Luister naar

Portret Margrietha Reinders: Het lef om weerloos te zijn

Nieuws
Eline Kuijper Eline Kuijper
vrijdag 29 juli 2016 om 20:15
Portret Margrietha Reinders: Het lef om weerloos te zijn
Portret Margrietha Reinders: Het lef om weerloos te zijn Rufus de Vries
Margrietha Reinders

Margrietha Reinders (57) is voorganger in Betondorp, een buurt in het Amsterdamse stadsdeel Oost.

Daarvoor werkte ze vier jaar in de Amsterdamse buurt Oud-West. Ze kreeg destijds de opdracht van de Protestantse Kerk in Amsterdam om op een nieuwe manier een christelijke gemeenschap te vormen. Ze bracht mensen bij elkaar in een klein kroegje.

Ze groeide op in Suriname.

Op haar negentiende ging ze in Groningen theologie studeren.

Als je haar tegenkomt, zou je niet zeggen dat ze dominee is. Margrietha Reinders heeft haar voeten met roodgelakte teennagels gestoken in zwarte glitterslippers. Haar zachte stem heeft iets ontwapenends. Af en toe, als ze de ruimte krijgt, begint ze te preken. Vurig en scherp, om vervolgens lachend een hand voor haar mond te slaan en zich te verontschuldigen. ‘Nu zit ik weer enorm te redekavelen.’

1 De wereldbol

‘Mijn leven is begonnen in Suriname.’ Margrietha Reinders wijst het land waar ze opgroeide aan op de wereldbol die ze als bedlampje gebruikt. ‘Daarna hebben we heel even in Nederland gewoond en toen ...’, ze rolt de globe verder, ‘... zijn we naar Java gegaan.’ Als oudste dochter van twee zendelingen, groeide Reinders op tussen de marrons (bosnegers), hindoes, moslims en indianen. ‘Ik kan me nog goed herinneren dat ik als klein kind al zag hoe de hindoevrouwen ­offertjes brachten op het water en daarbij mantra’s zongen. Ik heb veel godsdienstige belevingen van andere mensen gezien en er altijd met grote fascinatie naar gekeken. Ik heb bij mijn ouders ook nooit gemerkt dat ze een ander geloof als duister of dwalend zagen. Ze hebben mij geleerd dat het juist belangrijk is om te luisteren naar wat andere mensen beleven. Je kunt nooit echt in contact komen met mensen als je van te voren al over ze oordeelt.’

‘Ik heb me later enorm verbaasd over hoe er binnen de christelijke kerk in Nederland op een heel afkeurende ­manier werd gesproken over andere godsdiensten. Ik was echt flabbergasted. Hoe mensen die hun leven lang in een dorp in Gelderland hebben geleefd, dachten te weten hoe God dacht over mensen aan de andere kant van de wereld.’

Ze wijst op de wereldbol een plek in de oceaan aan. ‘Kijk, hier zijn ook allemaal eilandjes. Volgens bepaalde christenen leven al deze mensen in duisternis. Dat is natuurlijk niet zo. God heeft zich ook met hen verhouden. Wij geloven in Jezus en wij volgen Hem als zoon van God, juist omdat Hij Gods liefde voor iedereen verkondigt, niet alleen voor de Joden. Vanaf mijn tweede jaar weet ik niet anders dan dat er ook mensen zijn met een andere godsdienst die een heel eerbiedige relatie met God hebben. En ik ben zelf het voorwerp geweest van spot en afkeuring omdat ik christen was. Hoe kan ik dan ooit op een ander neerkijken om wat hij ­gelooft?

2 Het fotolijstje

Nagewezen worden was dagelijkse kost toen Reinders opgroeide in Suriname en op Java. Als enige blanke kinderen in de omgeving, werden Margrietha en haar zusje nageroepen en aan de haren getrokken door leeftijdsgenootjes. Toen ze twaalf was, werden zij samen ondergebracht in een pleeggezin, zodat ze in Nederland naar school konden terwijl hun ouders op Java werkten. Reinders kwam terecht in een dorpje aan de IJssel: Olst. Ook daar was ze een exoot, anders dan de anderen. Het maakte haar eenzaam. Toen ze later moeder werd, waren haar drie zoons daarom een groot geschenk. ‘Ik weet nog toen ik mijn eerste kind kreeg, dat het in mijn armen lag en het zo met die kleine oogjes naar me keek. Is dit mijn kind? Het was voor mij heel belangrijk dat mijn kinderen niet verlaten zouden worden. Ik hoop dat ik hen heb laten voelen dat ik ontzettend veel van hen houd. Die liefde en veiligheid heb ik zelf iets te weinig gehad.’

Terwijl ze meer van de wereld gezien had dan al haar klasgenoten samen, vond Reinders het moeilijk met hen om te gaan. ‘Ik wist helemaal niet hoe dat moest, met andere kinderen praten. Dat was een ontzettend ingewikkeld gebeuren. In Nederland waren mijn zusje en ik een beetje vreemde meisjes, we deden onze mond niet open, zagen er anders uit. We stonden daar, hand in hand aan de rand van het schoolplein te kijken naar wat ze allemaal deden.’

Wekelijks schreef Reinders brieven naar haar ouders. De realiteit van het naar school gaan en hoe lastig dat voor haar was, hield ze echter stil. ‘Ik denk dat het voor hen moeilijk was zich te realiseren dat hun kinderen niet helemaal op hun plek waren. Dat is de pijnlijke kant van het verhaal, dat denk ik door veel zendingskinderen gedeeld wordt. Wij voelden het als een last die wij als gezin moesten dragen en deden dat samen, maar ik denk dat mijn zusje en ik wel beschadigd zijn in het vermogen onszelf en anderen te vertrouwen. Tegelijk heeft die schade me ook wijsheid gebracht in het omgaan met het lijden dat er nu eenmaal is in de wereld. Ik voel me thuis bij mensen die verwond zijn.’

3 God-is-liefde-kruisje

‘Als kind had ik dit glow-in-the-dark-kruisje al naast mijn bed hangen. Het is klein en er zitten allerlei koffievlekken op. Maar hij geeft nog steeds licht. Juist als het donker wordt, zie je dat. Zo is het in mijn leven ook altijd geweest. Vraag me niet hoe het kan, maar het is zo.’

Al van jongs af ervaart Reinders de wereld als onveilig. Sociaal onrecht, armoede en honger waren nooit ver weg. ‘Als kind zat ik daarmee. Ik filosofeerde erover hoe je dat beter kan maken. Hoe zorg je nu dat een arm Javaans gezin het wél kan redden? Toen ik op school zat, in Nickerie in Suriname, waar de spinnen over het plafond liepen, dacht ik: er is er maar één die de mens kan redden: Jezus en zijn weg van liefde.’

Negentien jaar oud was ze, toen ze in Groningen theologie ging studeren. Want, ‘het lijden in de wereld kun je met de beste wil niet bevechten zonder hulp van God’. Wie aan haar de vraag stelt waarom God kwaad toelaat, krijgt er flink van langs. ‘Ik vind het erg pijnlijk als mensen dat vragen. Dan denk ik: je kijkt niet goed, wat ben jij blind! God doet ontzettend veel, alleen niet met bulderend stemgeluid. Het verhaal van Elia vind ik heel mooi. Elia zegt tegen God: ik werk me het schompes en alles breekt me bij de handen af, laat eens wat zien! Dan gaat hij naar de berg en dan komt hij God tegen. En God is niet in het vuur, in de aardbeving of de storm. Hij is in de stilte. En Hij zegt tegen Elia: ga terug. Zo is God. Hij zegt: ga.’

Het vrijzinnige klimaat in Groningen betekende dat Reinders leerde dat Bijbelverhalen niet letterlijk uit de hemel zijn komen vallen. ‘Ik leerde dat het een heel warrige verzameling is, onsamenhangend en vol innerlijke tegenspraak. Dat het zelfs vaak historisch onjuist is.’ Waar dat voor anderen een reden was om de Bijbel als onzin aan de kant te schuiven, deed Reinders het tegenovergestelde. ‘Het Oude Testament is één groot getuigenis van wie God is. Midden in de brokstukken van de wereldgeschiedenis – want er is geen ellende zo groot of ze komt in de Bijbel voor – klinkt de stem van God. Het is blijkbaar een eeuwenlange ervaring dat God in contact wil treden met mensen. Hij heeft zich meegedeeld aan kleine mensen, arme mensen, vrouwen die worden aangerand, hoeren. Tussen die woeligheid van wat mensen elkaar aandoen, getuigen zij van wie God is.’

4 Het gebroken geweer

Toen ze haar studie had afgerond kwam ze als jongerenwerker in dienst van de Amsterdamse Nassaukerk. Midden in de Staatsliedenbuurt waar in die tijd, de jaren tachtig, hevige krakersrellen waren. ‘Voor mij waren die krakers gehoorzaam aan God. Dat klinkt raar, want ze geloofden niet in God. Maar zij gehoorzaamden Gods roep om te werken aan een betere wereld.’ Reinders zou zichzelf niet zijn als ze die jongeren niet opzocht en een van hen werd. Ze sloot zich aan bij een antimilitaristische groep. Tot op de dag van vandaag zit ze bij Stop Wapenhandel, waarvan ze nu al vijftien jaar voorzitter is. ‘Dat is voor mij altijd weer de kern: het christelijk geloof heeft iets unieks en radicaals dat de wereld kan veranderen – door liefde. Van meet af aan was voor mij duidelijk dat geweld en onderdrukking nooit een onderdeel kunnen zijn van Gods programma voor de wereld, nooit. Nooit. Nooit. Wat Jezus in de Bergrede zegt, is zo ontzettend radicaal, ook als het gaat om geweldloosheid. De andere wang toekeren, dat kan in deze wereld soms niet. En toch, dat is onze richtlijn voor het leven. Al ben je nog zo’n verstandig politicus, je kunt daar niet omheen. En dat is ontzettend vervelend, maar daar zit jouw kracht, dat je dat durft te zeggen.’ Ze lacht. ‘Nu zit ik enorm te preken, zeg.’

5 Erfstuk: De navolging van Christus

Dat het navolgen van Jezus offers vraagt, weet Reinders al van jongs af aan. Haar opa Willem Reinders was dominee in een Gronings dorpje en bracht tijdens de Tweede Wereldoorlog onderduikers onder in zijn gemeente. In april 1945 stierf hij in het concentratiekamp Bergen-Belsen. ‘Hij heeft in zijn leven de navolging van Christus echt vormgegeven’, zegt Reinders terwijl ze het boek De Navolging van Christus, van Thomas à Kempis erbij pakt. Er zit een klodder kaarsvet op. ‘Dit heeft mijn opa gelezen, in het Latijn. Het feit dat hij in verzet kwam tegen het kwaad is heel bepalend geweest voor ons als gezin.’ Voor Reinders betekent die navolging de buurt in gaan. De Protestantse Kerk in Amsterdam gaf haar de opdracht op een nieuwe manier een christelijke gemeenschap te vormen. Dat deed ze met een klein groepje in de buurt Oud-West. ‘Niet met kerkelijke taal en cultuur of theologie, maar net als Jezus naast de mensen staan. Ik kwam daar tot het inzicht dat de kerk totaal geen relevantie meer had voor de samenleving. Er is een enorme ­honger naar hoop, troost, liefde en perspectief, maar de kerk speelt daar geen rol meer. Zo kwam ik uit bij Jezus die gewoon op zijn gympies naar de mensen toe ging. Ja, ik ben hier in de buurt en Jezus loopt hier ook met zijn gescheurde spijkerbroek. Misschien met een versleten tas over zijn schouder en een brilletje op. Een brilletje van Specsavers. Ja, als Hij hier is, ziet Hij er zo ongeveer uit. En ik loop met Hem mee, ik ben zijn discipel. En waarvoor zou ik bang zijn? Als mensen denken: zij is gek, dan denken ze dat maar. Ik heb iets goeds te melden.’

Na vier jaar met een klein clubje in een kroeg in Oud-West samen uit de Bijbel te hebben gelezen, is daar een nieuwe christelijke gemeente ontstaan: Heilig Vuur West. Datzelfde gaat Reinders, met Gods hulp, in de wijk Betondorp proberen. ‘Het is een eer dat ik bij die mensen mag horen, want ik ben geen Amsterdammer, dat zal ik ook nooit worden, ik ken die liedjes van ­André Hazes niet, en toch zijn ze aardig voor me. Ze laten me toe, dat vind ik geweldig.’ ?

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Patrick van der Linden (48), Niels Stouten (30) en Lia Verhaar (46)

De muziek van Bach verwondert deze mensen: 'De Johannes-Passion laat Jezus al 300 jaar als Heer zien'

De Johannes-Passion van Bach bestaat 300 jaar. Daarom wordt het stuk dit jaar extra vaak uitgevoerd tijdens de passietijd. Drie liefhebbers over hun ervaringen: 'Al ken ik het stuk goed, elke uitvoering is weer anders.'

De helft van de Duitse bevolking vindt dat het dansverbod op Goede Vrijdag wel wat versoepeld mag worden.

Waarom dansen op Goede Vrijdag is verboden in Duitsland en dat voorlopig zo blijft

Dansen in discotheken is op Goede Vrijdag verboden in Duitsland. Lang niet iedereen is het eens met het ‘dansverbod’. Toch blijft het van kracht. ‘Juist in onze tijd is het goed om even stil te staan.’

Petraeus werd uitverkoren om de serie te schieten, onder andere in de Armeens Apostolische Kerk Surp Hoki.

Voor zijn bekroonde fotoserie bezocht Bram 36 migrantenkerken. 'Soms is het prachtig, soms totale herrie'

Zesendertig zondagen ging fotograaf Bram Petraeus naar een migrantenkerk. Voor zijn fotoserie krijgt hij de Zilveren Camera 2023, een journalistieke prijs. 'Na een paar zondagen heb ik toch maar oordopjes meegenomen.'

Job Aantjens en Gerrita van de Haar komen uit dezelfde reformatorisch traditie, maar gaan verschillend om met hun homoseksualiteit.

Allebei christen en homo: Job leeft celibatair, Gerrita heeft een relatie. 'God geeft mij hier rust over'

Wat doe je als je als jonge christen ontdekt dat je homo bent? Job Aantjes (20) en Gerrita van de Haar (32) in gesprek over hun ervaringen. ‘Niet al mijn familieleden komen nog op de koffie, nu ik samenwoon met een vrouw.’

Afbeelding

Kleurrijk nieuw jaar voor hindoes

Ieder jaar in februari of maart breken grote delen van India uit in een kleurrijke feestvreugde. Tijdens het Holi-feest vieren hindoes zowel nieuwjaar als de overwinning van het goede op het kwade, van de lente op de winter.

Blindentolk Hilbert Geerling tolkt live bij The Passion in Zeist op 28 maart

Dankzij Hilbert kunnen ook blinden The Passion 'zien'. 'Het werkt als een tierelier'

Kippenvel krijgen van The Passion terwijl je het niet kunt zien. Blindentolk Hilbert Geerling maakt dat mogelijk op Witte Donderdag. ‘Als iedereen begint te lachen, moet ik zorgen dat een blinde op hetzelfde moment lacht.’