Portret: Laetitia van der Lans is positief, ze kan niet anders

Haar naam, Laetitia, betekent vreugde, zegt ze halverwege het interview. Ze brengt het als een verklaring voor haar levenshouding, alsof die vanaf haar geboorte al onvermijdelijk was. ‘Ik sta positief in het leven. Ik kan moeilijk anders. Ik ben dankbaar.’ Ze weet heus wel dat het leven niet gemakkelijk is, ze heeft zelf ook groot verdriet gekend. ‘Vreugde en verdriet horen beide bij het leven. Maar als er veerkracht blijkt te zijn na verdriet, daar kan ik heel dankbaar voor zijn.’
‘Onverbeterlijk positief’, zo omschrijven vrienden haar. Maar dat niet alleen. Ze is, misschien nog wel meer dan dat, iemand met een groot hart voor geloof en kerk. Dat hart blijkt ook de reden dat ze nu hoofd levensbeschouwing bij kro-ncrv is. ‘Toen ik voor deze functie werd benaderd, riep alles in mij: nee! Want in het eigen bedrijf dat ik met mijn man heb, had ik veel vrijheid. Wilde ik dat opgeven? Vrienden vroegen me: vind je het belangrijk dat het geluid van geloof en kerk gehoord wordt in de samenleving? Heb je daar ideeën over? Toen ik daarover nadacht, raakte ik er steeds meer van overtuigd dat ik hier van betekenis kan zijn.’
ruimte
Laetitia van der Lans werd geboren in Hendrik-Ido-Ambacht, ten tijde van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), voegt ze er zelf aan toe. Haar beide ouders komen uit Rotterdam. Haar vader handelde in aardappels, groenten en fruit, haar moeder was apothekersassistente. Beiden kwamen uit katholieke families. ‘In Ambacht had je veertien protestantse kerken en één katholieke parochie. Mijn ouders waren zeer betrokken bij de parochie. Ik kom uit een blij katholiek nest. Ik ben de vierde uit een gezin van vijf; vijf in vijf jaar. Mijn moeder wilde alle kamers vol hebben, zei ze wel eens, waarop wij dan antwoordden: dan ben je te lang doorgegaan.’
Zelf ging ze als kind ook met plezier naar de kerk. ‘Het was een blije, warme gemeenschap. En de pater gaf veel ruimte aan de jeugd. In ons gezin ben ik niet als enige gelovig gebleven, maar ik ben wel het meest kerkelijk. Kennelijk moet je er ook een soort gen voor hebben, religieuze openheid, gevoeligheid.’
U hebt theologie gestudeerd. Waarom koos u voor die studie?
‘Omdat ik als achttienjarige de kerk ineens heel erg zag veranderen. Ik was opgegroeid met vrijheden waarvan ik niet wist dat het vrijheden waren, en die raakte ik nu kwijt. Nederland ging het hardst in de vernieuwingen mee na het Tweede Vaticaanse Concilie, waardoor er later een tegenreactie kwam. Bisschoppen werden benoemd om de rem erop te zetten. Mensen die ruimte hadden gevoeld, werden teruggedreven. Velen haakten teleurgesteld af. Het had allemaal veel geleidelijker moeten gaan. Ik was niet anders gewend dan die vrijheid, dus toen dat veranderde, snapte ik het niet goed meer. Het blije van de kerk kwam in het gedrang. Het werd een kerk van regels en verboden. Ik werd ineens als een progressieve, kritische jongere gezien, terwijl ik dat zelf niet zo voelde. Ik was niet veranderd. Nog steeds voel ik dat zo.’
Hielp de studie om de kerk beter te begrijpen?
‘Het was in elk geval fijn om mensen met dezelfde vragen tegen te komen, en om er voluit mee bezig te zijn. Eerst wilde ik nog het pastoraat in, maar uiteindelijk heb ik voor de richting theologie en media gekozen omdat ik daarin toch meer ruimte voelde. Ik heb de kerk inmiddels in de volle breedte leren kennen en ik ben de verschillende kanten van de kerk meer gaan waarderen. De diversiteit vind ik mooi. Sommige mensen die zijn blijven volharden in het progressieve, zijn daarin bijna conservatief geworden: het moet zo!’
Wat betekent het geloof in God voor u?
‘Ik voel me geborgen bij God, en ik hecht aan het idee dat mijn leven is ingebed in Gods liefde. De kerk is de plek waar ik in gebeden en teksten die relatie kan voelen en voeden. Ze brengen me tot inkeer, ik sta in een traditie, ik krijg er wijze woorden te horen.’
Vindt u het moeilijk om van de kerk te blijven houden, na bijvoorbeeld alle onthullingen over seksueel misbruik?
‘Een vriend van me zegt wel eens: katholiek in goede tijden en slechte tijden. Zo ervaar ik het ook. De kerk is soms een erg complex instituut, maar wel mijn familie. Ik hoor erbij. En ik ben heel blij met paus Franciscus. Hij staat voor die blije kerk uit mijn jeugd. Dichtbij mensen. Hij spreekt toegankelijke taal, zet deuren open, houdt het eenvoudig en klein. Zijn verkiezing heeft mij enorm goed gedaan. Ik was dus toch niet gek dat ik hier naar verlangde. Het kan bestaan.’
Volgens pastor Joost Verhoef, een studievriend van u, houdt u van de katholieke volksdevotie, van de processie in het Brabantse dorp Handel bijvoorbeeld.
‘Daar staat een vakantiehuisje van onze familie, het is een oud Maria-bedevaartsoord. Zo’n processie kan mij ontroeren. Dat mensen zich toevertrouwen aan Maria. De gemeenschapszin, een gevoelig, oerkatholiek geloof. Geen geloof van grote woorden maar dicht bij de emoties van mensen. Dat huisje is van generatie op generatie overgegaan. Mijn oma had er een groot mariabeeld uit Lourdes mee naartoe genomen, en er een kapelletje bij gemaakt. Als wij er komen, zegt mijn moeder tegen me: “Meid, zet jij Maria even buiten?” Het is bijna lichamelijk, die manier van geloven. Heel katholiek. Ik zet Maria met veel liefde buiten, met bloemen en een kaars erbij.’
De Zalige Zalm
Van der Lans werkte ruim tien jaar als programmamaker bij KRO/RKK, gelijktijdig met haar man, Marcel, ook theoloog. Van 2009 tot 2013 was ze de woordvoerder van bisschop Gerard de Korte. In 2008 richtte ze samen met haar man De Zalige Zalm op, een bureau dat kerk- en parochiebladen uitgeeft en trainingen aanbiedt over geloofscommunicatie.
Hoezeer ze De Korte ook waardeerde als bisschop, ze voelde zich in haar functie als woordvoerder van een bisdom ‘te veel gebonden om helemaal tot mijn recht te komen’. Die vrijheid vond ze wel binnen De Zalige Zalm, waarvoor ze nog altijd een dag in de week werkt. Het bedrijf floreert, inmiddels zijn er ruim 160 kerken aan boord, en dat aantal is nog altijd groeiende. Het idee ervoor ontstond toen twaalf parochies moesten fuseren tot één. Als we beginnen met een blad, komt die fusie vanzelf op gang, was de gedachte. Het bedrijf van Van der Lans ontwikkelde een online opmaakprogramma (‘een soort Hema-fotoalbum’) voor kerkbladen waar meer vraag naar bleek te zijn. Maar ook ontdekte ze dat er vraag was naar inhoud. Een kerkblad kan meer zijn dan een middel om mededelingen te communiceren, maar hoe schrijf je nou over geloof? De Zalige Zalm biedt met een pool schrijvers die inhoud aan.
Is dat wat, samen met je man in een bedrijf?
‘Ik heb dat altijd heel prettig gevonden. Ik mis ’m eigenlijk wel nu. Je kunt over alles sparren en je hebt aan twee woorden genoeg. Het is alsof we een middenstandsgezin zijn en samen een bakkerij leiden. We vullen elkaar ook goed aan. Ik ben van de ideeën en van het naar buiten gaan, hij is van de bedrijfsvoering en zorgt dat alles goed loopt. We moesten wel leren het soms ook níét over het werk te hebben. Ik herinner me nog dat ik een keer aardappels stond af te gieten terwijl hij over het werk praatte. “Nu niet!”, riep ik toen. Maar inmiddels gaat dat goed. In vakanties kunnen we er wekenlang niet over praten.’
Van der Lans en haar man en kinderen woonden een aantal jaren gezamenlijk met het gezin van regisseur Anne Christine Girardot in de oude pastorie naast de Broederenkerk in Deventer. ‘We herkenden in elkaar het verlangen om onze kinderen gelovig op te voeden. Tegelijk ben je tegen de veertig en wil je je dromen waarmaken. Het was mooi om onze worstelingen te kunnen delen, om betrokken te kunnen zijn op elkaar. Op zondagavond hielden we in de kerk samen een viering, in de kou, met een gitaar erbij, liedjes zingen en bidden. Soms waren er gasten. Mijn kinderen zingen nog steeds liedjes van een Afrikaanse student die er een keer bij was.’
Anne Christine Girardot herinnerde zich dat jullie nog maar net samen woonden toen haar vader overleed. Na de begrafenis huilde ze met u, waarna u vertelde dat u onverwacht zwanger was. Ze vond het mooi hoe u vreugde en verdriet samen kon brengen.
‘We hadden lang getwijfeld of we er goed aan zouden doen, zo met een ander gezin samenwonen. Dat ik binnen een maand plotseling zwanger was, terwijl we onze eerste drie kinderen met veel moeite hebben gekregen, vond ik een mooie knipoog van God. Blijkbaar moest ik hier zijn.’
auto-ongeluk
Het grote verlies in haar leven noemt Van der Lans het overlijden van haar broer, die negentien jaar geleden omkwam door een auto-ongeluk. Hij was 33, zij 34 en net moeder van een tweeling. ‘Ik hoorde het nieuws hier, bij de KRO. Hij is de laatste tijd meer aanwezig. Ik heb weer over hem gedroomd. Kort geleden heeft zijn beste vriend een hartinfarct gehad, zijn situatie was kritiek. Zijn familie zocht mijn ouders op. “Als jullie nog contact hebben met Luuk”, dat is de naam van mijn broer, “zeg dan dat we Leo niet kunnen missen”, zeiden ze tegen mijn ouders. Alsof er hele korte lijntjes zijn tussen hemel en aarde en je zo een telefoontje kunt plegen. Het klinkt bijna plat, maar tegelijk vind ik het ontzettend mooi en ontroerend, het vertrouwen dat die lijntjes er zijn. Zo ervaar ik het zelf ook wel.’
Hebt u momenten gekend waarop u het moeilijk vond om te blijven geloven?
‘Het verlies van mijn broer was zwaar, maar ik heb ook gemerkt dat je weer levenskracht kunt krijgen, dat je weer kunt opstaan en kunt genieten van het leven. Dat ervaar ik als iets van God. Als we over mijn broer praten, is dat niet verdrietig. Hij was een vrolijke jongen met wie we veel lol hadden.
Ik ben God niet door het leven kwijtgeraakt, maar soms heb ik wel het gevoel dat Hij z’n handen vol heeft aan de wereld. Ik verlang ernaar om in zijn hemel te zijn, Hem te ontmoeten. Ik weet het allemaal niet zeker, het is maar geloven, maar ik hoop dat Hij op me wacht.’
een ideaal
Een van de dingen die haar aanspreken aan haar nieuwe functie, is hoeveel mensen je kunt bereiken met geloof en kerk via tv-programma’s. Naar een mis op zondagochtend kijken al snel ongeveer 60.000 tot 80.000 mensen. In televisieland geen bijster hoog aantal, maar op de keper beschouwd zijn het toch heel veel mensen. Van der Lans zou graag zien dat de levensbeschouwelijke programma’s minder naar de randen van de programmering worden geduwd, zoals nu vaak het geval is, en daardoor meer mensen kunnen bereiken. ‘Ik weet dat we daarvoor afhankelijk zijn van anderen, maar het is belangrijk om een ideaal te hebben. Levensbeschouwing doet ertoe.’
Als het aan haar ligt, wordt de kerk als gemeenschap zichtbaarder op televisie. ‘Als ik iets mag veranderen, zou ik op zoek willen gaan naar kleinere plekken, en dan niet alleen de liturgie en eucharistie laten zien, maar ook de mensen die de liturgie dragen en erdoor gevoed worden. De kerk neemt in Nederland geen grote plaats meer in. Er is wel een hunkering naar verhalen, verbinding en echtheid, maar men bedenkt niet in de eerste plaats om dat in de gelovige hoek te zoeken. Ik vind het een uitdaging om te laten zien dat de kerk een plaats is waar je gemeenschapszin kunt vinden, verhalen, liefde en schoonheid.’
Is het mogelijk jongere generaties enthousiast te krijgen voor de kerk? Hoe werkt dat met uw eigen kinderen bijvoorbeeld?
‘Onze kinderen gaan niet in de kerk zitten. Ze hebben ook helemaal geen beeld van de kerk als wereldwijde organisatie. Ze vragen zelfs wel eens: zijn wij nou protestants of katholiek? Het werkt voor hun op andere manieren. Onze dochter van twintig had zich opgegeven voor een stilteweekend in een klooster en appte me: ik heb het druk met bidden. De jongste roept almaar dat ‘ie niet in God gelooft maar hij weet wel alles van The Passion.’
U hebt bij KRO-NCRV te maken met katholieken en protestanten, en sinds een tijdje bezoekt u geregeld de protestantse Lebuïnuskerk in Deventer. Ziet u frappante verschillen?
‘Protestanten spreken zich veel sneller uit als ze iets niet goed vinden. Katholieken slikken veel in en gaan intussen gewoon hun eigen gang. Dat is zo’n klein verschil. Ik vind de predikanten in de Lebuïnuskerk heel goed. Ik kom er graag. De protestanten zijn een soort schoonfamilie geworden die ik ook ben gaan waarderen. Tegelijk ontmoet ik protestanten die juist katholieke dingen zijn gaan waarderen. Misschien is het wel een goed idee om een tv-programma ‘Jouw kerk, mijn kerk’ te gaan maken, waarin mensen de goede dingen van elkaars kerk leren zien. Het heeft mij verrijkt om in een andere kerk te komen. Je gaat ook dingen in je eigen kerk meer waarderen.’ ■
Opvolger Leo Fijen
Laetitia van der Lans (54) is geboren en opgegroeid in een katholiek gezin in Hendrik-Ido-Ambacht. Ze studeerde theologie en was ruim tien jaar programmamaker bij omroep KRO/RKK. Van 2009 tot 2013 was ze woordvoerder van bisschop Gerard de Korte. In 2008 richtte ze met haar man het bedrijf De Zalige Zalm op, dat bladen uitgeeft voor meer dan 160 kerken en parochies. Per november 2019 volgde ze Leo Fijen op als hoofd Levensbeschouwing bij omroep KRO-NCRV.


