CIO: kerken vragen geen toestemming aan overheid

Amersfoort
Over de vraag of de dominee of priester een ‘contactberoep’ heeft, is de afgelopen weken gediscussieerd. Dat mede door eerdere berichten dat het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) de overheid om toestemming ging vragen de geestelijke als zodanig aan te merken. Die indruk klopt niet, werd begin deze week duidelijk, toen de kerkelijke dooppraktijk enigszins verruimd werd.
‘Het is heel simpel’, zegt Daniëlle Woestenberg van het CIO, dat vrijwel alle kerken in Nederland bij de overheid vertegenwoordigt. ‘Er wordt helemaal niet gevraagd om toestemming van de overheid.’ Het gaat om ‘zelfregulering’, waarbij in het overleg van de kerken met het ministerie van Veiligheid en Justitie informatie wordt gedeeld om elkaar op de hoogte te houden en de verspreiding van het coronavirus te voorkomen.
Zo werkt het ook met de protocollen die kerken opstellen hoe ze de anderhalve meter en de aantallen kerkgangers handhaven. In zo’n protocol kan opgenomen worden dat de dominee een ‘contactberoep’ uitoefent en daarom af en toe de anderhalve meter afstand mag doorbreken.
Woestenberg: ‘Voor zo’n protocol vraagt de kerk geen toestemming van de overheid. Evenmin ontvangt ze daarover goedkeuring of bevestiging van de overheid. En het hoeft ook niet aan de burgerlijke gemeente te worden voorgelegd.’ Het regelt hoe kerken zelf hun vrijheid van godsdienst op een verantwoorde manier invullen. Komt een agent of boa langs, dan is het voldoende om zo’n protocol te laten zien.
Tussen twee haken: praktisch bezien, blijft het de vraag of de dominee of priester een contactberoep heeft? Amper, lijkt het. Ja, bij het dopen. Of door de handen zegenend op te leggen. Of de hostie aan te reiken. Dan kan sprake zijn van enig contact.
Intussen spelen op de achtergrond andere discussies, blijkt uit een gang langs enkele juristen. Mag de overheid eigenlijk wel controleren wat er in de kerk gebeurt? Dat lijkt strijdig met de scheiding van kerk en staat en de grondwettelijke vrijheid van godsdienst. En hoelang blijven de vergaande inperkingen van kerkdiensten voortbestaan zonder goede juridische basis?
godsdienstvrijheid
Alles gaat nu via noodverordeningen, die op ambtelijk niveau worden vastgesteld en gehandhaafd, signaleert advocaat Teunis van Kooten. Die voeren ver. ‘Het gaat hier om de vrijheid van godsdienst die bínnen kerkgebouwen beperkt wordt.’
Dat de overheid in tijden van crises snel en daadkrachtig optreedt, begrijpt hij. Maar wat als de situatie langer duurt? Dat kan volgens Van Kooten niet zonder wettelijke onderbouwing. Inmiddels heeft de Raad van State daar in een advies aan de regering ook op gewezen. Van Kooten is benieuwd hoe de rechter over zo’n inperking via de noodverordening zou oordelen. Maar hem is nog geen casus bekend die aan een rechter voorgelegd gaat worden.
Hem is opgevallen dat de overheid op een ander terrein met een noodwet kwam die door de Eerste en Tweede Kamer is goedgekeurd. Aan verenigingen en aandeelhoudersvergaderingen is de ruimte geboden het vaststellen van hun jaarrekeningen uit te stellen of digitaal vorm te geven. ‘Die moeten normaal in een fysieke vergadering worden vastgesteld.’ Zo zou een noodwet ook de tijdelijke beperking van de godsdienstvrijheid kunnen regelen, maar er kleven nadelen aan. ‘Een noodwet is nodig voor de maatregelen die de overheid bij kerkdiensten treft, maar ook onwenselijk. Je beperkt daarmee de godsdienstvrijheid, mogelijk voor de langere termijn en op veel meer terreinen dan ik nu kan overzien.’ <