Jan Okhuijsen-den Brok en zijn nieuwe leven als eunuch

Het is ongetwijfeld de meest bekende eunuch van de afgelopen jaren: Varys, uit de veelbekeken serie Game of Thrones. Varys is een meesterspion en -manipulator, die - vanwege zijn gebrek aan nageslacht - geen andere belangen dient dan die van de Zeven Koninkrijken. Jan Okhuijsen-den Brok (65) is fan van de serie en kent Varys. Lachend: ‘Hij is een stuk gewiekster dan ik. Historisch gezien konden eunuchen grote politieke macht verwerven, omdat koningen en keizers hen vertrouwden. Dat zie je ook in de serie. Eunuchen hadden immers geen familiebelangen en waren niet in staat om een vrouw van de machthebber zwanger te maken.’ De bekendste bijbelse eunuch is de invloedrijke Ethiopische kamerling uit Handelingen 8, die zich na een ontmoeting met evangelist Filippus bekeert tot het christendom.
Maar politieke macht, daar is het Okhuijsen-den Brok niet om te doen. Hij wil eerst maar eens een gelukkig huwelijk. Ruimte in zijn hoofd. Niet altijd die gejaagdheid voelen, op zoek naar weer een volgende zaadlozing. Dat klinkt misschien wat plat, maar toch is het hoe hij grofweg vijftig jaar lang leefde. Tot hij in 2018 een rigoureus besluit nam: weg met die zaadballen. Niet dat hij daar niet eerder aan dacht. Al op zijn vijfentwintigste, krap vijf jaar getrouwd, leek hem dat de beste keuze. Maar de boodschap van zijn eerste vrouw was duidelijk: ‘Je bent gek. Wie wil dat nou?’ Ook klopte hij aan bij de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming. Een expert aldaar nam zijn verhaal serieus, maar ging niet mee in de castratiewens van Okhuijsen-den Brok. In plaats daarvan moest hij leren omgaan met zijn man-zijn.
Okhuijsen-den Brok vertelt zijn verhaal in zijn bescheiden huiskamer in het Gelderse Wijchen, op een steenworp afstand van het statige Kasteel van Wijchen, tegenwoordig in gebruik als gemeentehuis en museum. Hij groeide op in Ravenstein; dat ligt in een andere provincie, Noord-Brabant, maar toch dichtbij. Je hoeft alleen maar de Maas over te steken. Okhuijsen-den Brok komt uit een ‘degelijk, katholiek gezin’. Zijn ouders kregen dertien kinderen, van wie er nog elf in leven zijn. ‘Vooral het gezin van mijn vader is door en door katholiek. Hij komt uit een gezin van vijftien kinderen, van wie er twaalf in leven bleven. Elf kinderen gingen het klooster in. Voor kinderen uit een arm, boerengezin was dat de enige mogelijkheid om te studeren. Een oom van mij is zelfs op de universiteit beland. Mijn vader was de enige die niet het klooster betrad; hij moest de boerderij overnemen van mijn opa.’
fraters
Ook zijn moeder kwam met dertien broers en zussen uit een zeer kinderrijk gezin. Okhuijsen-den Brok: ‘Mijn oma aan moeders’ kant had op haar 75e verjaardag precies 75 kleinkinderen. Ik zeg wel eens dat al die voortplantingsdrift uit die twee families in mijn persoon is samengekomen.’ Zuchtend: ‘Daarvan heb ik veel last gehad.’
Kort door de bocht gezegd: zijn enorme seksuele drift - echt iedere dag seks moeten hebben - maakte vier huwelijken kapot. Bij sommige huwelijken speelden ook andere problemen, maar uit piëteit met zijn ex-vrouwen hoeven die details niet in de krant.
Uw tienerjaren woonde u in Den Bosch, eerst in een juvenaat bij de Fraters van Tilburg, later op kamers. Speelde seksualiteit toen al een grote rol?
‘Ja. Het juvenaat is een soort kostschool, waar jongens worden onderwezen om later kloosterling te worden. Ik woonde daar van mijn twaalfde tot en met mijn zestiende, een periode waarin de hormonen door je lijf gieren. De seksualiteit spatte van dat juvenaat af. Wat vaak voorkwam, is wat ik ‘noodhomofilie’ noem. Er waren geen meisjes in de buurt, dus experimenteerden de jongens met elkaar. En de fraters ook met jongens, overigens. Ik heb het ook meegemaakt. Een frater voelde iets voor mij. Ik was een goede, ijverige leerling en hij was ontzettend aardig voor mij. Een keer werd het grensoverschrijdend, toen ik bij hem in bed belandde. Ik was dertien. Ik sliep die nacht naast hem, maar hij heeft mij niet aangeraakt. Toch heb ik daar lange tijd niet over durven spreken, vanwege de schaamte en verwarring. Hoe was dat nu gebeurd? Later is de frater uit het klooster getreden en getrouwd met een vrouw. Beter, want het celibaat richt veel schade aan.’
Okhuijsen-den Brok trouwde voor het eerst in 1974. Dat huwelijk duurde dertien jaar, van zijn 20e tot 33e. De eerste jaren van dat huwelijk waren ‘open’, geïnspireerd door Woodstock en de vrije liefde. Okhuijsen-den Brok en zijn vrouw hadden veel verschillende seksuele partners, tijdens een avondje met collega’s bijvoorbeeld. ‘Vanaf begin jaren tachtig ging dat over. Het bracht veel onvrede en ongemak met zich mee. Toch bleven we conflicten hebben over de frequentie van onze seksuele omgang. Twee jaar na de geboorte van onze zoon hadden we helemaal geen omgang meer met elkaar. Dat had te maken met haar nieuwe rol als moeder en mijn rol als wellustige man die alleen maar wilde vrijen. Dat ging niet samen. Voor mij was het huwelijk toen over.’
U kreeg ongetwijfeld een strenge, seksuele moraal mee van uw katholieke ouders en de fraters. Voelde u zich nooit schuldig over uw seksuele uitspattingen?
‘Nee, dat heb ik nooit gehad. Ik deed wat mijn lichaam mij ingaf. Toen ik Phyllepien, mijn huidige vrouw, leerde kennen en vertelde over mijn verleden, vroeg ze: “Ben je ooit naar de hoeren geweest?” Dat was voor mij een stap te ver. Ik kan niet goed uitleggen waarom precies dat voor mij de morele grens bleek. De fraters zorgden er voor dat ik geen religieus stemmetje in mijn hoofd hoorde tijdens het vele seks bedrijven. Zij waren zo hypocriet. In de middag waarschuwden ze voor masturbatie, ‘s avonds hoorden ze jonge jongens uit over hoe ze masturbeerden. Daar genoten ze zichtbaar van.’ Even wordt hij boos. ‘Kom op jongens. Dat noem ik gewoon voyeurisme.’
Toen hij Phyl ontmoette, was Okhuijsen den Brok direct open tegen haar: ‘Ik heb twee problemen. Ik heb een dermate hoge seksdrive dat vrouwen er de kots van kregen. En twee, ik wil daar volledig vanaf.’ Toen Phyl zich begripvol toonde, ging het snel. Vorig jaar april vroeg hij zijn huisarts om pillen om zijn testosteron te onderdrukken. Die ging akkoord. Een nieuwe wereld opende zich voor Okhuijsen den Brok. ‘De testosteron bepaalde mij niet meer. Ik kwam seksueel tot rust. De gejaagdheid verdween; ik wist niet dat dat bestond! ik sliep beter, droomde nooit meer over seks. Ik keek geen ‘dingetjes’ meer op het internet. mijn bloeddruk werd lager. Ik merkte ook een bepaalde ‘vervrouwelijking’. Mijn huid werd glad en ik voelde meer behoefte aan knuffelen dan aan penetratie. Werd ook emotioneler. Vorig jaar voelde ik voor het eerst verdriet over mijn scheiding in 1988. Dat had ik al die tijd verdrongen.’
Pillen die testosteron onderdrukken zijn nog geen castratie. Hoe verliep die stap?
‘Na ruim veertig jaar in de psychiatrie (zie kader) was ik tegen pillen. Ik heb daarvan zoveel nadelen gezien; pillen hebben vaak invloed op je hele lijf, je staat van zijn. Ik wilde ook geen chemische castratie; dat associëren mensen met met zedenmisdadigers en ik wil niet op een hoop geveegd worden met hen. Daarom bleef daadwerkelijke castratie over als optie. De uroloog was het binnen tien minuten met mij eens. Voor mij is het geen grote stap. Iedere mannetjeshond of kat is gecastreerd. Uit Amerikaanse onderzoek uit 2014 onder bijna drieduizend vrijwillig gecastreerde mensen blijkt dat relatief veel eunuchs opgroeiden op een boerderij. Zij maken seksualiteit anders mee. Alle mannelijke dieren worden gecastreerd, het is eerder regel dan uitzondering. Als kind sta je daar van jongs af bij. De ingreep zelf was ook eenvoudig. Ik was om half tien in het ziekenhuis en stond om half twee weer buiten. De volgende dag zat ik weer op de fiets. Op het puntje van mijn zadel, dat wel.’
'Ik kwam seksueel tot rust. De gejaagdheid verdween; ik wist niet dat dat bestond!'
kluts
Daarna volgde een korte periode van verwarring. In zijn eigen woorden: hij was zijn ballen kwijt, maar ook de kluts. Was hij nog een man? Zo niet, wat dan wel? Technisch gezien is hij nu transgender. Zijn uroloog antwoordde nuchter: je bent een castraat. ‘Ik ging wat zoeken en ‘eunuchs’ is de meest gebruikte term in de literatuur. Nou, vanaf toen noemde ik mijzelf eunuch. Dat geldt niet voor iedereen. Mannen die onvrijwillig zijn gecastreerd, bijvoorbeeld vanwege prostaatkanker, gebruiken de term liever niet.’ Tegenwoordig is hij als vrijwilliger actief bij Transvisie, een organisatie die zich richt op transgenders met vragen rondom hun genderidentiteit. ‘Ik ken een jongen van dertig, die ook zijn testikels wilde laten verwijderen. De uroloog wees dit verzoek af, omdat die jongen nog erg zoekend was. Maar die jongen kon niet wachten en heeft de boel in het Duitse illegale circuit, bij de zogenaamde cutters, laten verwijderen. Dat is amateurwerk en dus levensgevaarlijk.
Zijn verhaal is niet uitzonderlijk, dat heeft te maken met de lange wachttijden in de transgenderzorg. Ik deel mijn verhaal in de hoop op meer bewustwording hiervan.’
Nog even over uw huwelijken. U trouwde in 2016 voor de vijfde keer. Bleef u geloven in het huwelijk, ook na vier eerdere scheidingen?
‘Ja, iedere keer wilde ik er weer voor gaan. Je kiest voor elkaar. Dat klinkt wat gek na vijf keer, maar het zij zo. Ik geloof in dat verbond, in verantwoordelijkheid voor elkaar. Phyl werkt in de ouderenzorg en ziet veel dementerenden. Ze maakt zich wel eens zorgen: wat als ik ga dementeren? Dat zou mij niet uitmaken. ik hou van haar en wil met haar oud worden. ik zie mijn leven als een pelgrimsreis. Met verschillende mensen liep ik een tijd samen op, met Phyl wil ik Santiago de Compostela halen.’
Bent u altijd in de kerk getrouwd?
Lachend: ‘Dat is een mooie. De eerste keer wilde ik dat helemaal niet, maar mijn schoonouders zouden dat geen echt huwelijk hebben gevonden. Uit respect voor hen zijn we toen toch in de kerk getrouwd. De tweede keer wilde ik wél in de kerk trouwen, het geloof was toen terug in mijn leven. Maar: in de katholieke kerk mag je, tenzij je partner overlijdt, maar één keer in de kerk trouwen. De enige andere optie is ontheffing vragen aan de paus. Dat heb ik maar niet geprobeerd.’
Is dat geloof gebleven?
‘Zeker, nou en of. Het leven zonder geloof zou ik leeg vinden en die grote leegte zoek ik niet op. Ik ben graag in kerken en kathedralen. Ik kom graag in de Sint Jan in Den Bosch en de Duitse bedevaartsplaats Kevelaer. Een kapel nodigt uit tot meditatie en bezinning. Je laat daar lasten en zorgen achter en krijgt er ruimte voor terug.’
Ervaart u ruimte voor transgendermensen in de katholieke kerk?
‘Transvisie was betrokken bij het boek Wondermooi, zoals U mij gemaakt hebt, een handreiking voor gelovige transgenders en werkers in de kerk. Pas tijdens de Nacht van de Theologie, waar ik namens Transvisie bij aanwezig was, realiseerde ik mij dat er geen katholiek had meegewerkt aan dat boek. In die zin lopen katholieken mijlenver achter op protestanten. Hier in Wijchen, van oorsprong een katholiek dorp, weet driekwart van de mensen wie en wat ik ben. Maar de katholieken hier interesseren zich daar helemaal niet voor. Bij de hervormde kerk ben ik uitgenodigd om te discussiëren over transgender. Bij de protestanten proef ik meer ruimte, die willen nadenken over wat er nog meer is naast heteroseksualiteit. Zij nemen mij serieus. Dat mis ik soms bij de katholieken.’
Jan Okhuijsen-den Brok
Jan Okhuijsen-den Brok (15 februari 1954) werd als derde geboren in een boerengezin met dertien kinderen. Van zijn twaalfde tot en met zijn zestiende zat hij in een juvenaat van de Fraters van Tilburg. Bij de commissie Deetman, die seksueel misbruik in de katholieke kerk onderzocht, kwamen in totaal 120 klachten binnen over deze orde. Over geen enkele andere instelling kwamen meer meldingen van misbruik binnen. Okhuijsen-den Brok werkte 48 jaar in de geestelijke gezondheidszorg, onder andere als sociaal-psychiatrisch verpleegkundige en maatschappelijk werker. Vanwege een ontembare seksuele drang, besloot Okhuijsen-den Brok in 2018 zijn testikels te laten verwijderen. Sindsdien gaat hij als eunuch door het leven. Okhuijsen-den Brok trouwde vijf keer. Uit zijn eerste huwelijk heeft hij een zoon.