‘Verplaats je in de ander, dat brengt geluk’

Even je neus aanraken tijdens een gesprek. Dat wijst op liegen. En als je met je armen over elkaar staat te luisteren, zeg je: ‘Ik sluit mij af en wil niet praten.’ Sociotherapeut en lichaamstaalspecialist Frank van Marwijk (58) grijnst. ‘Deze voorbeelden kennen de meeste mensen wel. Toch zijn deze stereotype interpretaties vaak onjuist, want lichaamstaal is namelijk zeer contextgebonden. Het gaat vooral om de subtiele details. Wist je dat voormalig premier Jan Peter Balkenende verschillende beweegpatronen had als hij op televisie verscheen? Je zag dat aan zijn schouders. Tijdens het vertellen van zijn verhaal wipte hij van de ene naar de andere kant. Als hij trots was, zag je een duidelijk wiebeltje.’
Als twaalfjarige was Van Marwijk al geboeid door het gedrag van mensen. Hij las er boeken over uit de bibliotheek. ‘Aan non-verbale taal kan ik beter zien wat iemand werkelijk vindt, dan wanneer iemand iets vertelt.’ Het begrijpen van die lichaamstaal leerde hij tijdens zijn opleiding als verpleegkundige. Hij kwam in aanraking met mensen met afasie, een hersenaandoening waarbij patiënten niet goed kunnen zeggen wat ze bedoelen. ‘Hun lichaamstaal is heel natuurlijk, het is het enige waarmee ze kunnen communiceren.’ De belangstelling voor het thema was gewekt.
Zijn eindscriptie ging uiteindelijk over non-verbale communicatie in de psychiatrie. Terwijl hij daarna werkte in de psychiatrie volgde hij ook een ICT-studie bij de Open Universiteit. Dat was rond 1998, in de tijd dat de eerste websites op internet verschenen. Dat bleek een onverwacht startpunt voor zijn huidige carrière als lichaamstaalexpert. ‘Ik wilde een website bouwen, maar die moest dan wel ergens over gaan.’ En dus zette hij zijn scriptie over lichaamstaal online. TV West vroeg hem om een interview. En sindsdien kreeg hij steeds vaker het verzoek van media om lichaamstaal van mensen te duiden. ‘Laatst vroeg het AD nog of ik de ontmoeting tussen president Trump en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un wilde analyseren.’
Van Marwijk kijkt dan of de lichaamstaal overeenkomt met wat iemand zegt. ‘Aan oud-premier Kok werd ooit gevraagd of een bepaald incident desastreus was. “Ik kan u dat niet zeggen”, zei hij, maar bewoog tegelijk zijn beide handen naar elkaar toe om het kleiner te maken. Dat bracht non-verbaal de boodschap: “Het valt wel mee.” En bedenk dan dat uit onderzoek blijkt dat mensen non-verbale taal eerder voor ‘waar’ aannemen dan wat daadwerkelijk gezegd wordt.’
Tegenwoordig geeft Van Marwijk trainingen in het bedrijfsleven over het lezen van lichaamstaal. Ook is hij betrokken bij hulpverlening aan vluchtelingen met een traumatisch oorlogsverleden. Daarnaast rondt hij momenteel een studie psychologie af.
handgebaren
Een gesprek met deze specialist in lichaamstaal stuitert al gauw alle kanten uit. Van Marwijk vertelt expressief, met steeds groter wordende ogen als hij iets wil benadrukken. En met handgebaren ondersteunt hij zijn boodschap. Dat is te verwachten bij iemand die van non-verbale communicatie zijn corebusinessheeft gemaakt. Hij schreef zeven boeken, waaronder Het Groot Complimentenboek over het belang van het uiten van waardering en de bestseller Manipuleren kun je leren, over lichaamstaal van managers. ‘Die titel klinkt negatief. Het toont echter dat veel mensen denken dat ze alles weten en zien. Maar veel van ons gedrag is onbewust. Door daar goed op te letten, ontdek je wat authentiek gedrag is.’
Daarin sturen kan wel, zegt hij: ‘Waarom draagt een manager een stropdas? Dat heeft alles te maken met hoe hij zichzelf wil neerzetten.’ De boodschap: kijk goed, en let op de kleine details. ‘Iemand kan lachen, maar als het een asymmetrische lach is, is het in werkelijkheid een teken van minachting.’ Hij vervolgt: ‘Goed kijken zijn we niet gewend. De norm bij een vergadering is dat je je richt op wie aan het woord is, niet op hoe mensen daar naar luisteren. Je ziet dan niet dat ze met de handen achter het hoofd zitten, of juist onderuitgezakt. De context waarin dat gebeurt, zegt veel over hoe mensen in de wedstrijd zitten.’
Sommige dingen zie je direct met het blote oog, of pas later: ‘Als je een vergadering op video opneemt en later versneld afspeelt, zie je al snel de voor- en tegenstanders van een besproken thema. Die verzitten namelijk op hetzelfde moment als iets in hun belang is.’
verbinden
Het draait in goed kunnen begrijpen van lichaamstaal uiteindelijk allemaal om ‘verbinden’, vat Van Marwijk samen. Wie een goede verbinding weet te maken met de ander, is spekkoper. Dat begint al met de ander goed kunnen lezen en complimenteren. ‘En dat kan ook in gedachten, want je hoeft niet de hele dag complimentjes uit te delen.’ Door het in gedachten ook te doen, zorgt het dat je positiever over iemand denkt, meent hij. ¦
Doe niet zo moeilijk. De kunst van het relativeren
Frank van Marwijk. Uitg. Haystack, Zaltbommel 2019. 256 blz. € 20
Door goed naar lichaamstaal te kijken, leerde sociotherapeut Frank van Marwijk veel over hoe mensen onderling communiceren. In zijn pas verschenen boek Doe niet zo moeilijk – De kunst van het relativeren legt hij de brug naar relativeren als middel om het gesprek in relaties te verbeteren.
‘Bij relativeren bekijk je de zaken in de juiste verhoudingen. Het gaat niet om de uiterlijke schijn, maar om waar het werkelijk om draait.’ Zijn boek laat veel van zijn eigen levenshouding zien, vertelt hij. ‘Ik houd ervan zaken luchtig op te pikken en mij niet laten leiden door irreële doelen of resultaten. Als de gebroeders Wright niet hadden doorgezet na tegenvallers, hadden we nu nooit vliegtuigen gehad. In Nederland vinden we het vaak lastig om zaken in de juiste proporties te zien. Een motorrijder wordt hier bij een verkeersruzie doodleuk van de weg gereden. Probeer je nu eens in die ander te verplaatsen voordat je zo reageert. Ik zie mensen zich vaak opwinden, zorgen hebben en gefrustreerd raken in hun leven en werk. Relativeren kan helpen.’
Relativeren is niet hetzelfde als onverschilligheid of desinteresse. Het is juist voor het maximale gaan, belangstelling tonen. Tegelijk stoor je je niet al te veel aan alles wat mis kan gaan. Zo bereik je uiteindelijk meer, want je raakt niet ontmoedigd.’ Hij wijst op bijbelse teksten die relativeren stimuleren: ‘Denk aan “Maak je geen zorgen over de dag van morgen” of: “Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden”.’ En zo adviseert hij: ‘Vraag je af wat nu écht belangrijk is in het leven. Kijk eens in je agenda van vorig jaar. Was het écht zo nodig dat je je toen opwond over iets dat speelde op die dag?’
Pas op dat je zaken ook niet te klein maakt. Als Ajax in de laatste minuut in de Champions League de wedstrijd verliest, zijn er mensen die zo’n teleurstelling voor een fan heel klein maken, weet hij. ‘In Syrië gaan mensen dood, terwijl wij ons druk maken over een potje voetbal, zeggen ze dan.’ Dan is relativeren een valkuil en verslechtert de communicatie. Van Marwijk onderscheidt in zijn boek zes van zulke missers. ‘Verplaats je in de ander, wat het voor die fan van Ajax betekent. Leef mee. Maak verbinding.’ En maak iets ook niet mooier dan het is, dat is een andere valkuil. ‘Als je in de file staat, moet je niet zeggen: “O, wat is de wereld toch mooi.” In de file staan is niet leuk.’ Verbinding maken en zaken in verhouding zien tot jezelf en de ander, wat levert dat op? ‘Persoonlijk geluk en vrede’, zegt Van Marwijk resoluut.