Inderdaad, denkt socioloog Jacco van Sterkenburg dan. ‘Maar wat je vaak ziet, is dat er bij een incident als dit veel aandacht is. Die belangstelling verdwijnt vaak weer snel, zodat er niet zoveel verandert.’ Van Sterkenburg doet aan de Erasmus Universiteit en het Mulier Instituut onderzoek naar racisme in het voetbal.
Jacco van Sterkenburg: 'Journalisten, commentatoren en voetbalfans gebruiken vaak raciale stereotypen.'
Racisme in het voetbal is de laatste jaren vaker in het nieuws. Betekent dit dat het vaker voorkomt?
‘Dat weet ik niet. Wat we wel weten is dat discriminatie in onze maatschappij de laatste jaren afneemt, behalve wanneer het over herkomst en huidskleur gaat. Ik heb begrepen dat de KNVB sinds dit seizoen wel data bijhoudt over racistische incidenten in het amateurvoetbal, maar die cijfers zijn bij mijn weten niet openbaar. Het is wel zo dat er nu meer aandacht voor racisme is in de samenleving. Dat zou kunnen betekenen dat mensen alerter zijn, waardoor het aantal meldingen van racisme stijgt.’
terughoudend in bestrijding
Waarom is het doorbreken van racisme in het voetbal zo lastig? Want zowel de wereldvoetbalbond als de Europese voetbalbond vraagt hiervoor geregeld aandacht.
‘Dat klopt. De FIFA die video’s maakt, de UEFA die aanvoerders laat spelen met een band waar No To Racism op staat, en zo is er meer. Het zijn op zichzelf goede acties, maar het effect is beperkt omdat het maar af en toe gebeurt. Bovendien zijn deze initiatieven niet geschikt om gedragspatronen te doorbreken.’
Volgens oud-voetballer Dries Boussatta wijdt de KNVB al dertig jaar mooie woorden aan de strijd tegen racisme, maar doet de voetbalbond er verder niets tegen.
‘Mijn ervaring is dat de KNVB terughoudend is met het bestrijden van racisme. Ik vermoed dat de reden hiervan is dat ze voetbal als iets positiefs willen promoten. Racisme past niet in dat plaatje. Ze besteden wel aandacht aan discriminatie in algemene zin, maar richten zich hierbij niet specifiek op huidskleur. Ze verzamelen hierover niet zoveel kennis, is mijn indruk. Ik word bijvoorbeeld nooit gebeld. Niet dat ze mij móéten bellen, maar collega’s die hier ook mee bezig zijn, worden evenmin gebeld. De KNVB zou zich actiever op mogen stellen.’
aanpak
Peter Bijvelds, oud-directeur van FC Den Bosch, zegt in de Volkskrant dat je als club uiteindelijk geen greep hebt op racistische uitingen van supporters.
‘Dat vind ik te kort door de bocht. Natuurlijk moet je niet de illusie hebben dat je racisme volledig kunt uitbannen. Maar je kunt er wel iets aan doen. Kijk naar Feyenoord, waar geregeld sprake is van antisemitische spreekkoren. De club laat supporters daarom in gesprek gaan met de slachtoffers van antisemitisme. FC Den Bosch zou ervoor kunnen kiezen om fans te laten praten met de donkere spelers uit de selectie.’
Marjan Olfers, hoogleraar Sport en Recht, gooit het in NRC over een andere boeg: zet het strafrecht in, een stadionverbod is niet genoeg.
‘Ik ben geen jurist, dus daarover kan ik niet zo goed oordelen. Maar het zou goed kunnen dat deze combinatie werkt. Ik denk wel dat het meestal om een vrij kleine groep gaat, die je inderdaad via het strafrecht zou kunnen aanpakken. Zelf pleit ik voor meer nuance, door bijvoorbeeld goed te kijken hoe dit incident tot stand is gekomen en daarvan te leren.’
Wat moet doorslaggevend zijn bij de beoordeling van racisme? De intentie van de dader, of de ervaring van de persoon tegen wie het racisme zich richt?
‘Je kunt naar allebei kijken, maar de uitkomst moet doorslaggevend zijn. Dat is in dit geval een speler die is gekwetst. In de hoofden van de fans kun je niet kijken. Misschien waren ze eerst bij de intocht van Sinterklaas. Wat de intenties ook waren, het resultaat is racisme. Daar gaat het om. Maar het heeft in mijn ogen niet zoveel zin om voetbalfans zonder nuance racisten te noemen. Dat lost niets op.’
Oranje-international Georginio Wijnaldum noemt racisme een maatschappelijk probleem. Dat zou betekenen dat het voetbalstadion slechts een uitlaatklep is.
‘Daarin heeft hij gelijk. Wat in de maatschappij speelt, zie je terug in het stadion. Maar waarom juist daar? Want bijna geen domein in de samenleving is zo divers als de voetbalsport. Tegelijkertijd zijn voetbalfans vaak witte mannen. Het is over het algemeen een vrij conservatieve wereld, met mensen die zich vaak niet bewust zijn van hun racistische vooroordelen.’
Het probleem zit dus dieper dan racistische uitlatingen van bepaalde fans.
‘Absoluut. We weten uit onderzoek dat journalisten en voetbalcommentatoren geneigd zijn op een stereotype manier over donkere spelers te spreken. Ik heb zelf ook veel onderzoek gedaan onder voetbalfans en ook zij gebruiken vaak raciale stereotypen. Zwarte spelers worden bijvoorbeeld verbonden met kracht. Die zwarte voetballer is echt een beest, hoor je dan. Daardoor wordt de stap om zo’n speler een aap te noemen een stuk kleiner. Wanneer ik merk dat journalisten of leidinggevenden zich van stereotypes bedienen, benoem ik dat in debatten, interviews of artikelen. Het is belangrijk dat mensen deze stereotypen als een probleem gaan ervaren.’
openlijk
Racisme in het voetbalstadion komt ook vaak voor in het buitenland. Zijn deze uitingen vergelijkbaar met wat er in Nederland gebeurt?
‘In Oost-Europa en Italië is het racisme in stadions vaak veel openlijker. Je zou zeggen: dat is in Nederland gelukkig bijna niet het geval. Dat klopt, maar het gevolg hiervan is dat Nederlanders denken dat ze daarom ook toleranter zijn. Natuurlijk, die paar rotte appels moet je eruit halen, maar verder vinden we dat het met ons wel meevalt. Dat maakt het heel lastig om racisme in Nederland goed aan te pakken. Dan heb ik het dus niet alleen over expliciet racisme in voetbalstadions en het gebruik van stereotypen in samenleving en media. Net zo belangrijk is het om te kijken naar de diversiteit onder coaches en leidinggevenden. We zijn nu te positief over onszelf.’
Wat kunnen we in Nederland leren van de manier waarop racisme in het buitenland wordt aangepakt?
‘We zouden wel wat kunnen leren van Engeland. Daar is een organisatie die constant bezig is met racisme in de sport. Zo hebben ze bijvoorbeeld een app ontwikkeld waarop je anoniem racisme in het stadion kunt melden. Een goede stap, want de meeste supporters willen helemaal geen racisme. Wel moet je hierbij oppassen voor een verklikkerscultuur, daarom moet het melden van racisme altijd hand in hand gaan met het gesprek hierover.’ <
In het rapport Racisme, sociale kramp en innerlijke drijfkrachten in het betaald voetbal, dat in oktober van dit jaar verscheen, worden tien jonge voetballers die behoren tot een etnische minderheid geïnterviewd over de mate van discriminatie die zij als voetballer ervaren. Het rapport is geschreven door Jacco van Sterkenburg en Agnes Elling van het Mulier Instituut en Fiona Harmsen van Be.People, een bureau dat bedrijven adviseert over diversiteit in het personeelsbestand. De interviews in het rapport zijn geanonimiseerd.
‘Het meest bizarre wat ik heb meegemaakt, is dat mijn toenmalig zaakwaarnemer een gesprek had met de technisch directeur, dat ze mij niet wilden contracteren omdat ik niet voldeed aan de publieke eisen. Zeg maar: ik was niet de ideale speler, want ik had geen blauwe ogen en blonde haren.’
Een ander vertelt dat hij na het douchen een banaan in zijn tas vond en dat de trainer net deed alsof hij hem niet zag wanneer het donker was. Niet elke speler zegt last van racisme te hebben. ‘Je moet gewoon heel goed weten wie je bent.’ Eén speler ziet racisme zelfs als voordeel. ‘Over donkere jongens wordt gedacht dat ze snel en sterk zijn.’
2013: Fans van FC Den Bosch maken oerwoudgeluiden wanneer AZ-spits Jozy Altidore aan de bal is. De scheidsrechter vraagt de Amerikaan met Haïtiaanse roots of de wedstrijd gestaakt moet worden, maar Altidore wil doorspelen.
Na afloop van de wedstrijd verklaart hij zijn beslissing: het staken van de wedstrijd zou de fans alleen maar meer aandacht geven. ‘Ik hoop dat deze mensen een weg vinden om zichzelf te verbeteren. Ze hebben een probleem en hebben daarbij hulp nodig. Ik zal voor ze bidden.’ Naderhand krijgen negen fans een stadionverbod.
2014: Leroy Fer plaatst tijdens een trainingskamp met het Nederlands voetbalelftal een selfie op Instagram met een zevental andere donkere spelers van Oranje. De foto roept racistische reacties op: de spelers worden apen, zwarte pieten en slaven genoemd. Het Openbaar Ministerie deelt boetes uit aan drie verdachten.
2016: Amateurvoetballer Pernelly Biya, die speelt voor VVOG, krijgt aan het einde van de uitwedstrijd tegen Harkemase Boys te maken met oerwoudgeluiden, die worden gemaakt door fans van de thuisclub.
Biya wil het veld af, maar de scheidsrechter grijpt aanvankelijk niet in. Na kritiek van de trainersstaf van VVOG staakt hij de wedstrijd uiteindelijk toch voor tien minuten. Biya blijft bij de hervatting in de kleedkamer achter.



