Eric Holterhues: Van priester tot bankier

Eric Holterhues stapelt zijn beide smartphones op elkaar en drinkt van zijn zwarte koffie. Tijdens het interview trillen de telefoons zo nu en dan. Hij kijkt niet op. Als Holterhues iets doet, krijgt dat zijn aandacht. Het zit diep in zijn DNA: geen praatjes, maar aanpakken. Maar ook: er goed uitzien, de tijd nemen, uitgaan, goed eten en vriendschappen onderhouden.
Hij noemt het een schijnbare tegenstelling in zijn karakter. Een die al vertegenwoordigd was rond zijn wieg in 1972, toen Holterhues geboren werd in Rotterdam-Zuid. Zijn moeder is Brabants. Ze verhuisde in de jaren vijftig met haar ouders naar de havenstad vanwege het werk. De familie liet het rijke, vanzelfsprekende, rooms leven met alle pracht en praal achter zich en ging plompverloren wonen tussen arbeiders die vooral spreken met daden. Holterhues’ vader was zo’n echte Rotterdammer. Een man bij wie ja ja is en nee nee. ‘Het was een goed huwelijk, maar ze waren tegengesteld. Voor mijn moeder was er altijd meer dan alleen ja of alleen nee.’
Misschien lijkt Holterhues meer op zijn vader dan hij ziet. In elk geval laat hij zich niet verleiden door de groene bomen die grenzen aan het grasveld rond het gebouw waar hij werkt, dat van Triodos Investment Management. Eekhoorntjes dansen het bos tegemoet. Ziet hij ze niet? Hij toont geen teken van afleiding of verwondering. ‘Straight, mijn vader was straight. Dat heb ik van hem meegenomen.’
Zijn vader, de havenarbeider die zich opwerkte tot manager en vroeg met de VUT kon. Ze moeten plannen hebben gehad voor de vroege oude dag, hij en zijn vrouw. Maar een aorta stond op springen en toen dat gefikst was, kreeg hij een week later een hartaanval. Ze reanimeerden hem drie kwartier. Zoiets verandert een mens totaal. ‘De grote man tegen wie ik altijd had opgekeken en voor wie ik een beetje bang was geweest, lag als een kind in een bed. Het was schokkend die transformatie mee te maken. Het dwong mij een andere verhouding te zoeken. Daar kwam de zorg bij voor onze moeder, voor wie dit zeer ingrijpend was. Toch was het een kostbare periode. We kwamen op een andere manier nader tot elkaar.’
de priester
Een half jaar later sterft Holterhues’ vader in het verpleeghuis. Hij was toen halverwege de twintig en klaar met zijn studies. Wat was hij tot die tijd voor jongen geweest? ‘Gelovig’, zegt hij. En lag dat ook niet voor de hand? Zijn opa’s en oma’s waren immers katholiek. ‘Mijn Brabantse grootouders gingen in het begin nog wel naar de kerk, maar dat verwaterde langzaam. Mijn Rotterdamse opa en oma hadden een ander soort geloof. Ze kwamen van boven de rivieren. Daar heeft het katholicisme een bewust karakter: als we gaan dan gaan we en zo niet dan niet.’ Dat laatste gebeurde. De jaren zestig veroorzaakte op religieus gebied een complete ommekeer’.
Het is dus een fikse paradox dat Eric Holterhues zich na zijn middelbare school inschreef bij de priesteropleiding. Hij weet zelf ook niet zo goed waarom hij zo’n gelovige jongen was. ‘Nou ja, het is allemaal genade, natuurlijk.’ Hij lacht. Het geloof heeft hem altijd gepakt, de verhalen uit de Bijbel; op de protestantse peuterschool en de openbare basisschool waar eens per week een godsdienstleraar langskwam. Maar hij ging als kind nooit naar de kerk. ‘Later leerde ik priesters kennen. Die spraken tot mijn verbeelding. Ze hadden iets heroïsch. Als een soort sluimerend bewustzijn heb ik altijd geweten dat God het dragende principe is. Hij vangt je op, is naast je en boven je, Hij wandelt mee en beschermt je. Als priester kon ik daar mijn levenswerk van maken.’
Maar eerst in dienst. Dat zette hem met beide benen op de grond. ‘Ik zat op het vwo en dacht dat iedereen in Nederland naar het vwo ging. Ik wist natuurlijk wel dat er ook mensen waren die dat niet deden, een aantal. In dienst kwam ik in een andere context. Een jongen had Frans gestudeerd, een paar anderen konden nauwelijks lezen en schrijven. De een kwam uit Limburg, de ander uit Groningen. Er zat een streng gereformeerde jongen bij en jongens die alles deden wat God verboden heeft. Met iedereen moeten opschieten, was een leerzame ervaring.’
Daarna ging hij dus theologie studeren om priester te worden. Tijdens het interview laat hij dit zinnetje vallen als was het de normaalste zaak van de wereld. Holterhues houdt er dan ook niet van de dingen groter te maken dan ze mogelijk al zijn. Maar op de vraag of hij een roeping had, schudt hij het hoofd. ‘Ik denk dat je terughoudend moet zijn zoiets aan het begin van een keuze te zeggen. Alsof het heel gemakkelijk is Gods wil te kunnen kennen. Achteraf kun je verwonderd kijken naar je levenspad en daar Gods plan in ontdekken. Ik wilde priester worden omdat ik van betekenis wilde zijn. Het leven is toch meer dan carrière maken?’
de bankier
Inmiddels is hij een van hoge heren bij een bank. En hoewel hij dagelijks een mis bijwoont in de kerk bij hem op de hoek, heeft hij nooit het priesterkleed gedragen. Hij zoekt in zijn leven bepaalde spanningen, paradoxen – en die vond hij onvoldoende in het priesterschap. ‘In het priesterschap vond ik alleen maar idealen.’
Die ontdekking deed hij in Kenia. Het liep al tegen het einde van zijn studie theologie en hij wilde eruit om na te denken over de twijfels die hij had rond het priesterschap. Het werd geen makkelijke tijd. Hij woonde als enige blanke in een klein dorp, voelde zich eenzaam en had heimwee. ‘Op een avond belde er een zuster aan die was gestrand met haar auto. Ze bleef een nacht. We hebben veel met elkaar gesproken en daarna wist ik dat ik geen priester wilde worden. Ze werkte in een sloppenwijk en had alles wat wij in onze samenleving onaantrekkelijk vinden: geen carrière gemaakt, ze was niet mooi en zag er hummelig uit. Toch dacht ik: jij zegt mij veel meer dan menig carrièretijger in Nederland. Tegelijk dacht ik: zoals jij leeft, kan ik het niet.’
Hij wist dus wat hij niet wilde doen. ‘Een kwartier dacht ik: vrijheid. Maar toen al snel: shit.’ Holterhues ging extra vakken volgen om zijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten: beleid en management, communicatie, wat economische vakken. Het studeren ging hem makkelijk af. Na wat puzzelen kwam er een studietraject uit van bijna veertig studiepunten, wat gelijkstaat aan één vol studiejaar. Hij had er maar een half jaar voor. ‘Een minuut raakte ik in paniek, daarna dacht ik: laat ik maar eens beginnen.’ Het tekent de mens. Maar ook: ‘In de zomer had ik alles gehaald en moest ik nog een paper schrijven voor twee punten. Toen ben ik toch eerst op vakantie gegaan.’
Uiteindelijk kwam hij terecht bij Triodos Bank, een bank die in 1980 werd opgericht en zich inzet voor een duurzame wereld. ‘De bank wil een maatschappij met levenskwaliteit realiseren, voor mens en milieu.’ Hij zit er op z’n plek. ‘Hier leef ik tussen de schijnbare tegenstellingen. Aan de ene kant de idealisten en hun idealen en aan de andere kant het bankwezen. Ik begon op de afdeling kredietverlening. Mensen komen met een droom, wij zetten die aan de grond door te kijken of de droom financierbaar is, levensvatbaar. Zo voorkom je dat mensen met onrealistische idealen blijven rondlopen.’
Inmiddels is hij overgestapt naar een andere tak: beleggen. Hij is manager van twee beleggingsfondsen: het cultuurfonds en een fonds dat belegt in bedrijven die voldoen aan de duurzaamheidseisen van Triodos. ‘Het cultuurfonds is relatief klein met honderd miljoen euro, het andere fonds gaat om 1,3 miljard.’
Beide fondsen zijn rendabel. Een belegger kan met andere woorden dus geld verdienen in de cultuursector, musea bijvoorbeeld, of kunst. ‘We helpen mensen uit die sector met hun plannen voor de middellange termijn. Ze willen bijvoorbeeld geld lenen om hun gebouw energiezuiniger te maken, zodat de vaste lasten lager worden. Wij financieren projecten die ondernemers in staat stellen nieuwe geldstromen aan te boren om niet alleen afhankelijk te zijn van subsidies.’
Holterhues is bankier en dat maakt hem trots, ook na de financiële/banken crisis. ‘Ik schaam mij niet voor mijn vak. Het is een mooi beroep. Banken kunnen namelijk echt het verschil maken door wat ze wel en wat ze niet financieren. Als een bank zich bijvoorbeeld hard maakt voor de culturele sector, dan komt daar iets tot stand.’
Juist doordat ze een verschil maken, vindt Holterhues dat banken, maar ook andere bedrijven en individuen, zichzelf af en toe eens de eerste vraag uit de katholieke catechismus moeten stellen: Waartoe bent u hier op aard? ‘Wat wil ik met mijn geld realiseren? Een kankerstichting die belegt in de tabaksindustrie? De wereld goed willen overdragen aan je kinderen en tegelijk je geld investeren in vervuilende industrie? Dat is schizofreen. Geld verdienen kan toch niet contrair zijn aan je eigen doelen? Dat vind ik het mooie van Triodos Bank, we gaan voor het realiseren van een maatschappij met levenskwaliteit. Dat levert soms spanningen op. Soms komt er een project voorbij dat uitzicht biedt op een mooi rendement, maar dat niet bij onze missie past, een andere keer staat een project dicht bij onze filosofie, maar is het niet levensvatbaar. Dan moet je keuzes maken.’
de jezuïeten
Holterhues haalt zijn telefoon uit de slaapstand en laat de screensaver zien, een foto van een weg, genomen in het eerste ochtendlicht. ‘Zodat ik er elke keer aan herinnerd word als ik mijn telefoon gebruik, en dat is vaak.’
De foto is genomen in Denver, een maand of twee geleden. Het weggetje is onderdeel van een wandelpad van vijfenveertig minuten. Hij liep er een keer of honderd overheen tijdens zijn dertigdaagse stilteretraite bij de jezuïeten. ‘Ik was op de helft van mijn leven en de helft van mijn carrière. Ik wilde er een periode tussenuit om terug te blikken en om vooruit te kijken.’
Eric Holterhues werd in 1972 geboren in Rotterdam. Zijn ouders komen van katholieken huize, maar naar de kerk ging hij niet. Toch heeft hij altijd in God geloofd. Hij doorliep zijn schooltijd zonder veel blijvende herinneringen. Ja, dat er Bijbelverhalen werden gelezen, dat weet hij nog goed. Hij besloot priester te worden maar zag dat na een jaar of vijf toch niet zitten. Na zijn studie theologie ging hij werken bij de KRO.
Al snel volgde de overstap naar het bedrijfsleven en kwam hij terecht bij Triodos Bank. Inmiddels is hij manager van twee beleggingsfondsen van Triodos Investment Management. Holterhues woont met zijn partner in Utrecht.
vervolg op pagina 6