Baronnen uit het oosten

De oudste adellijke familie van Nederland woont ten oosten van de IJssel. Tijd om koffie te drinken met de baronnen Harry en Gerrit van Coeverden, adel met een Twents-Sallandse tongval. Het verhaal van de Van Coeverdens is voer voor historici, misschien ook voor psychologen. Geldt dat niet voor elk verhaal over adel? In dit geval zou een detective ook geen gek idee zijn; knotsen van familieraadsels liggen te wachten.
Baron Harry bivakkeert in een kelder, aan de rand van het lieflijke Markelo. Een bord met wapen wijst de weg. Een gouden veld met drie rode arenden: Vancouver Restorations, verwijzing naar George Van Coeverden, de stichter van Vancouver. Harry is expert in antieke autos (de écht oude, vooroorlogse). Hij rijdt graag in historische autorallys, zoals de Nationale Rode Kruis Rally.
grens
De glanzende gemotoriseerde koetsen om ons heen zijn van klanten. Zijn weekendritjes, met geliefde en Sint-Bernhardshond, gebeuren in een gewone auto. We gaan graag de grens over. Vorig jaar ontdekten we in het Münsterland, bij Davensberg, ons eigen wapen, bij een oude oprijlaan. Voor de jaartallen moet je Gerrit hebben.
Zijn oudste broer, archivaris en onderzoeker van de familie, arriveert al snel. Hij runt een vakblad voor de verlichtingsbranche voor Nederland en België, dat 12.500 abonnees telt. Ook speelde hij een sleutelrol bij de komst van de studie verlichtingskunde aan de Saxion Hogeschool. Er komt koffie op tafel.
vijfenzestig kastelen en huysen
Tientallen kastelen waren ooit bewoond door of in het bezit van familie, in Westfalen, Noord- en Oost-Nederland, met een concentratie in Overijssel. Gerrit heeft daarnaast een lijst van boerderijen, ooit familiebezit. De mensen hier zijn honkvast, op veel boerderijen kunnen nu nog nazaten wonen van pachters.
Dit aspect spreekt hem als Sallander en baron aan. Het ging niet om heersen of bezit maar om hoe je samenleefde met anderen, met je pachters. In je eentje red je het niet lang op zon landgoed, je hebt elkaar hard nodig.
familieraadsel
Harry en Gerrit groeiden op in Holten. Mijn bet-bet-betovergrootvader bracht zijn jeugd door op kasteel Wegdam, bij Goor. In Harrys garage herinnert een oude linnenkast nog aan Wegdam. Onder de kast uit piept een paar klompen met wapen. Na de Franse Tijd trouwde een Amsterdamse reder met mijn voorvaders oudste zus. Die man maakte zich meester van het kasteel. Mijn voorvader, toen een kind, kreeg een boerderij als erfdeel.
Is het kasteel toen dus gestolen? Dat is niet te bewijzen. Wel liep Gerrits bezoekje aan erfgenamen van die redersfamilie, in Ouderkerk aan de IJssel, opmerkelijk stroef. Ik zag allemaal schilderijtjes van Wegdam. Die hebben we geërfd, zeiden ze.
respect
Na Wegdam trouwden hun voorouders niet meer adellijk. Maar er ging geen dag voorbij dat mijn vader niet zei: Denk erom, jullie zijn Van Coeverdens. Laat zien wie je bent, maar met respect, waardig. Medescholieren zorgden er ook voor dat ze hun afkomst niet vergaten. Het was de rooie tijd, kinderen wilden weten of ons bloed echt blauw was. Dan vielen er klappen, bij het fietsenhok. We zijn vaak in elkaar geslagen. De jaren 1960, 1970, waren zwarte bladzijden. Het was discriminatie.
Als kind al vroeg Gerrit zich al af: Als wij van Wegdam komen, zoals mijn vader altijd zei, waarom zijn we dan gewoon jonkheer? Met onze ouders toerden we in de regio, mijn vader wees overal huizen, kastelen en kerken aan waar zich onze geschiedenis had afgespeeld. Hij ging op onderzoek uit, om nooit meer te stoppen. In 1991 is ons bij Koninklijk Besluit door de Hoge Raad van Adel het recht bevestigd op het hernemen van de baronstitel, waarvoor de bewijzen al die tijd in een la lagen. Mijn voorvaders hadden na de Franse Tijd zelf naar Den Haag gemoeten, maar met vele lotgenoten dacht hij: laat ze die titel zélf terugbrengen.
republiek Overijssel
Wegdam is niet het enige mogelijk ontfutselde bezit: In Diepenveen heb je huis Rande. Dat ging ten onder aan de pest. Twee kinderen bleven over, met rechten op Rande, het is een raadsel waar ze gebleven zijn. Misschien wel weggedaan, zulke dingen kwamen voor. Hun voorvader Rudolf II doodde, gesteund door Drentse boeren, de Utrechtse bisschop Otto van Lippe en de Hollandse ridderschap bijna tot de laatste man bij Ane in 1227.
Als Overijssel ooit een zelfstandige republiek wordt, zal ik mij melden, lacht Gerrit. Een grapje. Maar toch. Van adel zijn, relativeert hij, is nooit groter dan wat het is. Als je dingen groter maakt dan ze zijn, krijg je t op je bord.
voorouder
Welke voorouder spreekt het meeste aan? George Vancouver, die met James Cook de Stille Oceaan ontdekte: Vuurland, Hawaii, Nieuw-Mexico. Hij voer rond Nieuw-Zeeland en belandde op Vancouver Island. Hij was een achterkleinzoon van Reints-Welt van Coeverden, die nog Michiel de Ruyter voer. Een driemaster Van Coeverden nam deel aan oorlogen tegen Engeland, ons familiewapen stond erop.
Gerrit is na het weer opnemen van de barontitel toegelaten tot de Overijsselse Ridderschap; zijn vader volgde hem kort daarna. Die bijeenkomsten zijn voor ons feestelijk. Van jongs af draagt hij de gouden zegelring uit 1690, een van de subtiele gedrags- en kledingcodes die adel onderscheidt. De late roeping en het herontwaakte besef baron te zijn, maakte de familie niet minder welkom in adelskringen. Ik mag Prins Oscar zu Bentheim und Steinfurt tot mijn persoonlijke relaties rekenen.
last
Ik ben blij dat wij nu geen kasteel hebben. Een landgoed is een last, een blok aan je been. Je zult het adel nooit horen zeggen, maar het is zo. Nog een familietrekje: de hang naar onafhankelijkheid. Beiden zijn ondernemer, en niet wars van gepeperde meningen.
Baron Gerrit: Toen ik nog voor een baas werkte, zei ik op een dag: ik ontsla jou. Hij zei: hoe wou je dat doen, ik ben jouw baas. Ik zei: toch doe ik het, ik ontsla jou als baas en ga zelfstandig verder. De anekdote verklapt oude trots. Mensen hebben geen bazen nodig. Een mens is niet gemaakt om anderen te onderdrukken. En al helemaal niet om zelf onderdrukt te worden.
wortels
Voor hem is van adel zijn zelfbewustzijn, historisch besef van je wortels: je draagt wat met je mee. Bij onze tradities hoort niet de Franse, praalzuchtige stijl, maar een leven dicht bij de mensen van wie je het hebben moet: doe maar gewoon. Dat past bij de volksaard in het oosten, bij noaberschap, burenhulp. Weg, van de graaicultuur. Je naam met ere dragen, typeert echte adel. Eerlijk duurt het langst. Doen wat je zegt en zeggen wat je doet. Dus als een Van Coeverden zegt: Hoe heurt t eigenlijk?, duidt dat niet op de kak van Jort Kelders tv-programma, maar dan heur je heurt uit te spreken met Sallandse tongval.
de oudste inheemse adel
De Van Coeverdens zijn ervan overtuigd dat zij de oudste adellijke familie in Nederland zijn. De Hollands Van Wassenaers claimen echter dat zíj dat zijn. Hier duikt een oude breuklijn op tussen het vanouds dominante gewest Holland en de Zeven Provinciën. De omgang met dit vraagstuk is lichtvoetig. Saillant: de Van Coeverdens stammen af van Rudolf II, die in 1227 bijna de hele Hollandse adel, zwaar van harnas, een moeras in lokte op de grens van Drente en Overijssel. Bij de herdenking van deze slag legt baron Gerrit jaarlijks een krans in Ane.
Voor de bisschop van Utrecht en zijn Hollandse gevolg was de slag bij Ane een harde confrontatie met de grenzen van de macht van de kerk over afgelegen domeinen.