Hitler wilde paus Pius XII ontvoeren
Vaticaanstad
Volgens dit verslag informeerden Britse en Amerikaanse diplomaten het Vaticaan in januari 1944 dat de ontvoering van Pius XII door Duitse troepen aanstaande zou zijn.
Bartolomeo Nogara, die van 1920 tot aan zijn dood in 1954 directeur van de Vaticaanse Musea was, moest volgens dit nieuwe getuigenis – dat door zijn zoon is opgeschreven – tijdens een nachtelijke actie een onderduikadres voor paus Pius XII vinden.
Samen met Giovanni Battista Montini – de latere paus Paulus VI, op dat moment werkzaam op het Staatssecretariaat – trok Nogara er, gewapend met zaklamp en zware sleuteltros, op uit en vond een onderduikplaats in een verborgen toren van de Vaticaanse bibliotheek.
Geallieerde troepen zouden ten noorden van Rome landen om de ontvoering te verhinderen of de paus te bevrijden. Een Duitse inval zou ook de levens van vele tientallen geheime onderduikers in het Vaticaan, waaronder vele joden, in gevaar hebben gebracht.
Uiteindelijk heeft onder anderen de ambassadeur van nazi-Duitsland bij de Heilige Stoel – Ernst von Weizsäcker, de vader van de latere Duitse Bondspresident – de ontvoering weten te voorkomen door Berlijn te wijzen op ‘de negatieve gevolgen bij de katholieke bevolking, ook in neutrale landen’.
Pius XII zelf was langere tijd pauselijk nuntius in Berlijn geweest en had veel contacten in Duitsland. Historisch onderzoek heeft aangetoond dat hij tijdens de oorlog persoonlijk betrokken was bij het beramen van meerdere mislukte aanslagen op Hitler. <