Milieunormen winnen het (voor even) van de asfaltlobby
Op twee drukbereden stukken snelweg door dichtbebouwde delen van de Randstad gaat vanaf 29 maart de maximumsnelheid omlaag van 100 naar 80 kilometer per uur. Dat heeft minister Schultz (infrastructuur en Milieu) gisterochtend bekendgemaakt.
Het gaat om de A13 bij Overschie en de A10 West bij Amsterdam. Langs beide wegen staan flatgebouwen op relatief geringe afstand van de rijbaan. Sommige bewoners klagen al jaren over de allengs toegenomen herrie en de luchtvervuiling. Andere omwonenden echter hebben zich helemaal verzoend met hun situatie, bleek gisteren uit interviews op Radio 1; zij kunnen zich nauwelijks voorstellen dat een snelheidsverlaging veel zal veranderen aan hun leefomstandigheden.
Achter het besluit van de minister gingen jaren van touwtrekken vooraf, die eigenlijk al begonnen toen Schultz in oktober 2010 bewindsvrouw werd op het nieuwe ministerie. Dat onstond, bij de formatie van het kabinet Rutte I (VVD, CDA en gedoger PVV), uit een fusie van Verkeer en Waterstaat en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM).
tegenover elkaar
Die ministeries stonden tot dan toe geregeld lijnrecht tegenover elkaar. Want Verkeer en Waterstaat, dat waren asfaltboeren die zo veel en zo hard mogelijk wilden kunnen autorijden. En VROM, dat waren geitewollensokken die overal met een geurmeter klaar stonden om aan te tonen dat de snelheid en pret omlaag moesten.
Die vechtambtenaren van voorheen werden ineens gezamenlijk op één departement geplaatst. En voor iedereen was duidelijk wie daar de baas was: het verkeersbelang werd immers behartigd door een minister (Schultz, VVD) terwijl voor het milieubelang slechts een staatssecretaris aantrad (Atsma, CDA).
argwanend
De Vromers ervoeren de afgedwongen fusie als een kwaadwillende overname. De voormalige VenWers op hun beurt waren ronduit argwanend jegens milieuambtenaren die ineens werden ingekwartierd op het verkeersministerie aan de Plesmanweg. Want zij konden roet in het eten gooien waar de minister de maximumsnelheden wilde verhogen. Er zijn immers Europese normen voor luchtvervuiling, en die normen worden door de milieuambtenaren bewaakt.
Jarenlang hebben de ambtelijke luchtbewakers zich gevoegd naar de wensen van minister Schultz, die een van de meest populistische VVD-punten in beleid moest vertalen: harder rijden op zo veel mogelijk plaatsen. Daarbij werd gebruik gemaakt van theoretische rekenmodellen; de mate van luchtvervuiling werd niet gemeten maar berekend. De werkelijkheid is echter dat de lucht zich niet overal gedraagt volgens rekenmodellen. Bijvoorbeeld op plaatsen waar aan weerszijden van een meerbaans snelweg hoge flatgebouwen staan. Daar blijft meer verontreiniging hangen dan werd aangenomen.
schonere motoren
Na twee rechterlijke uitspraken, die erop neerkwamen dat de minister haar theoretische aannamen beter moest onderbouwen, heeft ze nu moeten besluiten tot een verlaging van de snelheidslimiet op twee beruchte punten. Maakt dat wat uit? Zeker, méér dan veel omwonenden vermoeden, want zowel de herrie als de luchtvervuiling van een auto neemt exponentieel toe wanneer hij van 80 naar 100 versnelt.
Minstens zo belangrijk voor de omwonenden is echter dat oude autos zo snel mogelijk plaatsmaken voor nieuwe, met schonere motoren en stillere banden. Als het wagenpark verjongt, zal zowel de berekende als de gemeten luchtvervuiling en herrie duidelijk afnemen.