Bernd Wallet: ‘God dringt zich niet aan ons op. Hij is een uitnodiging’

Bernd Wallet (49) steekt een witte stompkaars aan en zet die op een schoteltje op tafel. Het licht van Christus, daar staat de vlam voor. Wallet, begin dit jaar gekozen als nieuwe oud-katholieke aartsbisschop van Utrecht, is gevoelig voor sfeer. Voor lichamelijke handelingen die woorden concreet maken. ‘In sommige protestantse kerkdiensten lijkt het Woord wel woord geworden. Dan blijft het voor mij te veel hangen in verkondiging en wordt het voor mij geen viering. Terwijl het Woord op zijn plek valt als het mens wordt.’
De kaars die Wallet aansteekt, staat op de tafel van de ruimte waar zondags kinderkerk wordt gehouden. Het is een kamer aan de voorkant van de oude, statige pastorie die grenst aan de kerk. Vanuit de ruime hal kun je zo de kleurrijke kerkzaal inlopen van de Gertrudiskathedraal.
Wallet is dan wel priester, aartsbisschop zelfs, hij heeft ook een vrouw en vier kinderen. Eigen aan de Oud-Katholieke Kerk is dat geestelijken, mannen en vrouwen, niet celibatair hoeven leven. Gelukkig maar voor Wallet, hij is een gezelligheidsmens. ‘Mijn gezin is heel belangrijk voor me, het is mijn uitvalsbasis. Op Elly kan ik rekenen als klankbord. Ik laat me snel meeslepen in mijn enthousiasme, zij ziet meer de balans in dingen.’
In de ruimte zijn kleurrijke werkjes te zien, en her en der wat knutselmateriaal. De stiften die hier liggen, heeft Wallet weleens door de ruimte gegooid, vertelt hij. Uit frustratie. ‘Ik kan er niet tegen als mensen zich verzetten tegen vernieuwing. En dan hun kritiek na afloop van de dienst direct komen uiten, alsof het een uitvoering was in plaats van een gebed. We deden bijvoorbeeld mee met de kerkproeverij. Wat daar eigenlijk het doel van was, vroeg een parochiaan. Nou, om mensen op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met de kerk. “En waarom moet er dan een nieuw lied in de viering?”, was de kritiek. Een inhoudelijke discussie ga ik graag aan, maar weerstand tegen vernieuwing om maar bij het oude te blijven, daar word ik boos van.’
teleurstelling
Wallet vindt dat zijn kerk de mooiste zangbundel van Nederland heeft, maar die is niet perfect. ‘Ik mis daarin bijvoorbeeld liederen over teleurstelling. Een nieuw lied kan heel mooi zijn.’ Het klopt dat oud-katholieken aan traditie hechten, en aan oude liturgie. Maar het eigene aan de traditie is dat het zich blijft vernieuwen, zegt Wallet. ‘Dat noemen we het doorgaande werk van de Heilige Geest.’
Wallet groeide op als protestantse jongen, de oudste zoon van de hervormde dominee Barend Wallet. Geboren in Zeeland, op het eiland Walcheren. ‘Mijn vader is als predikant begonnen in Aagtekerke. Een kleine dorpsgemeente, daar begon je toen.’ Een echte Zeeuw is hij niet, op zijn derde verhuisde het gezin naar Driebergen. ‘Dat was een tijd van grote hoop op een betere wereld, in het hier en nu. Er waren daar allerlei interessante mensen in de gemeente, zoals oprichters van de Politieke Partij Radicalen, de voorloper van GroenLinks. Mijn vader is altijd een man van het midden gebleven. Hij ging met hen in gesprek, ik vond dat als kind al heel boeiend.’
Zijn vader, die bekend is van zijn rol in het Samen-op-Wegproces waaruit de Protestantse Kerk in Nederland is ontstaan, was onverstoorbaar, vertelt Wallet. ‘In zijn studententijd heeft hij er zelfs over gedacht om een jaar volgens de stoa te leven.’ De stoïcijnse filosofie draait er voor een groot deel om emoties uit te schakelen en rationeel te leven. Dat klinkt kil en gevoelloos, maar zo was zijn vader niet, zegt Wallet. ‘Het gaf nuchterheid, en dat is best prettig. Bovendien hoort bij stoïcisme ook dat je het goede doet uit overtuiging, ook als anderen je er niet om vragen. Bij mijn vader resulteerde dat in: het regent, maar het is zaterdag, dus ik ga de tuin in. Zo was het.’
beeld Dick Vos
opgeruimd
Zijn moeder was actief binnen de charismatische vernieuwingsbeweging, gaf catechisatie en leidde de bijbelkring aan huis. ‘Ze had een heel eigen spiritualiteit, die weer anders was dan die van mijn vader, dat gaf ruimte. Tijdens het stervensproces van mijn oma kreeg mijn moeder last van migraine. Het was heel naar, mijn oma had kanker in haar hoofd. Ze vroeg zich op haar sterfbed nog af of ze wel een kind van God was. Onder die angst van haar leed mijn moeder, vooral het gevoel dat ze haar niet kon helpen. Door haar migraine lag mijn moeder vaak op bed, dan voelde ik me verantwoordelijk voor een goede gang van zaken in het gezin. Ik zorgde dat het huis opgeruimd bleef, probeerde de sfeer goed te houden.’
Thuis ging het vaak over de kerk en politiek. ‘Ik was al vroeg met de grote zaken bezig. Maar daarnaast hield ik me ook bezig met muziek. Ik was een serieus kind. Achteraf had ik mezelf wel wat meer lucht gegund.’
Nu hij zelf kinderen heeft, is hij er alert op dat het thuis niet alleen over de kerk gaat. ‘Ik weet nog dat mijn jongere zus vroeger een keer uitriep: “En nu gaan we het eens over iets anders hebben dan de kerk!” Daarom doen we in mijn gezin bij het avondeten altijd eerst een rondje: wat hebben jullie vandaag meegemaakt? En dan beginnen we bij de jongste, of degene die echt graag iets kwijt wil.’
Kinderen neemt hij uiterst serieus. Thuis, en in de kerk. ‘Er is nog iets waarvan ik met stiften ga gooien’, zegt Wallet. ‘Als mensen de kring niet openen, voor nieuwkomers of voor kinderen. Je maakt weleens mee dat kinderen door gelovigen voortdurend tot stilte worden gemaand tijdens de mis. Children are to be seen, not to be heard, zo noemen de Engelsen dat. Nee, ik vind het belangrijk dat kinderen de ruimte krijgen. Gelukkig hebben ze in onze parochie nu een heel vanzelfsprekende plek.’
Hij geniet intens van een gesprek met zijn eigen kinderen over geloof of de kerk. En ook al wil hij voorkomen dat het een dominant onderwerp wordt in het gezin, het gaat er vaak genoeg over. ‘Ze mogen altijd bij me aankloppen, mijn werkkamer is open. Als ze er zelf mee komen, vind ik dat heerlijk’, zegt hij enthousiast. ‘Ja, fantastisch, dat is altijd een cadeautje.’
Zijn ouders waren hoopvol, ook als het op de kerk aankwam. De hoop was dat kerken elkaar zouden vinden. Kerkmuren waren niet zo hoog voor hen. ‘Als mijn vader niet hoefde te preken, ging ik met hem naar een andere kerk. Ik kom dus al van jongs af aan in allerlei kerken, ook de oud-katholieke.’ In die kerk voelde hij zich altijd al thuis, maar pas toen hij een keer in zijn eentje kwam, viel het kwartje: hier hoor ik. Het was Aswoensdag, 1991. Twee keer liep hij tijdens de viering samen met de parochianen naar voren. Een keer om as op het voorhoofd te krijgen, terwijl ze de boetepsalm van David zongen: Psalm 51. Daarna om de eucharistie te ontvangen. Hoe anders was dan de ‘woordenbrij’, die hij weleens meemaakte in protestantse diensten. De combinatie van woorden en handelingen deed iets met hem. ‘Het verbond zich met mij’, zegt Wallet en hij legt zijn hand op zijn hart. Wat ook hielp: de voorgangers stonden niet in de weg. Ze verschenen alleen in beeld als ze iets deden namens de gemeente, stapten opzij als er gezongen werd. ‘Als ik toch eens tips zou geven aan protestantse voorgangers: ga niet in het licht staan, maak ruimte.’
Niet dat hij protestantse erediensten maar drie keer niks vindt. Zo is hij vol lof over de preken van zijn eigen vader. Steengoed, vindt hij die, en nog steeds, want ook nu hij met emeritaat is, preekt hij nog. ‘Hij is een voorbeeld voor me. Hij preekt altijd vanuit de vragen van nu. Hij kan de tijd en context van het evangelie verbinden aan het leven van nu, aan de mens die verward in de samenleving staat en dan ook nog eens op het evangelie stuit. Je zult hem nooit aan het einde van de preek horen zeggen: en dan nu wij, wat betekent dit voor ons? Zo sta ik er ook in. Als je dat aan het einde zegt, kun je de rest beter schrappen.’
De vieringen in de kerk zijn essentieel voor de persoonlijke band die Wallet heeft met God. ‘Ik beleef God niet heel onmiddellijk, maar middellijk. Andere mensen, de sacramenten, het gemeenschappelijk gebed, dat zijn de middelen. Daardoor wordt mijn relatie met God gevoed. In het vieren van de eucharistie voel ik me het meest dichtbij en een met God. En met de mensen om me heen. Sacramenten zijn heel persoonlijk. Het zijn geen riten, door mensen bedacht. Het zijn geen uiterlijkheden. Het zijn de rozen die God aan ons geeft, de bloemen van liefde. Zo ervaar ik het: als Gods nabijheid. Ik ervaar dat we er mogen zijn, dat God aan het begin staat en dat Hij ons in liefde heeft gewild.’
Juist daarom doet het hem zo zeer dat de vieringen in de Stille Week dit jaar niet kunnen doorgaan, vanwege het coronavirus. ‘De vreugde van Pasen beleef je vooral als je het met elkaar viert. Als de voorganger zegt: “Christus is herrezen”, en de gemeente antwoordt: “Hij is waarlijk opgestaan”, knijp je elkaar als het ware in de arm: het is echt zo. Pasen wordt opnieuw werkelijk als we het tegen elkaar zeggen.’
Wallet studeerde kort geschiedenis, stapte toen over naar theologie, maar maakte die studie toen niet af. De monotone omgeving stond hem niet aan. Bij geschiedenis was het dynamisch, daar waren studenten nieuwsgierig, verschilden ze van mening. Bij de Utrechtse theologieopleiding zaten met name veel hervormde predikanten in wording. ‘Het was een gesloten geheel’, aldus Wallet. ‘De discussies gingen over reformatorisch versus evangelisch. Nou, ik kan wel meer keuzes verzinnen.’
‘En dansen op de sociëteit, dat was fout volgens die studenten. Nou, als dat al niet kan ...? Prima hoor, als mensen daar zelf voor kiezen. Maar dat het een algemeen aanvaard gegeven was dat disco niet kon, daar houd ik niet van.’ Daar kwam bij dat een docent het in zijn hoofd haalde tegen de studenten te zeggen: ‘Zoals jullie vroeger op catechisatie hebben geleerd …’ Wallet: ‘En dat op een wetenschappelijke opleiding. Niets daarvan. We zijn hier bij een rijksuniversiteit. Ik heb hem erop aangesproken.’ Hij liet de studie varen. Of zoals hij zegt: ‘Ik ben erin gedruppeld en er weer uit gedruppeld. Ik was niet stoïcijns genoeg, zoals mijn vader. Dan zou ik het hebben afgemaakt omdat dat het goede was.’
thuiszorg
Omdat er toch brood op de plank moest komen, ging hij werken in de thuiszorg. ‘Dat was geweldig’, zegt hij enthousiast. Schoonmaken, boodschappen doen, psychosociale ondersteuning bieden. Een soort oefening in pastoraat. Hij leerde er geduld. Luisterde naar ouderen die soms over iets klaagden maar een week later weer heel anders over de zaak dachten. ‘In Engeland is het heel normaal om een sociale stage te doen voordat je in de kerk gaat werken. Je roeping testen, noemen ze dat. Daar ben je eigenlijk verdacht als je eerste studiekeuze theologie is: “Ben je wel normaal, waar is je leven?”’
In Engeland kwam Wallet terecht doordat zijn vrouw daar een baan kreeg als apotheker in een ziekenhuis. Ze waren dertig, twee jaar getrouwd, hadden nog geen kinderen. ‘Dit was onze kans op een heel nieuw leven, echt een avontuur.’ Ze kregen een huis via Elly’s werk en bezochten de dichtstbijzijnde anglicaanse kerk. ‘Geen mensen van onze leeftijd’, zegt Wallet. ‘Terwijl we ook naar de kerk gingen om een sociaal netwerk op te bouwen. De pastoor zei tegen ons dat we eens moesten kijken bij een andere kerk, twee parochies verderop.’ Hij laat zijn hoofd in zijn hand zakken, en zegt dan geëmotioneerd: ‘Daar werden we zó warm ontvangen. Mensen heetten ons welkom, nodigden ons uit voor allerlei activiteiten … Het was echt een hechte gemeenschap.’ Wallet kwam dagelijks in de kerk. Even bidden, de evensong bijwonen. Wallet werd voorbidder tijdens de vieringen. Het begon op te vallen. ‘Na een jaar nam de pastoor me apart en vroeg of ik niet geroepen was tot het ambt. Tegelijk kreeg ik de mogelijkheid om een werken-leren-traject in te gaan: voltijds in de kerk werken en tegelijk mijn theologiestudie afronden.’ Hij werkte een jaar als diaken en drie jaar als priester, terwijl hij studeerde. Na acht jaar, inmiddels hadden Wallet en zijn vrouw een zoon, verhuisde het gezin naar Nederland. Er was een tweeling op komst. ‘Dat leek ons pittig, fijn om dan familie in de buurt te hebben. Bovendien zei Joris Vercammen, toen de aartsbisschop in de Oud-Katholieke Kerk, dat hij wel een plek voor me had.’
Die plek, als pastoor van de parochie in Utrecht, moet hij nu weer loslaten. De functie van aartsbisschop heeft hij zelf niet geambieerd, zegt Wallet. ‘Ik ben geroepen door collega’s en gelovigen.’ Dat hij zijn collega’s noemt als het gaat om zijn roeping, is niet toevallig. Wat God van hem vraagt, is immers niet makkelijk te ontdekken. Een keuze maakt hij intuïtief. ‘Na gebed door intuïtie geleid worden, is een geestelijk proces. Toon mij Uw weg, dat is mijn dagelijks gebed. Of ik de weg ga die Hij wil, is lang niet altijd helder. Daar heb ik de inzichten van anderen voor nodig. God is in het verborgene, zijn leiding is in verborgen wegen. Dat het niet altijd zonneklaar is, is voor mij essentieel. God dringt zich niet aan ons op. Hij is een uitnodiging.’
Hij baalt ervan dat hij de parochie moet loslaten, en zou graag catechese blijven geven en de bijbelkring blijven leiden. ‘De kring is zo belangrijk, daar herken je elkaar rondom de Schriften. Daar voer je het geloofsgesprek, maak je de vertaalslag van de Schrift naar jezelf. Daar laat je je eigen antwoorden bevragen, deel je twijfels, angsten. Daar wordt eenzaamheid opgeheven.’ Een gemeenschap vormen, is voor Wallet een essentieel onderdeel van kerk-zijn. Dat heeft alles te maken met wie God is, legt hij uit. ‘In de anglicaanse en oosters-orthodoxe theologie, waar de Oud-Katholieke Kerk sterk mee verbonden is, is een groot besef aanwezig van de triniteit, de Drie-eenheid. God is een gemeenschap. God is een soort peuterspeelzaal, waar samen gespeeld wordt. Dat heeft alles te maken met hoe wij zelf gemeenschap mogen zijn.’ ■
Bernd Wallet
Bernd Wallet (49) is geboren in Middelburg, is getrouwd en heeft vier kinderen. Hij is de oudste zoon van de hervormde predikant Barend Wallet, die bekend is om zijn rol in het Samen-op-Wegproces waaruit de Protestantse Kerk in Nederland ontstond. Hij studeerde geschiedenis en theologie in Utrecht. Later studeerde hij theologie in Hull, een stad in Noord-Engeland, waar hij als diaken en priester in de Anglicaanse Kerk in Northallerton werkte. Hij was jarenlang priester in de Oud-Katholieke Kerk, de parochie van Utrecht. In februari werd hij gekozen als oud-katholieke aartsbisschop van Utrecht. Op zondag 21 juni wordt hij gewijd tijdens een mis in de Jacobikerk in Utrecht.
beeld Dick Vos