‘Als Sherlock Holmes op zoek naar de betekenis van Jezus’ parabels’

In de evangeliën staan tientallen parabels, door Jezus verteld. Vele zijn beroemd, zoals de verhalen over de verloren zoon, de wijze en dwaze meisjes en de barmhartige Samaritaan.
Het boek Parabels, product van zes jaar onderzoek naar dit soort verhalen, bespreekt dertig van deze gelijkenissen, zowel uit de Bijbel als de Joodse rabbijnse traditie. Het verschijnt donderdag, ook al is de boekpresentatie afgelast vanwege het coronavirus.
‘Parabels zijn raadselachtige vertellingen. Je bent als een soort Sherlock Holmes op zoek naar betekenissen.’ Dat is wat bijbelwetenschapper Eric Ottenheijm boeit aan parabels. Samen met vakgenoot Martijn Stoutjesdijk voerde hij de redactie over het boek. De korte hoofdstukjes over de parabels eindigen met verwerkingsvragen en leestips.
‘Het boeiende is dat je nooit precies de betekenis van een parabel weet’, zegt Stoutjesdijk. ‘Er is altijd ruimte om het op een andere manier te lezen, er kan altijd een dubbele bodem zijn.’
Parabels zijn verhalen die aan de hand van het dagelijks leven iets vertellen over de geloofsleer. Vaak zijn het vergelijkingen (‘het koninkrijk van God is als…’) of verhalen met een moraal, zoals de gelijkenis van de talenten.
smartphones
Om een parabel te kunnen begrijpen, moet je je verplaatsen in de wereld zoals die tweeduizend jaar geleden was. Ottenheijm: ‘Als Jezus of een van de rabbijnen nu zou hebben geleefd, zouden hun parabels gaan over smartphones. Dan weet iedereen direct waarover het gaat. Zo werken parabels ook. Iedereen heeft een aha-erlebnis, of iedereen is geschokt.’
Daarom gebruikt Jezus voorbeelden die in zijn tijd zeer alledaags waren. Zijn parabels zijn echter ‘gestold’, doordat ze in de Bijbel zijn opgetekend. In de Rabbijnse traditie, die ruim duizend parabels telt, is de parabel in gebruik gebleven.
Oorspronkelijk waren deze verhalen bedoeld om aan elkaar door te vertellen. Ottenheijm: ‘Bij een parabel hoorde dus ook een vertelstijl. Daarom zie je ook verschillen tussen parabels die in meerdere bijbelboeken voorkomen.’
‘Bij rabbijnen zie je dat dezelfde parabels soms in verschillende varianten verteld werden’, vult Stoutjesdijk aan. ‘De ene keer werd de parabel dan voor een ander doel gebruikt dan de andere keer.’
gekruisigde koningszoon
In het boek zijn ook tien rabbijnse parabels opgenomen. Deze verhalen staan niet in de Bijbel en zijn daardoor vrij onbekend. Maar ze spiegelen de cultuur van parabels waar ook Jezus mee vertrouwd was.
‘We willen de lezer kennis laten maken met deze traditie’, vertelt Ottenheijm. ‘Ze verdiepen je inzicht in de parabels uit het Nieuwe Testament. En je kunt dankzij de verhalen van Jezus ook deze joodse traditie beter begrijpen. Er is bijvoorbeeld een Joodse parabel over de kruisiging van de koningszoon. Bekijk je die los van de rabbijnse traditie, dan kun je zomaar denken dat deze over Jezus gaat.’
blogs
De verwerkingsvragen zijn bedacht door een rooms-katholieke diaken en een protestantse dominee. En om het ‘parabelproject’ nog iets toegankelijker te maken, zette Stoutjesdijk een website op. Daarop staan blogs en achtergrondinformatie.
De wetenschappers die deelnemen aan het project, dat al zes jaar loopt, kunnen zo hun kennis delen. ‘We willen lezers activeren. Zodat ze gaan nadenken over wat er in parabels gebeurt, welke dilemma’s er zijn, welke positie ze zelf zouden innemen.’
‘Het blijven natuurlijk best pittige teksten’, licht Ottenheijm toe. ‘Ons boek is voor de lezer die interesse heeft in filosofie en geschiedenis. En we denken ook aan ambtsdragers - aan iedereen die op de kansel of elders met deze teksten bezig is.’
Dan is ook de lezer zelf een soort ‘Sherlock Holmes’, hopen Stoutjesdijk en Ottenheijm. En worden de parabels, twintig eeuwen geleden gestold in onder andere de Bijbel, levende verhalen waarover je met elkaar praat. <
Naar aanleiding van: Eric Ottenheijm en Martijn Stoutjesdijk (red.), Parabels. Onderricht van Jezus en de Rabbijnen. Abdij van Berne, 2020.
parabel van de talenten
In de bijbelse gelijkenis van de talenten laat een meester zijn talenten beheren door drie slaven. Twee maken hier winst mee en krijgen een beloning. De derde begraaft uit angst zijn talent en krijgt daarom van de meester straf.
Stoutjesdijk legt in Parabels uit dat dit verhaal vaak is uitgelegd als een vroege vorm van ‘kapitalisme’ Maar het beeld van een harde, op winst beluste meester spreekt niet aan.
In het vroege christendom was er echter een alternatieve uitleg. Die paste het verhaal licht aan. Ineens is een van de eerste twee slaven de boosdoener, omdat hij zijn talenten verpatst aan prostituees en fluitspelers. Dat lost de spanning in het oorspronkelijke verhaal op.
De hedendaagse theoloog Elizabeth Dowling kijkt er nóg weer anders naar. Zij ziet in de slaaf die zijn talent begraaft een beeld van Christus. Immers: hij verzet zich tegen de materialistische machten en wordt vervolgens gestraft.
Volgens Stoutjesdijk is die uitleg niet aannemelijk. ‘In vergelijkbare parabels zie je altijd een meester die weggaat, die anderen iets toevertrouwt en die goed gedrag beloont.’
bereid je voor!
Rabbi Jacob zei: deze wereld is als de vestibule van de Komende Wereld. Bereid je voor in de vestibule zodat je de eetzaal mag binnengaan.
Deze korte parabel komt uit de Misjna, de traditie van de rabbijnen. Zelfs een kort verhaal kan dus een parabel zijn. Als je korte gelijkenissen meetelt, zijn er in de evangeliën meer dan honderd parabels.
‘Er staat “deze wereld is als”, waarmee ze eigenlijk al zeggen: dit is een parabel’, licht Ottenheijm toe. ‘Mensen hadden er direct een beeld bij als ze lezen dat de wereld is als een vestibule.’ Je moet dan wel weten hoe een maaltijd tweeduizend jaar geleden werkte.
Het leven op aarde is nog maar een ‘amuse’. Het doet ertoe wat je in het hiernumaals doet, maar pas na de dood komen we de eetzaal binnen, in de komende wereld, zoals de rabbijnen het noemen.
Ottenheijm: ‘De moeilijkheid zit in de vraag wat het inhoudt om je voor te bereiden. Als ik een atleet ben, weet ik wat het inhoudt om me voor te bereiden op een sportwedstrijd. Maar hoe bereid je je als mens in godsnaam voor? De parabel vult dat niet in.’