Arie Boomsma: ‘Het geloof is geen hoofdthema in ons gezin, maar ik zal het nooit loslaten’

Arie Boomsma (48) is elke dag bezig zijn gezondheid te optimaliseren: koudetraining met een ijsbad in de tuin, de juiste voeding, ademhalingsoefeningen in de ochtend, ’s avonds journallen (een soort dagboek bijhouden) om dieper te slapen. Dat is geen ijdelheid, zegt hij, maar komt ook uit liefde. ‘Ik wil niet veel eerder sterven dan mijn vrouw Romy.’ In zijn nieuwe boek Trainen voor het Leven, dat deze week verscheen bij uitgeverij Prometheus, moedigt hij ouderen aan te beginnen met krachttraining. Hij is ervan overtuigd dat hun leven daar mooier van wordt.
Op Instagram, TikTok en in twee podcasts deelt de voormalig televisiepresentator geregeld tips om in het alledaagse leven meer te bewegen. Zo post hij filmpjes waarin hij op sokken tegen een glijbaan van de kinderen omhoog probeert te rennen, drie bezemstelen tegelijk rechtop wil laten staan, of met twee zware gewichten - kettlebells - in zijn handen uit de sloot springt. Voor de een is het inspirerend, voor de ander werkt zijn fanatisme als een rode lap op een stier. Zijn filmpjes leiden geregeld tot spottende grappen op sociale media. ‘Er zullen altijd mensen zijn die me stom vinden en daarmee ook alles wat ik doe. Ik heb geleerd te accepteren dat ik daar geen invloed op heb.’
matigheid
‘Jezelf luxes onthouden is heel belangrijk voor je gezondheid. Dat geldt voor bepaalde voeding, maar denk ook aan koudetraining met ijsbaden of koud douchen. Als je daardoor je verwarming niet hoger hoeft te zetten dan achttien graden, is dat ook een vorm van matigheid. Wanneer ik op sociale media iets deel over het gebruik van mondtape - om te trainen door je neus te ademen - weet ik dat mensen dat veel te ver vinden gaan.
Er zijn mensen die vinden dat de focus op gezondheid uit de hand loopt. Maar wat ze vaak vergeten is dat de omgeving enorm veranderd is ten opzichte van vroeger. Kijk naar hoeveel bewerkt voedsel er altijd en overal beschikbaar is, waar bovendien een heel sterke marketing achter zit. We slapen minder lang dan vroeger, we hebben meer stress en we zitten meer dan ooit. We worden steeds ouder, maar zijn vaak vooral langer ziek.
Vanaf je dertigste nemen je spieren af als je ze niet gebruikt. Ons inactieve leven vraagt om compensatie, met sport en krachttraining. Ik ben ervan overtuigd dat we een mooiere samenleving hebben als meer mensen gezond zijn. Alles wat ik de afgelopen jaren deed, is daarop terug te voeren: ik wil dat mensen in beweging komen. Als minder mensen ziek zijn, maken we minder zorgkosten, raken minder mensen in een isolement, is er minder eenzaamheid, meer veerkracht, optimisme, daadkracht en energie.
‘Het beperkt je leven als je bepaalde plekken gaat mijden.’
Vaak gaan mensen niet naar een verzorgingstehuis omdat ze ziek zijn, maar omdat ze dingen niet meer kunnen: veters strikken, iets uit een kastje pakken. Al die dingen kun je trainen met bekende fitnessoefeningen. Veters strikken doe je door te knielen op één been. Dat is een lunge. Pak ik een pan uit het onderste kastje, dan maak ik een squat. Een pot pindakaas terugzetten in het kastje boven je hoofd, is een press.
Boodschappentassen niet direct in de auto zetten, maar er een stukje mee lopen: dat is de farmers carry. Door die oefeningen te herhalen word je er beter in en blijf je langer genieten van het leven. Ik hoorde eens van iemand die bang was niet op tijd aan de overkant te zijn als het verkeerslicht voor voetgangers op groen springt. Het beperkt je leven als je zulke plekken dan gaat mijden. Dat geldt ook voor boodschappen doen.
Als je dat kunt blijven doen, geeft dat zelfvertrouwen. Dan kun je langer zelfstandig blijven en word je niet naar de marge geduwd. De belasting van je lichaam met extra gewichten, zorgt niet alleen voor sterkere spieren - die heel belangrijk zijn - maar ook voor sterkere botten. Als je dan valt, breek je misschien niet direct je heup en kom je niet in die stroomversnelling richting hulpbehoevendheid.’
liefde
‘Toen ik vroeger aan krachttraining deed, was dat om beter te worden in de sport die ik beoefende: basketbal. En ook omdat ik een bepaald uiterlijk nastreefde. Nu is dat verschoven naar: wat heeft mijn leven nodig? Ik heb relatief laat kinderen gekregen. De jongste is nu twee, de oudste is zeven en daartussen zit er een van vier. Ik train ook om hen te kunnen bijhouden. Om ‘ja’ te kunnen zeggen als ze na een lange werkdag vragen: zullen we nog even …? Hun energie wil ik kunnen matchen. En mijn vrouw Romy is aanzienlijk jonger, we schelen zeventien jaar.
Ik zou het niet fijn vinden als ik veel vroeger sterf dan zij. Het gaat bij mij niet om krampachtig jong blijven en vasthouden aan jeugdigheid. Dat is niet nodig. Weet je, ik vind het ook heel fijn om ouder te zijn. Ik ben rustiger en zekerder in wat ik doe. Mijn ambitie is zuiverder geworden, ik hoef niet meer onbezonnen overal ‘ja’ op te zeggen. Het gaat om góéd ouder worden. Dat geldt ook voor mijn ouders. Hen train ik allebei. Ergens is er de angst ze te verliezen. Dat punt gaat natuurlijk een keer komen. Maar het is een fijne gedachte dat je dat niet alleen kunt uitstellen, maar er ook voor kunt zorgen dat ze op een fijne manier kunnen blijven meedraaien en erbij kunnen zijn.
Lees verder onder de foto.
Arie Boomsma - beeld Martin Waalboer
Sinds we bij de gym groepslessen voor ouderen aanbieden, doet mijn moeder mee. Twee keer per week pakt ze een les, en soms train ik haar nog een keer. Je zag bij haar het plezier: ze werd sterker, haar postuur veranderde en ze maakte zich iets nieuws eigen. En mijn vader zag dat ook bij haar. Hij is nu tachtig, en heeft een paar ferme tikken van het leven gekregen. Hij kreeg een herseninfarct en heeft een zenuwaandoening waardoor zijn huid de hele tijd jeukt. Dat kost veel energie. Je zag hem snel ouder worden. Toen ben ik hem ook gaan trainen.
Hij vertelde afgelopen week dat ze samen op een treinstation waren, waar een stang hing, een soort buis. Hij keek daar naar en zei tegen mijn moeder: ‘Vroeger kon ik me daar tien keer aan optrekken’. ‘Nou, dat lukt je nu denk ik niet meer, Pieter’, zei mijn moeder. En toen is hij het gaan proberen en het lukte! Geen tien keer, maar toch. Ik had gewild dat ik het gezien had: twee tachtigers die daar op een perron naar die stang staan te kijken en er een uitdaging in zien. Dat ze bij mij trainen, geeft ook de mogelijkheid om bij elkaar te zijn. Na een training drinken we een kop koffie en soms gaan we lunchen. Tussendoor praten we met elkaar, want we hoeven niet keihard te beuken. Dat is fijn, want die vanzelfsprekende momenten zijn er tegenwoordig veel minder dan vroeger.’
wijsheid
‘Er worden natuurlijk ook wel grappen over mij gemaakt. Bijvoorbeeld toen ik met twee kettlebells uit de sloot omhoog kwam bij een nieuwjaarsgroet, of toen ik een filmpje maakte met een evenwichtsoefening waarbij ik drie bezems gebruikte. Dat zijn dingen waar ik alleen maar om kan lachen, en die memes die erover worden gemaakt, plaats ik zelfs door.
Er zijn mensen die het inspirerend vinden, maar er is ook altijd een grote groep die denkt: hé mallerd, wat lig je daar nou in de sloot? Als mensen over mij praten, bijvoorbeeld bij Vandaag Inside, probeer ik altijd na te gaan of dat mensen zijn die ik om advies zou vragen. Of het mensen zijn die zich hebben verdiept in de wetenschap erachter, of ze autoriteit zijn in de wereld waarin ik me begeef. Is het antwoord nee, dan zit het me niet dwars. Maar het kan dan alsnog wel onrust creëren.
‘Er zullen altijd mensen zijn die me stom vinden en daarmee ook alles wat ik doe. Ik heb geleerd te accepteren dat ik daar geen invloed op heb.’
Als er in een talkshow over mij gepraat wordt, ontketent dat een leger aan internettrollen. Op straat heb ik daar nooit last van. Nou ja, één keer heeft iemand bij een tankstation uit het niets gezegd: ‘Ik ben voor Johan Derksen hoor!’ ‘Doe hem de groeten’, zeg ik dan vriendelijk. Dat heb ik van actrice Wieteke van Dort geleerd: nooit in discussie gaan en als iemand een foto wil - in haar tijd een handtekening - altijd doen. Er zullen altijd mensen zijn die me stom vinden en daarmee ook alles wat ik doe. Ik heb geleerd te accepteren dat ik daar geen invloed op heb.
Een paar keer heb ik dat heel heftig ervaren, bijvoorbeeld tijdens die rel bij de Evangelische Omroep in 2009. Ik heb toen op de cover gestaan van het magazine L’homo, terwijl homoseksualiteit bij de EO een gevoelig thema was. De storm die toen ontstond was heel heftig, het ging tot het journaal aan toe. Ik was in de drie jaar daarvoor juist bezig met bijdragen aan een positieve verandering van de beeldvorming.
En nu was ik de reden dat die beeldvorming - van christenen die niet uit de voeten kunnen met homoseksualiteit - in één klap terug was. Toch heb ik geen spijt van die actie. Het was zo’n belangrijk thema. Wat ik mezelf wel aanreken, is dat ik afspraken heb geschonden. Dat lag bij mij, niet bij de EO. Als ik er nu een paar jaar later op terugkijk, zie ik hoe mooi de omroep zich op dat thema heeft ontwikkeld. Misschien heeft het daar juist aan bijgedragen. Het grappige is dat ik na die rel gewoon nog een jaar voor de omroep heb gewerkt.’
geloof
‘Toen ik nog bij de EO werkte, was ik voor de media altijd die gelovige jongen. Nu ik me richt op gezondheid en beweging, gaat het er nooit meer over. Maar geloof speelt nog altijd een grote rol in mijn leven. Al is het minder verankerd in mijn rituelen: ik bid wel dagelijks, maar lees niet iedere dag uit de Bijbel. Toen ik nog in Amsterdam woonde, ging ik iedere week naar de kerk. Nu is dat ongeveer een keer per maand.
Mijn vrouw Romy is niet christelijk, maar vindt het wel fijn om naar de kerk te gaan met z’n allen. En de kinderen stellen er vragen over: wie is Jezus, wat is God? Wie is Mozes, vraagt mijn zoon - hij heet ook Mozes. Daar praat ik over met ze, en ik lees wel eens een verhaal met ze.
Het geloof is geen hoofdthema in ons gezin, maar ik zal het nooit loslaten. Daarvoor vind ik het te mooi. Dat God in al zijn grootheid zo nederig is dat Hij zegt: ‘Weet je wat, ik ga gewoon als mens tussen jullie wonen’. Dat is het grote verschil met andere religies, waar je maar moet hopen op verlichting, op een hiernamaals. Als je naar Jezus kijkt, en Hem echt als voorbeeld neemt, wordt het geloof heel relevant. Kijk eens naar de mensen naast wie Hij ging staan, de mensen van wie iedereen zegt; hè bah.
Toen de kerken laatst plekken gingen creëren voor vluchtelingen, was ik echt trots. Yes, zo hoort het. Zelf ben ik een tijd betrokken geweest bij de vluchtkerk, in Amsterdam. Maar het is ook goed als anderen dat verder brengen. Je moet niet overal je portefeuille van maken. Dan denken mensen: daar heb je hem weer, op de barricade. Dat maakt je niet geloofwaardiger. Natuurlijk ben ik ook een beetje een dominee, net als mijn vader. Maar een groot verschil is dat ik niet wil bekeren. Ik reik dingen aan en weet dat mijn weg niet voor iedereen werkt.’
dapperheid
‘Mijn liefde voor basketbal begon heel vroeg, toen ik van die Amerikaanse college-spelers op televisie zag. Dat wilde ik ook. Toen ik eenmaal bij een club kwam, bleek dat ik het goed kon. Het is fijn om als kind die bevestiging te krijgen. In die tijd ontdekte ik de romantiek van jezelf afzonderen, in isolement ergens hard aan werken en beter worden dan de rest. Als ik dan met mijn vriendjes ging basketballen en het begon te regenen, gingen zij naar huis. Ik bleef juist en ging bijvoorbeeld met links oefenen.
‘In Nederland hebben we de neiging te zeggen dat dromen wel realistisch en haalbaar moeten zijn. Maar over een droom moet je dat niet te snel zeggen.’
Op mijn veertiende kocht ik een klein fitnessbankje en wat gewichten, voor zevenhonderd gulden. Dat is veel geld op die leeftijd, wat ik met mijn krantenwijkje bij elkaar had gespaard. Ik was geïnspireerd door de films van Rocky (acteur Sylvester Stallone speelt daarin een bokser die keihard werkt om de top te bereiken, red.). Die zag ik precies op een moment dat mijn lichaam veranderde. Ik merkte dat ik dat positief kon beïnvloeden door te trainen.
Toen ik op mijn zestiende in Amerika ging wonen, waar ik aan colleges ging basketballen, werd dat versterkt. Ik houd van de Amerikaanse mentaliteit waarin groot dromen wordt bemoedigd. In Nederland hebben we de neiging te zeggen dat dromen wel realistisch en haalbaar moeten zijn. Maar over een droom moet je dat niet te snel zeggen. Zet je doelen, ook als dat dingen zijn waarvan andere mensen zeggen: rustig aan, doe maar wat iedereen doet, dat is veilig.
Daar buiten durven treden, soms op je bek gaan en weer doorgaan, dat vind ik juist mooi. Die houding van ga maar, probeer maar en als je heel hard aan dingen werkt kunnen er kansen ontstaan, dat heb ik overgenomen uit mijn tijd daar.’
hoop en rechtvaardigheid
‘Jane Goodall, de wetenschapper die bekend is om haar werk met chimpansees, had de mooie uitspraak: think global, act local. Natuurlijk is de wereld waarin ik me begeef, van gezonde voeding, ademhalingstechnieken, sporten, een zeer bevoorrechte. En dat knaagt wel eens aan me. Als ik het nieuws volg over het klimaat, de dreigende kernoorlog, vluchtelingen, en die ultrarechtse beweging die wereldwijd opkomt, kan het me overweldigen. Die dingen bij elkaar kunnen me lamleggen.
Act local helpt me daarbij. De gym, mijn platform, dat is de kring waarop ik invloed heb. Die wereld is ook een mini-samenleving. In ons ledenbestand hebben we allerlei culturen en geaardheden, oude mensen, jonge mensen, transmensen, noem maar op. We geven inclusiviteitstrainingen en trainingen die worden gegeven door heel zware mensen, over body positivity: van je lichaam houden, ook als het dik is.
Waar ik niet vaak over praat in interviews - het kan overkomen als: kijk eens wat we allemaal doen - is dat we sportschoolabonnementen weggegeven aan vluchtelingen. Dat begon met een stuk of achttien Afghaanse en Syrische vluchtelingen, en nu hebben we dat ook gedaan voor ongeveer tien Oekraïense vluchtelingen: kom maar trainen en kom mensen ontmoeten. Het is heel mooi om hun een ontmoetingsplek te bieden.
Bij het klimaat weet ik: dat ga ik persoonlijk niet oplossen. Romy en ik zijn aan het sparen voor zonnepanelen, in de gym gebruiken we geen plastic en onze volgende auto wordt een hybride. Zo doen we wat we kunnen, maar het blijft een druppel op de gloeiende plaat. Bij de dingen die ik niet kan controleren, vormen mijn dagelijkse rituelen houvast. Ik zoek bewust stress op met een ijsbad of keihard trainen. In het ijsbad krijg ik direct een hoge ademhaling en een snelle hartslag, die ik onder controle moet krijgen. Die stress is voor mij hetzelfde bij heftig wereldnieuws: ik kan het niet controleren, maar ik kan wel leren ermee om te gaan.’ ◀
Arie Boomsma
Arie Boomsma (48) is getrouwd met Romy (31), ze hebben drie kinderen. Boomsma is voormalig fotomodel en televisiepresentator voor de Evangelische Omroep, de KRO en commerciële zenders. Hij groeide op als zoon van dominee Pieter Boomsma en leidde met zijn vader talloze (jeugd)kerkdiensten.
Acht jaar geleden opende hij in Amsterdam de sportschool Vondelgym, die inmiddels vier filialen telt. Sindsdien richt hij zich als ondernemer op gezondheid en met name (kracht)training. In zijn podcasts over voeding en routines interviewt hij mensen die voor hem inspirerend zijn, onder wie ‘The Iceman’ Wim Hof, de grondlegger van het koudetrainen, en theoloog Alain Verheij.

