Zeven vragen aan Robèrt van Beckhoven: 'Heel Holland Bakt is zwaar voor de kandidaten'

1 Zondag begint alweer het zesde seizoen. Merkt u dat het niveau van de kandidaten met de jaren omhoog gaat?
‘Het niveau is altijd hoog. Als je de winnaars van alle seizoenen bij elkaar zet, ben ik benieuwd wie er eerste zou worden. Ik denk dat Rutger, uit het eerste seizoen, ook een goede kans zou maken. Inmiddels weten de kandidaten wel goed waarop we letten. Als ze netjes werken en goed plannen, maken ze meer kans. Dat herhalen we vaak. Ook dit jaar zitten er weer bijzondere mensen bij die weer andere dingetjes doen. Het is een mooie serie geworden met een heel behoorlijk niveau.’
2 Is het moeilijk om steeds nieuwe opdrachten te verzinnen?
‘Nee dat niet, want we kunnen kiezen uit een enorme berg producten. Wat het moeilijkste is: wat doe je met de tijd? Bij brood is dat het lastigst. Je kunt niet zeggen, maak maar een volkorenbrood of een croissant. Daarmee ben je zo drieënhalf uur bezig, waarvan je twee uur moet wachten. We moeten er ook rekening mee houden of het interessant is voor de kijker. Doen de kandidaten genoeg en kost het niet te veel tijd? En dan zit ook het competitieve element er nog in. Sommige dingen lijken misschien makkelijk, maar doe het maar eens in anderhalf uur. Er zijn kandidaten die zeggen dat die wedstrijddruk ze toch was tegengevallen, dat hadden ze niet verwacht.’
3 In vergelijking met bijvoorbeeld de Amerikaanse versie, gaat het er in Heel Holland Bakt gemoedelijk aan toe. Is er geen afgunst onderling?
‘Het is soms zelfs te gezellig. Dan zeggen we: houd er wel rekening mee dat het een competitie is, ook al doen jullie allemaal leuk en aardig tegen elkaar. Pas als er een paar afvallen, begint dat vaak echt door te dringen. Dan denken ze: oh, ik kan er ook uit. Dan moet ik toch extra mijn best gaan doen. Ik denk dat kijkers vaak niet doorhebben hoe zwaar het eigenlijk is voor de kandidaten. Het kost heel veel tijd. Je moet drie producten maken in één weekend. Dat is veel. Je moet oefenen en voorbereiden, je recepten en je werkwijze insturen. Die week erop is het weer zo, en daarna weer. Dat is enorm zwaar. Helemaal als je dan maandagochtend gewoon weer naar je werk moet. Daarom vind ik het ook belachelijk als juryleden kandidaten kleineren, zoals in andere programma’s weleens gebeurt. Want als ze zelf zouden meedoen, geloof mij, dan zou ze dat zwaar tegenvallen. Maak maar eens in twee uur een taart in een vreemde oven en een klein keukentje, onder druk. Voor hen is het makkelijk praten.’
4 Wat vindt u van het spreekwoord ‘over smaak valt niet te twisten’?
‘Dat klopt. Ik heb inmiddels al zoveel dingen gejureerd, en één ding is zeker. De winnaar maakt altijd iets wat we allemaal heel lekker vinden. Als iemand iets maakt wat heel mooi en lekker is, dan proeven we dat allemaal. Maar sommigen houden wel wat minder van bepaalde smaken, zoals mint of lavendel. Als je het WK wil winnen, moet je geen taart met mint bakken. Er is altijd wel iemand van de jury die daar niet van houdt en die geeft dan een zesje. Een slimme bakker maakt slimme producten. Dingen als framboos, aardbei, room en chocola vinden we allemaal lekker.’
5 Is het als jury niet moeilijk om zo veel verschillende smaken na elkaar te proeven en te typeren?
‘Nee, dat is supermakkelijk. Als je zo veel dingen hebt geproefd, weet je dan op gegeven moment wel wat wat is. In het begin van het programma moeten we heel veel proeven, maar naarmate er kandidaten afvallen, wordt het aantal producten dat we proeven ook minder. We nemen tussendoor altijd een slokje water. En we eten niet de hele taart op, hè?’
6 Naast smaak is het uiterlijk van de baksels ook altijd van belang in de beoordeling. Waarom is dat?
‘Hebt u een relatie? En ziet hij er een beetje goed uit? Ja, anders was u er ook niet aan begonnen, hè? Zo is het ook met taart. Het moet er goed uitzien, anders beginnen we er niet aan. En als de smaak dan ook nog goed is, dan weet je dat het een blijvertje is. Uiteindelijk is de smaak het belangrijkst. Je kunt nog zo’n mooie taart maken, als ’ie niet smaakt, komen mensen er niet voor terug.’
7 Leert u zelf nog weleens iets nieuws van de kandidaten?
‘Absoluut. Ik zie elk jaar wel wat nieuws, zowel qua smaken als qua ideeën. Ik gebruik weleens een techniek die ik in het programma heb gezien, maar het is dan niet iets wat ik standaard in mijn repertoire heb opgenomen. Meer leuk voor een keertje.’