Een missionaire pionier is vaak een ploeteraar

Amsterdam
Tegenvallende vrucht op noeste arbeid, torenhoge verwachtingen bij de omgeving, angst om je geloof te verliezen met de kans op een desastreuze afloop: eenzaamheid en uitputting. Wie het onderzoek Hoop in crises bij West-Europese gemeentestichters tot zich laat doordringen, zou de lust vergaan om kerkplanter te worden. ‘Welnee, het hoort bij het karakter en de persoonlijkheid van missionaire pioniers om nieuwe wegen in te slaan. Het is hun manier om bij te dragen aan een nieuwe toekomst van de kerk en daarmee van Gods koninkrijk. Voor hen zijn het uitdagingen’, glundert Siebrand Wierda.
Hij is een oudgediende in het relatief jonge vak van gemeentestichter, in 2001 betrokken bij een herstart van de Amstelgemeente in Amsterdam. Vanuit deze Christelijke Gereformeerde Kerk zette hij samen met anderen een nieuwe gemeente op: Via Nova. Hij werd een spin in het web van verdere missionaire gemeenschapsvorming. Na jaren te hard werken en te weinig zelfreflectie belandde hij in 2012 in een crisis. Hij kreeg een burn-out en een affaire, door hem ‘mijn fout’ genoemd, waardoor hij moest stoppen als gemeentestichter. Tegenwoordig is Wierda sociaal ondernemer.
Mede op basis van zijn eigen ervaring nam Wierda het initiatief tot het onderzoek naar het lot van missionaire pioniers in Europa. Marry Schoemaker, eveneens verbonden aan Via Nova, voerde het onderzoek uit. Zij sprak met 31 pioniers van kerkplantingen met gereformeerde wortels - de meeste uit Amsterdam en andere steden in Nederland, de rest uit Groot-Brittannië, Ierland, Tsjechië en Duitsland. In vergelijking met ons land, waar veel kerken inmiddels begeleiding hebben opgezet, ploeteren veel kerkplanters daar in hun eentje door.
Uit de verhalen, deels van de eerste generatie kerkplanters, rijst het beeld op dat crises een onlosmakelijk onderdeel zijn van het pioniersbestaan. ‘Ik heb een kwalitatief onderzoek gedaan waaruit blijkt dat ze bij deze groep voorkomen. Dat is een feit. Maar de intensiteit verschilt. De een beleeft een diepere crisis dan de ander en niet iedere kerkplanter raakt burn-out’, nuanceert Schoemaker.
Missionaire pioniers hebben vaak het gevoel tegen de wind in te moeten ploeteren. ‘Zij werken veel in seculiere steden, waar het christendom nagenoeg afwezig is’, aldus Wierda. Lastig is dat er vaak hoge verwachtingen leven in de gemeente of bij de achterban die de pionier zendt en ondersteunt. ‘Geregeld wordt het aantal mensen dat naar samenkomsten komt als maatstaf genomen, en steekt het gevoel van falen de kop op als de gemeenschap niet groeit’, schrijft Schoemaker in haar onderzoek. Die verwachtingen zijn vaak niet realistisch en de norm is onduidelijk, weet Wierda, want waar meet je succes aan af? ‘Aan het aantal dopelingen, aan het aantal bezoekers? In de praktijk valt het resultaat meestal tegen. Een pioniersplek trekt gemiddeld vijftig tot zestig mensen.’ Pioniers hebben ook de neiging naar elkaar te kijken. ‘Ze zijn soms bang om gezichtsverlies te lijden. Het zijn ondernemers die zich steeds willen verbeteren.’
Veel kerkplanters leven bovendien in onzekerheid over hun inkomsten of de beschikbaarheid van een geschikte locatie voor het missionaire werk. Schoemaker: ‘Er zijn kerkplanters die ’s nachts wakker liggen van de vraag hoe zij de eindjes aan elkaar moeten knopen. En heeft hij of zij daar geen last van, dan de partner wel.’
Conflicten en strubbelingen in het missionaire team vormen regelmatig een bron van stress. Vaak veroorzaakt door mensen die niet capabel blijken te zijn of meedoen omdat ze frustratie hebben opgelopen in de ‘moedergemeente’.
ellende
Pioniers in achterstandswijken krijgen dan ook nog eens een hoop ellende over zich uitgestort, wat hen emotioneel leegzuigt. Schoemaker vertelt over een kerkplanter die zich verplicht voelde dag en nacht klaar te staan voor de mensen uit de buurt. Tot hij het niet meer trok. ‘Sindsdien zet hij ‘s nachts zijn telefoon uit.’
Het contact met ongelovigen kan ook geloofsvragen en -worstelingen met zich brengen. Gaan al deze mensen naar de hel? En waar is God in deze stad, als er bijna geen kerk is? Dat gaat schuren, maar Wierda zegt geen pioniers te kennen die van hun geloof vielen. Het gaat mis als er voor de pionier binnen de gemeente geen ruimte is om openhartig over zijn eigen twijfels en vragen te praten.
Daarbij is een gebrek aan erkenning en steun vanuit de gemeente een bittere pil voor een pionier. Zoals een kerkplanter die moest wachten op financiële ondersteuning verwoordde in het onderzoek: ‘Het duurde maanden. Er werd gevraagd: stel dat je ziek wordt, dan kun je het werk niet meer doen en zitten wij met de kosten. Het hele project kostte per gemeentelid een euro per maand. Zoveel egoïsme en kleingeloof frustreerden me enorm.’
Schoemaker en Wierda zijn realistisch: crises zijn vaak niet te voorkomen, ook in het leven van een kerkplanter niet. Sterker nog, ze vormen de pionier en werpen hem terug op de diepste bron van zijn bestaan, de genade van God. Ervaringsdeskundige Wierda: ‘Je leert dat jouw leven en jouw werk niet van jou afhangt, maar van God. Die is zelfs niet afhankelijk van mijn geloof. Hij is er altijd bij. Zelfs als jouw missionaire project helemaal zou mislukken, blijft Hij een liefdevolle Vader die jou ziet als zijn kind. En: Hij gaat door met zijn werk.’
Leven uit die bron geeft ook de ruimte om voldoende rust te nemen en aandacht te geven aan huwelijk en gezin. Daarnaast is het belangrijk regelmatig van hart tot hart met mensen te praten – een mentor, een geestelijk begeleider en vrienden. Het is ook goed tegenspraak te organiseren: mensen die reflecteren op gedrag en houding van de pionier, wat de zelfkennis vergroot.
Steun vanuit de gevestigde kerk is onontbeerlijk. Schoemaker: ‘Accepteer dat een pionier door God geroepen is voor zijn missionaire taak. Vraag niet alleen om rapportjes over hoeveel resultaat het werk oplevert, maar denk en leef mee. Ga om een pionier heen staan, ook als het spannend wordt’.
het onderzoeksrapport staat op www.siebrandwierda.nl
Daniel Bartz, Hamburg, volgde een vak over kerkplanting tijdens zijn opleiding. ‘Dat trof me, ik voelde me alsof ik hiervoor ben gemaakt.’ Hij raakte betrokken bij kerkplanting in Hamburg. Nu de gemeenschap groter wordt, ontdekt hij dat hij moet blijven leren: ‘Je bent inmiddels zelf ook bijna veertig, hebt een gezin, voelt je zelfverzekerder of wordt wat lui. Je denkt: “We hebben het gemaakt, we hebben invloed.” Misschien omdat mensen je vleien of van je kerk houden. Maar dan moet je oppassen voor trots, want dat verhindert je om méér te leren, want je denkt dat je het al weet. En dan groei je niet meer mee. Hoe langer ik christen ben, hoe meer ik ontdek dat alles in Gods handen is en niet in mijn handen.’
Alexandr (Sasa) Flek, Praag, raakte met zijn vrouw betrokken bij de ondergrondse kerkplantingsbeweging in Tsjechië. ‘Ik heb een atheïstische achtergrond. In het christelijke verhaal vond ik de zin van ons leven.’ Dat wil hij graag delen. Hij maakte een crisis mee waarin hij werd afgesneden van zijn team, en vervolgens een crisis in de familie. ‘Ik geloof dat ik moest sterven aan het idee dat ik een visionaire held was, waarbij ik andere mensen gebruikte om mijn visie te bereiken. Ik geloof dat God de gebrokenheid die ik toen ervoer, dat ik me een wrak voelde, gebruikte om me een gevoeliger persoon te maken. Voor mij is hoop het vertrouwen dat God actief zal zijn in mijn toekomst.’
Peter Harris en zijn vrouw startten in 2008 een kerkplanting in Camden, UK. ‘Na ongeveer twee of drie jaar waren er ongeveer veertig mensen in de gemeenschap en het ging goed. Maar toen kregen we te maken met geestelijke strijd. Twee oudere stabiele leden konden wegens ziekte niet blijven, mijn vrouw kreeg een postnatale depressie en onze financiële situatie was heel moeilijk. We kregen een tijdje verlof, maar waren daarna nog steeds uitgeput en in 2012 besloten we te stoppen. Nu doe ik ander werk. Stoppen was een verschrikking, je verliest alles. Je wilt niet falen. Door alle pijn heen, vond ik de afgelopen jaren toch het vertrouwen in God terug. Ik vertrouw hem nu als persoon, ook al begrijp ik hem niet.’


