Huis Elisa achter bureau bedacht

De nieuwste spectaculaire archeologische vondst komt uit Tel Rehov, gelegen in de Jordaanvallei in Israël. Archeologen beweren dat zij daar het huis van de Bijbelse profeet Elisa hebben gevonden. Het bewijs dat ze aanvoeren, bestaat onder meer uit een scherf aardewerk waarop met rode inkt de naam Elisa is geschreven.
De gezaghebbende Israëlische archeoloog Ami Mazar is enthousiast, maar ook voorzichtig. 'Ik weet niet zeker of het om de Bijbelse Elisa gaat. Dat is moeilijk te zeggen. Maar het is verleidelijk, omdat het materiaal uit precies dezelfde periode komt als waarin Elisa leefde: de tweede helft van de negende eeuw voor Christus.'
Een paar dagen eerder haalden Israëlische archeologen het nieuws met de bewering dat zij het paleis van de Bijbelse koning David hadden gevonden, zo'n dertig kilometer ten westen van Jeruzalem. Koolstofdatering van opgegraven olijfpitten leidde tot de conclusie dat er rond 1000 voor Christus activiteit was op die plek. Volgens professor Yosef Garfinkel, verbonden aan de Hebrew University of Jerusalem, moet het daarom gaan om David, of misschien Saul.
Eerder deze maand vonden Israëlische archeologen in Tel Hazor een deel van een Egyptische sfinx uit de 26e eeuw voor Christus. En in Shiloh stelden archeologen gaten te hebben gevonden waarin de tabernakel zou hebben gestaan.
dunne lijn
De Leidse archeoloog Miko Flohr wond zich deze week op over het enthousiasme over de vondst van het paleis van David. Dat is wat hem betreft voorbarig, net als over het huis van Elisa. 'Het is een beetje archeologie van de negentiende eeuw: met de heilige boeken in de hand gaan graven en alles dat gevonden wordt willen relateren aan een passage of personage', zegt Flohr. 'Ik geloof daar niet zo in.'
Ook voor wie de Bijbel als een letterlijke, historische bron leest en ervan uitgaat dat David en Elisa echt hebben bestaan, is het nog 'een problematisch verhaal', meent Flohr. 'Wat is de harde link tussen potscherf en tekst? Vaak is die er niet, of heel ver gezocht.'
De Leidse archeoloog vindt dat je de vondst ook tekort doet door die alleen als 'huis van Elia' te duiden. 'Zo'n bouwwerk heeft vaak een geschiedenis van vele eeuwen. Waarom zou je daar tien, twintig of dertig jaar uitpikken en de rest vergeten?'
Of het toeval is dat deze vondsten vlak na elkaar werden gedaan, weet Flohr niet. Hij weet wel dat daarbij lokale, politieke belangen kunnen meespelen, en dat archeologen nogal eens 'de meest fantastische verhalen' de wereld in slingeren om aandacht en nieuwe fondsen te trekken. 'Het is een dunne lijn. Ik zou het ook niet onder stoelen of banken steken als ik iets moois vond, want je doet dit beroep voor een breed publiek. Tegelijk moet je waken voor overinterpretatie. Want dat is hier aan de hand. Het is niet zo dat het huis van Elisa opeens is opgegraven, maar iemand heeft achter een bureau bedacht dat dit wel eens het huis van Elisa kan zijn geweest.'
Beenderkist Jacobus terug naar eigenaar
De Israëlische Autoriteit voor Oudheden (IAA) gaat het zogenaamde beenderkistje van Jacobus, de broer van Jezus, teruggeven aan de eigenaar, ingenieur en antiquiteitenverzamelaar Oded Golan. Dat meldt het Bijbels Archeologisch Genootschap. De IAA was jarenlang verwikkeld in een rechtszaak over de echtheid van het beenderkistje. De IAA beschuldigde Golan ervan de inscriptie 'Jacobus, de broer van Jezus' zelf op het kistje te hebben aangebracht. De rechter sprak hem vorig jaar echter vrij. De rechtszaak was onderdeel van de strijd die de IAA voert tegen de malafide handel in oudheden. Regelmatig duiken op de markt documenten, inscripties en zegels op met namen van Bijbelse personen, waarvan de echtheid vaak wordt betwijfeld.