‘Alcoholverslaving was mijn ‘Goliat’’

‘Vanaf mijn twintigste dronk ik regelmatig een wijntje, gewoon voor de gezelligheid. Ik dronk geen grote hoeveelheden, maar toen al merkte ik dat ik het roesje van de alcohol fijn vond. Tijdens een feestje voelde ik me meer ontspannen en durfde ik meer te zeggen als ik alcohol dronk. Ook kwam ik sneller in slaap. Dat je steeds meer gaat drinken, sluipt erin. Zo nam ik sneller een glas wijn als ik me onrustig voelde. Ook viel ik op alcohol terug als ik een slechte dag had gehad of als ik opzag tegen een lastig gesprek.
Tijdens mijn zwangerschappen – mijn man en ik hebben vier kinderen van achttien, zestien, tien en zeven jaar oud – lukte het mij om de wijn te laten staan. Maar ik dacht wel voortdurend: straks mag ik gelukkig weer. Voor mijn man kon ik goed verborgen houden dat ik veel dronk, en ook steeds eerder op de dag alcohol nodig had. Ik deed de boodschappen en kon dus zonder dat het opviel drank inslaan en meteen de lege flessen wegbrengen. Altijd had ik een aangebroken fles drank in de kast staan. Ook de kinderen hadden niet door dat ik voortdurend in een roesje verkeerde. Ik plande de momenten dat ik wijn dronk zorgvuldig, zodat ik bleef functioneren. Ik leidde een compleet dubbelleven, en dat kostte veel energie.
Het stemmetje in mijn hoofd dat zei dat ik verkeerd bezig was, negeerde ik. Soms dronk ik wat minder om te bewijzen dat ik echt wel zonder alcohol kon. Maar ik kreeg steeds meer last van mijn maag en ik had een zwaar gevoel in mijn benen. Ik voelde me niet fit. Ook wist ik dat ik niet deed wat God van mij wil.
Goliat
Tijdens een kerkdienst in februari 2017 van de christengemeente waar ik lid van ben, werd ik geraakt door een preek over David en Goliat. ‘Wat is jouw Goliat, je grote vijand?’ vroeg de voorganger. Die moest je niet alleen te gronde richten, maar volledig vernietigen. Nu is het klaar, dacht ik. Thuis vertelde ik mijn man over mijn alcoholprobleem. Hij had wel zijn vermoedens, maar wist niet dat het zó erg was. Ik zei hem dat ik hulp wilde zoeken en hij steunde mij daarin. Dat is hij altijd blijven doen.
Met lood in mijn schoenen en kloppend hart stapte ik de drempel over van de huisartsenpraktijk. Mijn eigen huisarts was er niet, haar vervanger luisterde naar mijn verhaal. In zijn ogen zag ik begrip, geen veroordeling. Dat ik op die belangrijke dag precies hem trof, beschouw ik als leiding van God. Ik sprak af dat ik de volgende week zou terugkomen voor een gesprek met mijn eigen huisarts.
Nu ik de knoop had doorgehakt, wilde ik meteen grote stappen zetten. Van de ene op de andere dag stopte ik met drinken en gooide ik al mijn wijn weg. Achteraf gezien had ik dat nooit moeten doen. Ik voelde me een paar dagen lang flink ziek en was duizelig. Via mijn huisarts kreeg ik een intakegesprek in de verslavingszorg. De hulpverleners daar raadden mij aan psychologische hulp te zoeken en ik kwam terecht bij een christelijke coach in mijn eigen regio. Het bleek een lieve vrouw te zijn met wie ik fijne gesprekken kon voeren. Zo leerde ze mij hoe ik beter met mijn gevoelens kon omgaan. Helaas had deze coach weinig ervaring met verslavingsproblematiek. Als ik me echt rot voelde, kon ik volgens haar best één wijntje nemen. Dat advies was natuurlijk funest, want het bleef niet bij dat ene wijntje. Maar mijn coach had gezegd dat ik mocht drinken als ik de alcohol nodig had, dus dat geloofde ik maar al te graag.
In de zomer van 2017 voelde ik dat ik de bodem had bereikt. Ik voelde me wanhopig en schreeuwde het uit naar God. ‘Ik ben U gehoorzaam geweest door hulp te zoeken, maar het heeft niet gewerkt. Wat moet ik nu doen? Laat het me zien!’ Voor mijn gevoel kwam er geen antwoord en ik bleef alcohol drinken. Toch stopte ik niet met bidden.
Op een middag plofte de regionale krant op de deurmat. Bovenaan de voorpagina stond ‘Nieuwe AA-groep (Anonieme Alcoholisten, red.) van start’. Mijn eerste gedachte was: nee, Heer, dat kunt U niet bedoelen. Want je denkt toch meteen aan van die oudere, verlopen types. Toch kreeg ik het gevoel dat ik me moest aanmelden. Ik stuurde een sms’je, want bellen durfde ik niet. ‘Als je nuchter bent, ben je welkom’, kreeg ik als antwoord.
warm bad
De dag dat ik naar de bijeenkomst zou gaan, dronk ik dus niets. Gelukkig was de bijeenkomst aan de rand van mijn woonplaats en ging ik in het donker weg, want het leek me vreselijk om bekenden tegen te komen. De AA-groep voelde als een warm bad. Heel open vertelden de deelnemers waar ze mee worstelden. Alles was zo herkenbaar. Alleen als je zelf verslaafd bent of bent geweest, begrijp je hoe groot de macht van een verslaving kan zijn.
Bij de AA-groep werken deelnemers met een twaalfstappenplan toe naar een leven zonder afhankelijkheid van alcohol. De eerste stap is erkennen dat je verslaafd bent en dat je machteloos staat tegenover alcohol. Daarover ga je een avond lang met elkaar in gesprek. Stap 8 is ‘Ik overzie de mensen om mij heen en ben bereid het met hen goed te maken.’ Mijn oudste twee kinderen heb ik verteld wat er speelde. Zij reageerden er vrij nuchter op, omdat ze weinig van mijn verslaving hebben gemerkt. Hun leven ging gewoon door. Van de AA-groep krijg je een penning als je één jaar ‘droog’ bent en mijn zoon van tien vroeg al een paar keer waarom ik zo’n grote munt in mijn portemonnee heb. Pas heb ik het hem verteld en hij zei: ‘Best een raar idee eigenlijk dat mijn moeder verslaafd is geweest.’
Tegen vrienden durfde ik lange tijd niets te zeggen. ‘Ik slaap er niet lekker van’, zei ik als ze me vroegen waarom ik nooit meer een wijntje bij een etentje dronk. Toch heb ik de stap gezet om mijn huiskring, een groep gemeenteleden met wie we een gespreksgroep vormen, over mijn verslaving te vertellen. Zij reageerden heel goed en spraken me bemoedigend toe. Sindsdien vind ik het steeds makkelijker om te vertellen dat ik verslaafd ben geweest. De laatste stap in het twaalfstappenplan is ‘Ik deel mijn ervaringen met anderen die dat nodig hebben’. De laatste tijd speelde ik steeds vaker met het idee om andere christenvrouwen die alcoholverslaafd zijn te helpen. God heeft mij zo duidelijk de weg gewezen en ik ben dankbaar dat ik nu ‘droog’ ben. Hij heeft mij levend water geschonken. Alcoholverslaving wordt vaak gezien als ‘mannenprobleem’. Als vrouwen alcoholverslaafd zijn, worden zij daar strenger om veroordeeld dan mannen en daarom verbergen zij hun probleem meer.
perfect plaatje
Wie naar mijn leven kijkt, ziet een perfecte buitenkant. Toch ben ook ik, een christenvrouw, ten prooi gevallen aan een verslaving. Als mij dat overkomt, kan dat ook andere christenvrouwen overkomen. Het taboe op verslaving onder christenen is mogelijk nog groter, want van hen wordt minder snel gedacht dat zij verslaafd zouden kunnen raken. Bij een christen heb je al snel het perfecte plaatje in je hoofd.
Een paar weken geleden ben ik begonnen met mijn blog drogewoorden.com, speciaal voor christenvrouwen met een alcoholverslaving. Aan de hand van de twaalf stappen vertel ik hen wat de verslaving met mij deed, maar ook hoe God mij heeft geholpen eruit te komen. Zo gebeurde het dat ik een glas wijn wilde inschenken en precies op dat moment de telefoon ging. Ook heb ik weleens vier glazen in één week gebroken.
God wil onze ondergang niet. We zijn duur gekocht met Jezus’ bloed en hij wil niet dat een alcoholverslaving tussen ons en God in komt te staan. Ik hoop dat vrouwen die verslaafd zijn herkenning vinden in mijn verhaal en zich getroost voelen door de gedachte dat ze niet de enige zijn die worstelen. Bij Jezus is er altijd vergeving, daarvan ben ik overtuigd.’ ¦
Uit onderzoek van het Trimbos Instituut blijkt dat in 2018 80 procent van de Nederlandse bevolking van 18 jaar weleens alcohol drinkt. Dat zijn veel meer vrouwen (49,8 procent) dan mannen (29,5 procent). In 2018 dronk 8,2 procent van alle Nederlanders boven de achttien overmatig (meer dan 21 glazen per week voor een man en meer dan veertien voor een vrouw). Er is sprake van een hoger percentage overmatige drinkers onder mannen (10 procent) dan onder vrouwen (6,6 procent). De hoogste percentages overmatige drinkers zijn te vinden in de leeftijdsgroepen 20 tot 25 jaar (12,9 procent) en 65- tot 75-jaar (10,1 procent).
Het percentage van de volwassen bevolking dat geen alcohol drinkt of niet meer dan 1 glas per dag, is licht gestegen van 37,4% in 2014 naar 39,8 procent in 2018.
Wilco Sliedrecht, verslavingsarts bij De Hoop GGZ: ‘De meeste mensen met verslavingsproblematiek hebben te kampen met schaamte. Soms kunnen er jaren overheen gaan voor ze hulp durven te zoeken. Ik behandel ook christenen met verslavingsproblematiek en wat bij hen meespeelt, is dat een verslaving niet strookt met de christelijke normen en waarden. Ook kan het door het gevoel van falen naar God toe voor hen extra lastig zijn hun probleem te erkennen en hulp te zoeken. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar de vraag of mannen en vrouwen verschillende redenen hebben om veel te drinken. Vaak wordt gedacht dat mannen drinken om stoer te doen en vrouwen om angsten de kop in te drukken, maar dat beeld is niet op iedereen van toepassing. Er zijn verschillende en persoonlijke oorzaken voor het ontwikkelen van een verslaving. Vaak spelen negatieve ervaringen uit het verleden een rol, dus ook mannen kunnen naar alcohol grijpen om geen angst te voelen. De therapie is dus altijd gericht op wat een specifiek persoon nodig heeft.’