40 jaar later: ‘Ik stond er bij en ik keek ernaar’

De vergaderingen vonden plaats in het Vaticaan. De paus was er zo veel mogelijk zelf bij en was dan voorzitter, terwijl hij zich bij afwezigheid liet vertegenwoordigen door kardinaal Willebrands of mgr. Godfried Danneels, kersvers aartsbisschop van Mechelen-Brussel en nog niet tot kardinaal gecreëerd. Alleen de synodeleden zelf namen deel aan het beraad, de assistenten hadden geen toegang. De pers werd helemaal buitengesloten wat voor de talrijk opgekomen journalisten erg frustrerend was. Een aantal curiekardinalen nam wel deel aan deze bijeenkomsten en dat gaf aan het overleg dikwijls het karakter van een proces, omdat zij onze arme bisschoppen overlaadden met klachten over misstanden en onwenselijke ontwikkelingen in ons land. Ook tussen de bisschoppen onderling bestonden fikse spanningen en aanzienlijke meningsverschillen. Daardoor was ieder van hen een gemakkelijke prooi voor de leeuwen uit de curie die heel wat aan te merken hadden op de situatie hier ten lande en goed voorbereid in alle rust hun munitie hadden verzameld.
Paus Johannes Paulus II, nog maar kort in het ambt, heeft zich sterk geengageerd, en had hoge verwachtingen van dit experiment, helemaal nieuw in de kerkgeschiedenis. Het grote thema van de synode was “communio”, theologisch goed doordacht, maar psychologisch niet zo sterk in de verf gezet. Want hoe bevorder je communio? Een pluspunt was zeker dat de bisschoppen allen waren ondergebracht in het mooie Nederlands College, dat toen nog in volle glorie bestond en waar mgr. Martien Muskens zich een joviale gastheer toonde. De meeste assistenten verbleven in het naburige Generalaat van de Norbertijnen, ik logeerde in de Benedictijner abdij van S. Anselmo, ook op loopafstand. In deze synode is enorm veel energie geïnvesteerd, heel veel goede wil, heel veel hoop en liefde voor de kerk. Maar de tegenstellingen werden er niet door opgelost.
In de abdij kijken wij maar zelden naar een film. Als het wel gebeurt, is die goed uitgezocht en maakt hij ook indruk. Zo herinner ik mij graag de Deense film “Babettes feestmaal” waarvan wij alweer jaren geleden genoten. Als de Paus ten Vaticane onze bisschoppen zo’n feestmaal had bereid zou dat het leven in katholiek Nederland meer hebben opgeleverd. Tegenstellingen smelten weg, en het besef dat mensen leven van Gods genade en dat de Heer is gekomen om verlossing te brengen wordt een beleefde werkelijkheid.
Het centrale bestuur van onze kerk liet in die dagen niets na om te tonen dat de Nederlandse kerkprovincie haar na aan het hart lag. Er werd ruim tijd uitgetrokken, in het Vaticaan waren plechtigheden op de meest bijzondere plaatsen. Mijn medebroeders op S. Anselmo vochten om mee te mogen en zo plekken te kunnen bezoeken die anders ontoegankelijk zijn, de paus kwam aan het einde van de Synode zelf naar het Nederlands College. Maar toch bleef de sfeer benauwd en was het duidelijk dat de synode hier niet zou landen. Het ontbrak niet aan goede wil en aan eerlijke inzet, maar aan vertrouwen en verbondenheid. Echt, samen feest vieren, en dan op basis van goed onderling vertrouwen samen zoeken naar wegen voor de toekomst zou meer hebben opgeleverd.
Gerard Mathijsen is abt van de benedictijner Abdij van Egmond.
Deze column is geschreven voor ‘Katholiek Inside’. Twee keer per week verschijnt de nieuwsbrief met katholiek nieuws, waarin Hendro Munsterman - de Vaticaanwatcher van het Nederlands Dagblad - de katholieke actualiteit duidt. U kunt zich daarvoor hier gratis aanmelden .