Kruimeldief: Meer van de Geest?

Meer van de Geest is in, een modewoord. Het is ongetwijfeld niet zo bedoeld, maar wat een ongelukkige uitdrukking is het. Ik ga hier voorbij aan de niet degelijk te onderbouwen bewering dat meer van de Geest voor elke gemeente de belofte inhoudt van klanktaal, de macht om te genezen, het uitdrijven van demonen, profetie en het opwekken van doden.

Het gaat me om het suggestieve element dat in deze formulering meeklinkt, als zou de Bijbel beloven dat wanneer je de Heilige Geest vraagt om meer van zijn werking in je leven, je er een scheut Geesteswerking bij krijgt. De Heilige Geest is excusez le mot geen fles wijn: ik heb een deciliter, jij drie en zij vast een halve liter van zijn werking. De uitdrukking meer van de Geest kan niet snel genoeg in het vergeetboek raken.

zondige wil

Meer van de Geest is in de Bijbel een onbekend idee. Voor de individuele gelovige geldt dat de Heilige Geest helpt je zondige verstand, je zondige wil en alles wat verder zondig aan je is, te laten buigen voor de wil van je Vader en zijn Zoon. Niemand kan welgemeend zeggen: Jezus is Heer, dan door de Geest. De Geest wil vervolgens vrucht laten groeien in mijn leven, precies waartoe Jezus oproept.

Dat betekent dat ík aan de bak moet. Ik, samen met mijn medegemeenteleden. Strijden heet dat in de Bijbel. Windtegen accepteren, geduld oefenen, hoogte- en dieptepunten, goede en moeilijke jaren samen doormaken, volharding. Ik heb misselijke trekjes in mijn karakter en daar heb ik tegen te strijden. Die krijg ik niet uitgeroeid door meer van de Geest. Ik mag me wel te allen tijde door Hem gesteund weten in mijn strijd ertegen.

lees je Bijbel

Ik heb wellicht moeite met bepaalde mensen in een gemeente: deal er maar mee, leert de Geest, want zij zijn evengoed zijn kinderen. Lees je Bijbel, bid en kijk eens wat vaker in de spiegel, het zal je mild maken. In gemeente zus en zo kan de voorganger niet (s)preken. Als het zo is, weet de Geest het. Die voorganger moet hard aan het werk of wellicht beter ander werk zoeken.

Maar hoe actief ben ik in de gemeente waar hij staat te modderen? In gemeente X past de kerkenraad al jaren enkel op de winkel. Weten Wij, zegt de Geest, en kennen ze jou in die gemeente evenzovele jaren als een toonbeeld van zachtmoedigheid, vriendelijkheid, redelijkheid, inzet, geduld en liefde? Ja? Goede knecht! Nee? Waar heb je het dan over?

ploeteraars

Elke gemeente, van elke snit, bestaat uit zondige ploeteraars en, af en toe, gelovigen die boven het maaiveld uitsteken. Al deze gelovigen kunnen de Geest bedroeven én ze mogen zijn steun ontvangen, maar zich per liter in hen uitgieten doet Hij niet.

Hoe hard er ook wordt geroepen over meer van de Geest, tot Christus terug is leven we in het spanningsveld tussen het reeds van zijn overwinning en het nog niet van het einde. Het is altijd én-én in de Bijbel: de Geest wil in je wonen én je hebt je leven lang tegen de wet van mens te strijden, hoeveel gaven en kwaliteiten je verder ook mag ontvangen.

Méér van de Geest is niet nodig, het is al zo veel.