Een fort met een dorp erop
Plaatsnamen met een kleur, Nederland telt er een paar handen vol van. Van Wittem tot Zwartebroek en van Oranje tot Groenekan. Vandaag: Blauwkapel.

Waar komt de naam vandaan?
Fort Blauwkapel. Het ligt, omringd door water, in de oksel van een drukke verkeersweg. Een merkwaardige plek, waaraan je zo voorbij zou gaan. Maar als je de brug neemt en de keien van de Kapelweg op rijdt, bestaan de naburige Utrechtse flats en de A27 niet meer. Hier is het rustig, idyllisch én interessant: een handvol huizen, een piepklein kerkje, wat oude militaire bouwwerken, groene doorkijkjes, alsof daarachter de natuur eindeloos ver strekt.
‘Dit is echt iets heel bijzonders, een fort waar een dorp op ligt’, zegt Anne Holvast. Twintig jaar terug verhuisde hij met zijn vrouw Ada vanuit het centrum van Utrecht naar Blauwkapel. Ze wonen in de grote voormalige pastorie aan de Kapelweg.
Hij weet veel van de lokale historie. ‘Toen zo’n duizend jaar geleden in Nederland de ontginning van moerassen begon, liep er een smalle zandrug met een weg van Utrecht naar Hilversum.’ Op de kruising met een ontginningsweg ontstond de bebouwing die nu Blauwkapel heet – naar het kleine kerkje dat een blauw plafond heeft. Het werd de kern van een uitgestrekt dorp.
Het fort met een beschermd stadsgezicht mag pittoreske trekjes hebben, van gestolde historie kun je niet spreken. Naast huizen met geschiedenis is nieuwbouw gezet – geen replica’s van oude huizen, maar moderne architectuur met verwijzingen naar de oude omgeving. Er staan wat bedrijfsgebouwen, deels van militaire oorsprong – na de Tweede Wereldoorlog werden hier oorlogsmisdadigers vastgezet, tijdens de Koude Oorlog huisde op het fort een dienst van de NAVO, gespecialiseerd in het opblazen van bruggen in West-Europa bij een dreigende opmars van de Russen.
Wat voor mensen wonen hier en waarin geloven ze?
De bedrijfsgebouwen zorgen voor een lichte reuring op doordeweekse dagen – de mensen die druppelsgewijs over de Kapelweg gaan, wonen vaak zelf niet op het fort. Rondom het gebouwtje met de orthodontist staan auto’s geparkeerd – die moeten dezelfde weg terugrijden, want de drie wegen van Blauwkapel lopen voor auto’s dood. Op zomerse zondagen zie je veel fietsers en wandelaars die het fort opnemen in hun route. En dan zijn er natuurlijk de – vergrijzende – bezoekers van de oecumenische ‘onderwegdiensten’ in het kleine kerkje, veelal van buiten Blauwkapel. De bewoners zelf zijn niet zulke kerkgangers, hoor je links en rechts zeggen.
Lex Martens en Like Vijver wonen aan het kerkplein. Ze zitten in de voortuin aan de koffie als in hun blikveld dertig kerkgangers naar buiten komen en de voorganger de hand drukken. ‘Als we thuiskomen van vakantie, knijpen we ons in de arm: wat wonen we hier toch mooi’, zegt Lex. Ze vinden het leuk dat er regelmatig wat te doen is in het kerkje. Maar er is meer te beleven in Blauwkapel. Lex wijst naar de kinderen met opblaasbootjes, aan de andere kant van de kerk. ‘Kijk, die gaan weer varen.’ Het water dat het fort omsluit, is tenslotte vlakbij.
Hoe is de verhouding tot de bestuurlijke gemeente?
Het fort is begin negentiende eeuw aangelegd, als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. ‘Omdat het te duur was om de huizen op het fort af te breken, hebben ze die maar laten staan’, legt Anne Holvast uit. ‘Maar de omwalling knelde de dorpskern langzaam af van haar omgeving. Uiteindelijk stelde het weinig meer voor. Toen wij hier kwamen, stonden er nog zestien huizen.’ Er zijn inmiddels zestien huizen bijgekomen. Het zouden er eerst dértig worden en dat riep enorme weerstand op. ‘De gemeente Utrecht, waar het fort sinds 1997 onder valt, en de bewoners van Blauwkapel stonden twintig jaar geleden in de gevechtsstand. Alles wat de bewoners wilden, nam de gemeente niet serieus, en omgekeerd. Maar het besluit was nu eenmaal gevallen.’
Onverwacht ontstond er toch ruimte voor een bescheidener plan, aangedragen vanuit Blauwkapel. Het was te danken aan een verkiezingsoverwinning van Leefbaar Utrecht. Anne: ‘De essentie was: als je dit dorp serieus neemt, moet je er niet iets tegenaan plakken dat twee keer zo groot is, maar maximaal iets in dezelfde orde van grootte. Dat is gebeurd. Het dorpje is nu levensvatbaar en heeft samenhang. De lijnen naar de gemeente zijn kort geworden. Als je opbouwend en positief met de gemeente in gesprek gaat, bereik je toch meer.’
Welke opvallende plek kom je tegen?
Het dorp bestaat uit kostbare koophuizen. De mensen hier hebben wat te besteden, maar van kouwe kak kun je volgens Ada niet spreken. Een historisch huisje, met 70 vierkante meter woonruimte, veranderde onlangs voor 430.000 euro van eigenaar, zegt Lex. ‘De duurste vierkante meters van heel Utrecht.’
Hoe zit het met saamhorigheid?
Lex en Like betrokken de nieuwbouw in 2007. ‘In het begin voelde je nog wel weerstand tegenover de nieuwelingen. Maar dat is heel snel goed gekomen’, vertellen ze. Ze bevestigen wat anderen ook zeggen: de sfeer is prettig onder de bewoners, die sinds de bouwplannen verbonden zijn in een bewonersclub. Aan het eind van de zomer eet iedereen samen. Op een zaterdag in de herfst vegen de bewoners alle bladeren op – tegenwoordig is het vooral blazen, in samenwerking met de gemeente. Like vindt dat eigenlijk de leukste dorpsactiviteit.
Op kerstavond zetten Blauwkapellers vuurkorven op het kerkpleintje en schenken ze glühwein en chocolademelk – als aardigheidje voor de bezoekers van de kerstnachtdienst. ‘Dat wordt erg op prijs gesteld. De kerk zit altijd vol die avond.’ En natuurlijk is er de groepsapp waar alle bewoners in zitten, voor meldingen als: er zit een ringslang in mijn tuin, of: er stond iemand voor de deur met een raar verkooppraatje. Er zijn er wel die zich een tijdje wat afzijdig houden – dat kan ook. Ada Holvast: ‘Het is een dorp met stadse mentaliteit. We lopen de deur niet bij elkaar plat.’ Lex Martens: Er is op een gezónde manier sociale controle.’ ¦
Blauwkapel ligt langs (knooppunt)routes voor fietsers en wandelaars. Horeca is er niet. Met je eigen broodtrommel en thermosfles kun je op het fort prettig pauzeren. Voor het oude kerkje en voor de sfeervolle ‘bomvrije kazerne’ staan bijvoorbeeld banken. Een klein deel van de natuur is toegankelijk, via de Huis te Veenweg, een zijweg van de Kapelweg. Je komt uit bij een hek met een pad dat leidt naar een vlonder aan het water. Mis bij aankomst en vertrek de ijzeren wegversperringen niet die nog in de berm steken. Tegenover de orthodontist aan de Kapelweg staat de voormalige pastorie. Daar zitten hoog in de boom drie apen, uit hout gesneden, bekend als ‘horen, zien en zwijgen’. Voor bewoner Anne Holvast symboliseren ze niet een doofpotcultuur, maar, wat ze in het Engels noemen, ‘see no evil, hear no evil, speak no evil’. Hij heeft er geen enkele moeite mee dat bezoekers voor zijn tuin stilstaan om de apen te bekijken. Het Gilde in Utrecht verzorgt rondleidingen. Dan kom je ook in het beschermde natuurgebied – een klein oppervlakte overigens – met onder meer historische militaire schuil- en opslagplaatsen.
meer informatie: gildeutrecht.nl/agenda-gilde-utrecht