Marcel van de Ven: ‘Rust is een wapen dat nooit weigert. Vaak is langzaam snel genoeg’

Dit verhaal werd eerder gepubliceerd in 2020.
Op straat viel hij niet snel op, behalve als fysiek fit persoon. Niet opvallen was jarenlang zijn leven. De selectie voor de undercovereenheid was zwaar, ongeveer zoals die van commando’s. Maar opgeven stond niet in zijn woordenboek. ‘Ik dacht: het zal míj niet gebeuren dat ze mij afwijzen. Daarom trainde ik hard.’ Het doel van het geheime team: de misdaad bestrijden op nieuwe manieren, met nieuwe middelen. ‘Wij zorgden vaak voor het laatste puzzelstukje in een rechercheonderzoek.’
Wijsheid
‘Wat is wijsheid? Wijsheid was geweest: na vier jaar stoppen. Wijsheid was misschien zelfs geweest als ik hier niet eens aan begonnen was. Het heeft veel gegeven, maar het heeft me ook heel veel gekost. Dat zag ik achteraf. Voor mijzelf was meedoen en toetreden tot dit team wijs. Maar ik was toen wel vader van twee kinderen. Mijn stabiele thuisfront als vader was belangrijk bij de selectie, maar het werk heeft me wel mijn relatie gekost. Ik was erg loyaal, voelde me verplicht: ik ‘moest’ het mijne doen, om zware misdaad te bestrijden. Of het wijs was om me er zo in te storten, is de vraag. Maar ik wilde het toch. Ons team was klein, de psychische veiligheid groot.
Ik was supertrots dat ik die selectie had gehaald. Er ontstond een sterke groepscultuur: wij maakten samen, dag in, dag uit, extreme situaties en gevaren mee. Dat werkt enorm samenbindend. Maar, intussen groeiden mijn thuisfront en ik uit elkaar. Ik zag het gebeuren. Pure onmacht. Tegelijk kon ik altijd terecht in het team. Er ontstond een soort teamwijsheid: samen risico’s inschatten. Tijdens riskante operaties was onderbuikgevoel, intuïtie, mensenkennis enorm belangrijk. Dat liegt bijna nooit. Je leest mensen: hoe ze praten, hoe ze uit hun ogen kijken.’
Dapperheid
‘Ik kan pas sinds kort een tijdje rustig voor de tv zitten. Dat lukte me jarenlang niet. Vanaf de eerste dag bij de speciale eenheid werkte ik onder hoge druk. We trainden op worstcasescenario’s, het slechtste wat kon gebeuren, om onze rugzak te vullen met ervaringen. Ook onder druk moesten we kunnen handelen. Als de stress hoger wordt, blijf je dan communiceren? Hoe reageer je als je ineens in de loop van een pistool kijkt? Ons plaatje moest wel kloppen: een vermomming als glazenwasser, om beter in een kantoor te kunnen kijken, mislukte omdat wij geen ramen konden lappen en liepen te klooien met die lange ladders. Ik heb in ons team geleerd dat nee ook een antwoord is: niet gaan, een andere aanpak kiezen, als het niet goed voelt.
Onze conditie was top. We trainden de hele dag. Als je fysiek sterk bent, dan mentaal ook: het helpt om met zelfvertrouwen je mannetje te staan en helder te denken. Het was een kat-en-muisspel, met zware criminelen, zelfs met terroristen; mensen gewend aan liquidaties, enorme drugstransporten, moord, terreur. Wij waren hun bedrijfsrisico. Na een paar rechtszaken kreeg de onderwereld in de gaten dat de recherche technisch met een inhaalslag bezig was. In korte tijd nam de behoedzaamheid toe.
Misdadigers weten: je verrader slaapt nooit. Dat geldt ook voor gewone mensen: kijk maar naar Hunted, waarin mensen 21 dagen uit handen van de recherche proberen te blijven. De meeste mensen zijn praatgraag en geven meer prijs dan ze van zichzelf dachten.’
Geloof
‘Wij geloofden in elkaar, in het samen risico’s durven nemen. Het geloof en vertrouwen in het team waren grenzeloos. Veiligheid en openheid waren cruciaal. ‘Volgens mij zit jij niet zo lekker in je vel, ga liever wat anders doen.’ Wij kregen meestal maar één keer de kans om een microfoon, baken of camera te plaatsen: als het fout zou gaan, was het ook echt fout. Ik ben atechnisch, je doet mij geen lol met batterijen en schroefjes. Ik deed wel een paar plaatsingen, maar dat was om het team te kunnen laten zien: zie je wel, ik kan het.
Later werd mijn taak het waarborgen van de veiligheid tijdens de actie; het technische handwerk liet ik aan anderen. Een mens kan meer dan hij denkt. Als je denkt in mogelijkheden, zijn die er ook. En rust is een wapen dat nooit weigert. Vaak is langzaam snel genoeg.’
Liefde
‘Ik krijg veel reacties van collega’s uit speciale eenheden, die mijn boek laten lezen aan hun kinderen, zodat die snappen wat er met hun vader of moeder is gebeurd. Het is alsof ik door die reacties nu pas besef hoe bijzonder het was. Alsof ik uit een tunnel kom. De rekening voor het thuisfront is hoog: vaak van huis, slapeloosheid, relatiebreuken, weinig contact met de kinderen. Dit probleem doet zich overigens ook vaak voor bij brandweermensen en ambulancepersoneel; ook onder hen is het percentage echtscheidingen hoog.
‘Mijn kinderen zijn nu trots op me, maar van hun kindertijd en opvoeding heb ik veel gemist.’
Als je als eerste bij incidenten bent, loop je risico op trauma en PTSS. Stel je voor dat je met gevaar voor je leven eerste hulp verleent in die Utrechtse tram, terwijl de dader van de terreuraanslag nog rondloopt. Politiemensen zien geregeld onnatuurlijke sterfgevallen. Ik merkte vaak onbegrip over politiewerk. Als ik vertel dat ik mijn vuurwapen moest trekken, is dat niet stoer of avontuurlijk, maar heb ik het over een moment dat mijn laatste adem had kunnen zijn. Zo’n ervaring draag je met je mee, dat beseffen mensen vaak niet.
Ook ik merkte in mijn privéleven de gevolgen van mijn werk. Ik heb een paar keer opnieuw mijn vertrouwen moeten geven na een relatiebreuk, dat was niet gemakkelijk. Nu heb ik een heel goede band met mijn kinderen en mijn ex. Ik ben gelukkig in een nieuwe relatie. En met mijn kinderen gaat het goed, mijn zoon Micky van negentien voetbalt bij FC Volendam en is jong ‘Talent van Nederland’. Mijn dochter Caya werkt in mijn bedrijf, waarin ik trainingen geef en rechercheonderzoeken verricht. Mijn kinderen zijn nu trots op me, maar van hun kindertijd en opvoeding heb ik veel gemist. Ik weet niet wat ik zou doen als ik mijn leven over kon doen.’
Matigheid
‘In november komt er een jeugdboek van mij uit bij Uitgeverij Kluitman in Alkmaar, Onder de radar. Ik maak me grote zorgen over jongeren. De trend van messentrekken, groepsdruk, gewelddadige raps, seksuele afpersing via sociale media is echt verontrustend. Zeker nu de deelnemers steeds jonger zijn, tot elf- en twaalfjarigen aan toe. Drugsgebruik is voor veel kinderen normaal. In mijn schooltijd op de mavo in Wormerveer stonden twee vrienden van me te blowen in het fietsenhok. Een leraar rook dat. Ging er direct een brief naar de ouders: pas op uw kinderen, er zijn drugs op school. Nu blowen de ouders méé. Of ze gaan zelf naar houseparty’s, zelfs naar parenclubs. En de media plaatsen rappers op een voetstuk, die bizarre teksten spuien, ‘fuck the police’, meisjes zijn ‘hoeren’, die de mocromaffia steunen. En zo’n rapper wordt dan jurylid in The Voice, met 1,6 miljoen kijkers!
Dus: vertrouw ik mensen? Nee. De normale normen en waarden, die zijn weg. Bij de computergame Warzone kun je mensen ‘knifen’, steken, met een mes; miljoenen mensen spelen dat. Weer een prikkel die de trend voedt. Zo’n liedje als van rapper Lil’ Kleine, Drank en drugs, vind ik vreselijk om naar te luisteren. Maar veel ouders zingen en dansen dat liedje gewoon mee. De hang naar geld, gemak, vrijheid, eigenbelang, gewin en status is bij veel mensen op het criminele af. Nog zoiets: Nederlandse Netflix-series trekken altijd partij voor de boeven. De politie komt negatief over, dat steekt me wel. Die Carmen van de serie Penoza is toch een pleuriswijf met haar cocaïnesmokkel, maar iedereen heeft een bepaalde sympathie voor haar.
Hoop en rechtvaardigheid
‘Mijn mensbeeld is vervormd. Ik denk niet dat de meeste mensen deugen, maar juist dat iedereen een boef kan zijn. Ik heb geen vertrouwen in de wereld en in de mensen. Daarom ben ik ook zo gehecht aan mijn naasten; mijn vrienden zijn me heilig, die vertel ik alles. Ik houd van gezelligheid. Maar het probleem is dat ik erg veel misdaad heb gezien. Of ik hoopvol ben? Wel in de zin van: de zucht naar gewin breekt iedere crimineel op. En je verrader slaapt nooit. Goede mensen herken ik wel, maar ik heb een alarmsysteem in me: tot hier, en niet verder. Pas als ik meer met iemand omga, word ik opener.
Uiteindelijk zijn mensen egocentrisch. We zijn met z’n allen aan het overleven. Ik wou dat ik nog naïef kon zijn. Ja, dat zou ik graag willen. Maar helaas heb ik gezien waartoe mensen in staat zijn. Denk aan de Posbankmoord op Alex Wiegmink, de kofferbakmoord op Caroline van Toledo. Die kwam zo hard binnen bij mij. Zó zijn mensen, dus. Niet dat ik de hele dag denk: ik vertrouw je niet, maar mijn alarm staat wel altijd aan. En op vakantie pik ik de boeven er vanuit de verte zo uit. Gelukkig is de opsporing in Nederland goed.
‘Zo’n liedje als van rapper Lil’ Kleine, Drank en drugs, vind ik vreselijk om naar te luisteren. Maar veel ouders zingen en dansen dat liedje gewoon mee. De hang naar geld, gemak, vrijheid, eigenbelang, gewin en status is bij veel mensen op het criminele af.’
Alle liquidaties in de Amsterdamse onderwereld zijn opgelost, ook bijna alle van de mocromaffia; de daders zitten nu vast. En, vergeet niet: alle terreuraanslagen zijn tot nu toe voorkomen. Ik vestig mijn hoop op meer besef en bewustwording bij kinderen over de gevaren van drugs en criminaliteit. Ik reken op steun van ouders, scholen en burgemeesters. En uiteindelijk geloof ik wel dat het recht zegeviert, op een gegeven moment. Maar het leed dat onderweg daarnaartoe wordt veroorzaakt, dat gun ik niemand.’
Mede n.a.v. De Kooi. Een undercoveragent over het best bewaarde geheim van de Nederlandse politie. Uitg. Ambo/Anthos, Amsterdam 2020. 246 blz. €. 20,99
Een gesprek over de zeven deugden: wijsheid, rechtvaardigheid, dapperheid, matigheid, geloof, hoop en liefde.


