‘Wat als God vrouwen roept?’

Amsterdam
Op jonge leeftijd voelde Joël Boertjens (35), voorganger van baptistengemeente De Verbinding in Amsterdam, zich geroepen voorganger te worden. Al vroeg hield hij zich bezig met vragen rond leiderschap in de kerk en verantwoordelijkheden die daarin meekomen. Ook de vraag naar de positie van vrouwen drong zich al snel aan hem op. ‘In mijn eerste jaren als voorganger speelde ik op safe, dacht ik, door het te houden op mannelijke voorgangers. Totdat ik bepaald werd bij de vraag: wat als God vrouwen hiervoor roept en hen er klaar voor maakt? Toen ik theologie studeerde, ik was achttien, werd ik een keer schreeuwend wakker met die vraag in mijn hoofd. Toen ben ik op onderzoek uitgegaan.’
‘De vraag is: sta je ervoor open dat je iets niet goed hebt begrepen?’
Is er in de evangelische wereld gesprek over leiderschap door vrouwen?
‘Het algemene plaatje is dat voorganger worden iets is voor mannen. Ik heb twee dochters. Toen de oudste van bijna negen – ze is vrij pienter – hoorde dat ik met dit boek bezig was, zei ze: vrouwen als voorganger, dat kan toch helemaal niet? Ze kent alleen mannelijke voorgangers en sprekers. Dat vond ik heel triest. Ik wens mijn dochters dat ze de vrijheid hebben de weg te gaan die God hun wijst.’
In veel kerken kunnen vrouwen van alles doen, behalve een formeel ambt bekleden. Hoe werkt dat in de evangelische wereld?
‘Er zijn vrouwen enorm gekwetst dat ze niet de ruimte krijgen hun roeping te volgen.’
‘In de meeste baptistenkerken mogen vrouwen niet spreken, laat staan oudste worden. Vaak is het zo dat ze veel mogen doen, maar niet in een officiële rol. Als zij spreken, heet het bijvoorbeeld een getuigenis in plaats van een preek. Mannen denken dan dat ze heel royaal zijn naar vrouwen. Maar juist dat is pijnlijk: vrouwen krijgen niet de erkenning voor wat ze doen, het moet in het geniep gebeuren.’
U gebruikt veel woorden om duidelijk te maken hoe slecht de positie van vrouwen was in Paulus’ tijd. Waarom?
‘Voor mij begint dat in Genesis. De uitspraak dat de man zal heersen over de vrouw is geen belofte, maar een vloek. Als je ziet hoeveel doorwerking die vloek heeft door de eeuwen heen, ga je anders kijken naar de ontwikkeling in de Bijbel. Als je weet hoe nijpend de positie van vrouwen toen was, zie en besef je hoe bijzonder het is hoe Jezus en Paulus met vrouwen omgaan. In de synagoge moesten vrouwen via een aparte ingang naar binnen en werden ze weggestopt op een balustrade. In de Bijbel zie je hoe snel dat omslaat. Het zijn de vrouwen die de opstanding van Jezus verkondigen. Een paar weken later bidden mannen en vrouwen samen. Dat is revolutionair, zeker omdat het zo vreselijk snel gaat. Ook het feit dat er een profetes in de tempel was: Hanna, en een apostel, Junia. Dat is baanbrekend als je weet op welke achterstand vrouwen stonden.’
Paulus lijkt nogal tegenstrijdig. In Galaten schrijft hij dat er in Christus geen man of vrouw meer is, en in Korinthe schrijft hij dat vrouwen moeten zwijgen.
‘Om te beginnen is het een geschenk dat Paulus in diezelfde Korinthebrief schrijft dat vrouwen mogen bidden en profeteren. Daarnaast is de datering van Galaten belangrijk: die brief was er eerder. De enorme vrijheid die daarmee is doorgebroken, dreigde echter uit de klauwen te lopen. Je moet weten dat er sprake was van dwaalleraren die zich bezighielden met hyperspiritualiteit: de gedachte dat mensen nu al geslachtloos zijn als engelen. Omdat vrouwen ongeschoold waren, kregen die vroeg-gnostische leraren bij hen eerder ingang. Paulus maakte zich zorgen dat het evangelie daarmee om zeep werd geholpen. Hij wilde die groep indammen en zegt daarom tegen de vrouwen: laat je onderwijzen. Tegelijk waren er vrouwelijke profeten, apostelen en onderwijzeressen. Zij mochten die taken wel degelijk doen.’
Als Paulus vrouwen terugfluit, zegt hij: Adam werd eerst geschapen, daarna Eva. Dat klinkt als een heel diep principe, niet een eenmalige instructie.
‘Hij haalt echt heel scherp uit, dat is best heftig. Ik denk dat ik voor tachtig, negentig procent een bevredigend antwoord heb. Maar in mijn boek zeg ik ook eerlijk dat die tekst heel lastig blijft. Het hoeft ook niet volledig opgelost te worden. Toch twee dingen daarover: Paulus beschrijft een volgorde, geen rangorde. In andere teksten zegt Paulus juist dat de zonde door Adam in de wereld is gekomen. Dat brengt zijn onderwijs in balans. Daarnaast vind ik het aannemelijk dat het een reactie is op die gnostische dwaalleraren, die zeiden dat Eva het belangrijkst was. Ho, ho, pareert Paulus hen, Eva werd niet als eerste geschapen, dat was Adam.’
Het klinkt wel als een rangorde, en zo wordt het ook vaak uitgelegd: als scheppingsorde.
‘Als je dat vindt, moet je aanwijzen waar in Genesis die rangorde terugkomt. Hoe kan het dat Adam en Eva samen heersen? Daar wordt geen enkel onderscheid gemaakt. En Eva wordt ‘helper’ genoemd, met hetzelfde woord waarmee we God bezingen als onze hulp. Bovendien gaat God zelf tegen die ‘orde’ in, want Debora mag het land leiden. En ook Paulus gaat er dan rigoureus tegen in. Tegenover die ene moeilijke tekst staan wel vijftig teksten die iets anders vertellen.’
Als die zwijgteksten toch niet betekenen wat ze op het eerste gezicht lijken te zeggen, maakt u van de Bijbel dan niet een te moeilijk boek?
‘De Bijbel is soms een heel pittig boek. Kijk, de hoofdboodschap is helder. Maar tegelijk is er denkwerk nodig. Als je met een koerswijziging komt, moet je dat goed onderbouwen. Ik had ook kunnen zeggen: “Het is toch duidelijk dat vrouwen apostel en profeet mogen zijn? Doe niet zo moeilijk.” Maar daarmee kom je er niet. Dat er veel uitleg nodig is, heeft ook te maken met de eenzijdige nadruk die is gelegd op een paar teksten. Als we waren opgegroeid met de teksten die daar tegenover staan, was het een heel ander verhaal. De vraag is: sta je ervoor open dat je iets niet goed hebt begrepen?’
Bijna elke kerk heeft het zo begrepen de afgelopen eeuwen.
‘Er zijn meerdere situaties geweest waarin we eeuwenlang iets anders dachten. Het is nog veel makkelijker om met de Bijbel in de hand slavernij te verdedigen. Want er staat letterlijk dat als je slaaf bent, je in die positie moet blijven. Totdat mensen zeiden: dat is één tekst, maar is dit wel de gedachte die de Schrift uitademt? Bovendien staat er ook dat er in Christus geen slaaf of vrije meer is. Zou dat ook iets voor het hier en nu betekenen?’
Paulus wilde mensen van buiten de kerk niet voor het hoofd stoten. Speelt dat ook mee bij u?
‘Het is niet de hoofdzaak, wel een gevolg. Ik woon in Amsterdam, we hebben een vrouwelijke burgemeester, en vrouwen moeten in de kerk hun talenten achterwege laten? Zeker in Amsterdam is dat afstotelijk.’
Maakt de kerk zo geen knieval voor de cultuur?
‘Als iemand zich heeft aangepast aan de cultuur is het wel de kerk. Wij hebben de cultuur van de wereld overgenomen, terwijl juist het christendom zo revolutionair begon door vrouwen de ruimte te geven.’
Hoe is het nu in uw eigen gemeente, die u samen met Orlando Bottenbley leidt?
‘Tussen Orlando en mij is dit een debat. Hij is het niet met me eens, nee. Dat wordt een spannende zoektocht.’
Het kan tot onrust in een kerk leiden, mensen die zich niet meer veilig voelen.
‘De slachtofferkaart moet je niet te snel spelen. Ik begrijp de pijn en de zorg, daarom schrijf ik er een uitgebreid boek over. Je moet niet over één nacht ijs gaan, maar het gesprek aangaan. Tegelijk zijn er vrouwen die enorm gekwetst zijn dat ze niet de bevestiging ontvangen voor wat ze doen en niet de ruimte krijgen om hun roeping te volgen. Er is in dit debat geen veilige weg.’
Allen voor Eén – vrouwen en mannen samen voor Koning en kerk, Kok Boekencentrum.
€ 19,99, verschijnt 12 mei.