Hoe je een goede sollicitatiebrief schrijft

Doe research
Dé perfecte sollicitatiebrief bestaat niet. Dat komt doordat iedereen de brief anders zal interpreteren, legt universitair hoofddocent hrm en organisatiegedrag Janneke Oostrom, uit. Stem als sollicitant je brief daarom af op de lezer, als je in de smaak wilt vallen bij een potentiële werkgever, tipt Oostrom, die aan de Vrije Universiteit onderzoek doet naar sollicitatieprocedures.
‘Tailoring’ heet dat in de wetenschappelijke literatuur. Googel dus niet naar voorbeeldbrieven en begin zeker niet meteen te typen, maar achterhaal eerst wie de recruiter is die de brief gaat lezen.
Voor zo’n op maat gemaakte brief is het belangrijk dat je je verdiept in de organisatie en functie waarop je solliciteert. Dat klinkt logisch, maar gaat verder dan online speuren. Spreek bijvoorbeeld werknemers over de werksfeer. Gerjan Apeldoorn, sollicitatietrainer en auteur van het boek Baanbrekend naar (ander) werk (2021), vertelt dat hij eens uren in een kroeg heeft gewacht omdat hij wist dat werknemers daar gingen borrelen. ‘Dat leverde me een schat aan informatie op’, zegt hij.
Gaat dat te ver, bel dan in ieder geval naar het nummer onder de vacature, meent Jesse Geul, zelfstandig recruiter bij onder andere het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. ‘Al is het maar zodat je aan de hand van de toon van het gesprek kunt bepalen of je de recruiter in de brief aanspreekt met ‘u’ of ‘je’.’
Focus op wat je te bieden hebt
Laat in je brief zien dat je je hebt verdiept in de organisatie. ‘Uit studies blijkt dat werkgevers dat waarderen’, zegt Oostrom. ‘En schrijf waarom je specifiek voor deze organisatie hebt gekozen.’
Pas wel op dat je niet alleen beschrijft waarom jij het bedrijf geweldig vindt, of waarom deze baan zo’n mooie kans is voor jouw carrière. Focus in plaats daarvan op wat jij de organisatie te bieden hebt. Apeldoorn adviseert: ‘Bel en vraag: ‘Stel, ik werk een paar jaar bij jullie en jullie zijn tevreden, wat doe ik dan goed?’ Zo weet je waar de organisatie écht hulp bij kan gebruiken en dat staat vaak niet in de vacature.’
Onderbouw je vaardigheden
Het geldt voor alle schrijvers, ook voor sollicitatiebriefschrijvers: show, don’t tell. Oostrom: ‘Kom met bewijs. Benoem niet alleen dat je resultaatgericht bent, maar onderbouw het.’ Ze verwijst naar onderzoek van de Israëlische wetenschappers Anat Rafaeli en Alona Harness. ‘Daaruit blijkt dat werkgevers het vooral waarderen als je met voorbeelden uit eerdere functies komt of dat je je kundigheid bijvoorbeeld kunt aantonen met een promotie die je hebt gemaakt of prijs die je hebt gewonnen.’
Apeldoorn vult aan: ‘Beweer je dat je creatief bent? Laat dat dan zien, door de opmaak van je brief of door een ludieke actie. Ik heb eens mijn brief op iemands bureau gelegd met een post-it met ‘uitnodigen!’ erop.’
Begin goed en eindig sterk
Met een sterke beginzin maak je de recruiter nieuwsgierig, zegt Geul. ‘Als recruiter lees ik honderden brieven en mijn aandacht verslapt soms. Met een goede beginzin heb je mijn belangstelling.’ Die aandacht krijg je niet als je schrijft: ‘Ik kwam de vacature tegen op jullie website en ik werd direct enthousiast.’ Zo’n standaardbegin wekt bovendien de indruk dat je dezelfde brief naar allerlei bedrijven stuurt. Begin liever met een quote of vertel over een gebeurtenis die je hebt doen besluiten te solliciteren.
In zijn boek noemt Apeldoorn het voorbeeld van een student die naar een baan in de horeca solliciteerde en schreef: ‘De meeste sollicitatiebrieven verdwijnen in de prullenbak. De mijne in uw buik.’ Hij bezorgde een doos met lekkers bij de brief. Zelf solliciteerde Apeldoorn eens bij de politie en begon zijn brief met: ‘Ik heb nooit bij de politie willen werken.’ Apeldoorn: ‘Dat valt op. Het is jaren geleden en ik geef er nog altijd trainingen.’
De afsluiting is minder belangrijk dan de beginzin, je hebt de aandacht van de recruiter immers al als hij of zij je brief uitleest. Toch kan het volgens Apeldoorn slim zijn te eindigen met een uitsmijter. Een datum opperen voor het sollicitatiegesprek is voor de meeste organisaties te brutaal. ‘Maar je kunt wel vast zeggen hoe je je koffie graag drinkt.’ ◀