Luister naar

Jongeren vinden kerk opnieuw uit

Nieuws
Duidelijke cijfers over nieuwe geloofsgemeenschappen onder jongvolwassenen zijn er niet. Bovendien spreken ontwikkelingen elkaar tegen. Dat jongeren minder met de kerk als instituut hebben, is bekend. Het Sociaal- en Cultureel Planbureau (SCP) signaleerde vorig jaar dat jongeren onkerkelijker worden. Maar jongeren die gelovig blijven, zijn juist trouwer in de kerkgang en hangen meer de traditionele geloofsleer aan.
Vincent Lengkeek
zaterdag 9 mei 2015 om 03:00
Jongeren vinden kerk opnieuw uit
Jongeren vinden kerk opnieuw uit
aantal ongewis

Deskundigen durven geen schattingen over de hoeveelheid aan nieuwe gemeenschappen te maken. Duidelijk is wel dat het veelal om kleine, onofficiële – en daarom lastig te tellen – initiatieven gaat. Zijn dat voorlopers, en gaat deze trend daarom een hoge vlucht nemen? Of hebben critici gelijk, die vooral op de betrekkelijkheid van dit soort spontane groepen wijzen: hoe makkelijker ze ontstaan, hoe groter de kans dat het als sneeuw voor de zon verdwijnt.

Onder de radar bloeien nieuwe, informele geloofsgroepen. Een studentenvereniging als kerk of jongerennetwerk als gemeente.

Ze zijn van alle tijden: jongeren die opnieuw het wiel uitvinden. Dat gebeurt ook met de kerk, al is het op kleine schaal. De laatste jaren schieten links en rechts nieuwe, kleine jongerenclubs als paddenstoelen uit de grond. Het gaat om informele gemeenschappen of initiatieven, meer netwerk dan kerk, en vaak lokaal georganiseerd door en voor jongeren. De namen klinken hip en eigentijds: B.LOFT, Twintigers Woerden, Back2God en al langer bestaande groepen Blossom en Jesus Freaks, die in steeds meer steden samenkomen. Ook huisgroepen met jongvolwassenen, voornamelijk bekenden-onder-elkaar, lijken in opmars.

Een beweging zou theoloog Reinier Sonneveld het niet noemen. ‘Dat suggereert groot onderling contact met leiders.’ Hij spreekt liever van een ‘ondergrondse trend’. Sonneveld is lid van een huisgemeente en kent de wereld van zoekende jongvolwassenen. ‘Ik ken vooral veel twintigers en dertigers die huiskerken interessant vinden. Onze eigen gemeenschap begon vijf jaar geleden met tien mensen, nu zijn dat er zestig, terwijl we niet aan reclame doen of op internet vindbaar zijn. Iedereen komt via via.’

we-doen-het-zelvers

Er is op zijn minst een lichte trend, zeggen jongerenwerkers en -onderzoekers. ‘Bij alternatieve kerkvormen gaat het nog over kleine percentages’, zegt bijvoorbeeld Sabine van der Heijden, verbonden aan de Christelijke Hogeschool Ede. De jeugdwerkdeskundige adviseert kerken hoe de nieuwe generatie vast te houden. Ze ziet toekomst voor andere vormen van gemeente-zijn. ‘Het is een beweging die in de loop van de tijd groter zal worden. Er is een behoorlijk grote groep jongeren die afhaken in de kerk, en dat komt niet alleen door ongeloof. Hun eigen kerk helpt te weinig het geloof praktisch handen en voeten te geven.’

In plaats van samen te werken met kerken, beginnen jongvolwassenen veredelde huisgemeenten onder het mom van ‘we doen het zelf wel’, zegt Van der Heijden.

Sonneveld ziet het aantal woongroepen en leefgemeenschappen met mensen in de twintig en dertig jaar stijgen. Hij verklaart dat uit een groeiende behoefte aan ‘intieme relaties’. ‘Het is hetzelfde soort verlangen als bij huisgemeenten: vriendschap. En we zijn afgeknapt op de gebruikelijke vorm van de kerk.’

Dat heeft volgens Sonneveld te maken met ‘eenrichtingsverkeer’. Een deel van de kerkgangers wil niet alleen luisteren, maar zelf meepraten en niet lang stilzitten. ‘Zo iemand verzuipt al snel in een grote kerk.’

instituut

Elisabeth de Bruijn is jongerenwerker voor de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Rotterdam en hield met vijftig jongvolwassenen diepte-interviews over de kerk. Twintigers die De Bruijn sprak, ervoeren de periode na bijvoorbeeld het afleggen van openbare belijdenis als een zwart gat. ‘Jongeren missen gesprekken om hun geloof dagelijks vorm te geven, zoals bij catechisatie, en worden geacht zich aan te sluiten bij een Bijbelkring met vooral ouderen.’ Christelijke studentenverenigingen springen volgens De Bruijn uitstekend in dat gat. Zo’n plek kan door studenten worden gezien als hun ‘kerk’. Maar ook de studietijd houdt een keer op. Niet-studenten haken nog sneller af, doordat zij eerder zo’n christelijke omgeving mislopen, aldus de 32-jarige jongerenwerker.

CHE-docent Van der Heijden constateert wilskracht bij kerken die buiten de bekende wegen treden om zoekers en kerkverlaters, onder wie veel jongeren, betrokken te houden. ‘Een goed voorbeeld is de Festivalkerk, een initiatief van de evangelische gemeente De Schuilplaats in Ede.’ Op dat festival wordt bijvoorbeeld een banenmarkt voor vrijwilligers georganiseerd.

Is het zorgelijk dat jongeren de kerk als instituut minder serieus nemen? Jongerenwerker De Bruijn: ‘Wel in de zin dat je een geloofsgroep nodig hebt. Ik zie vooral veel twintigers die nergens bij aangesloten zijn en dus niet worden bekritiseerd of geïnspireerd. Er ontstaat iets moois als jongeren die niet meer naar de kerk gaan, elkaar spreken. Initiatieven los van de kerk, met een nobel streven, zijn absoluut goed.’

Anko Oussoren, jongerenwerker in Hardinxveld-Giessendam, begrijpt jongeren die aansluiting bij informele verbanden of groepen zoeken, maar waarschuwt dat elke christen een diverse gemeenschap nodig heeft om scherp te blijven. ‘Gemeente-zijn is dat je aan elkaar gegeven bent: jong en oud. Eigen, sociaal beperkte clubjes met vrienden verruimen je blik niet.’ Zoekend naar het juiste woord om dat fenomeen te duiden, zegt hij: ‘Verschraling. Dus denken: als het mij niet aanstaat of niet aansluit bij mijn behoeften, ga ik naar huis.’

Onderwijscoördinator Joke de Wolf van de Evangelische Hogeschool in Amersfoort krijgt in de loop van het zogeheten basisjaar van ‘heel wat’ studenten te horen dat zij belijdenis doen of gedoopt worden. ‘Vaak in hun gemeente van afkomst.’ Toch ziet zij ook studenten zoeken naar nieuwe manieren van kerk-zijn. ‘Eigentijdse vormen van aanbidding en een groep waar je als persoon wordt gekend en geliefd. Realiseer je dat veel jongeren met een kerkelijke achtergrond afhaken. In dat licht bezien lijkt mij deze trend mooi.’

samenwerken

Oussoren vraagt zich af waarom veel spontane jongereninitiatieven niet rondom een gevestigde kerk worden opgezet. ‘Dat geeft ook de bestaande gemeente beweging en verandering. Kijk naar de opkomst van jeugdkerken (jongerendiensten die begin 21e eeuw opkwamen, red.). Die zijn grotendeels langzaam weer weggegaan, maar gaven dynamiek in gevestigde kerken. Door los van een kerk iets te beginnen, raak je de moedergemeente kwijt en dus ook de verbondenheid. Je hebt elkaar nodig voor aanvullingen en de lange termijn. Daar is toenadering van een kerkenraad voor nodig, die dat soort initiatieven faciliteert.’

Ligt daar niet een probleem, omdat jongeren geen zin hebben in lange procedures en trage kerkenraden? Jongerenwerker Elisabeth de Bruijn: ‘Deze groep heeft niet alleen behoefte aan gemeenschap en een praktische boodschap, maar ook aan deelnemerschap. Dus meepraten, beslissen en kwaliteiten kunnen inzetten. Durf je vanuit de inhoud andere vormen in te zetten, en als kerk ruimte te bieden om het anders aan te pakken? Vrijgemaakte jongeren die ik sprak, gingen naar andere kerken omdat de organische, bottom-up organisatiestructuur hen daar aansprak. Daarin is meer ruimte voor initiatieven van gemeenteleden. Verder misten de kerkverlaters persoonlijk contact. Júíst doordat twintigers geen aansluiting vinden in de kerk, beginnen zij zelf met wat vrienden een groepje.’

afscheid

Niet-gelovigen stappen volgens Sonneveld eerder binnen bij een niet-institutionele groep dan in een kerk. ‘Zoekers denken bij de kerk aan een eng gebouw, waar allemaal regels gelden die zij niet kennen. Bij een huisgemeente geldt meer de menselijke maat.’

 

Maar zijn zoekers niet zo weer weg? ‘Bij een huisgemeente kom je makkelijker binnen dan bij een kerk, en je gaat er moeilijker weg. Je bent als nieuwkomer via een bestaande relatie binnengekomen en gaat snel nieuwe contacten aan. Het is lastig daar zomaar afscheid van te nemen. In mijn vorige kerk was ik jarenlang niet geweest, maar dat viel niemand op. Bij een huisgemeente merk je meteen wie er mist.’

Christelijke jongvolwassenen die weinig op hebben met de kerk komen als Jesus Freaks in Utrecht samen.

‘Structuur is goed, zolang je er vrij instaat, dus niet bekrompen.’

Genietend van de zon en met een biertje in de hand, hangt een groep jongvolwassenen voor een buurthuis in de Utrechtse Staatsliedenbuurt. Stoere kerels met tattoos, piercings, lang haar en oorringen zitten onderuitgezakt op een stoeltje. Zo op het eerste gezicht mensen waar je geen ruzie mee moet hebben. ‘Biertje?’, vraagt een vriendelijke jongeman uit Duitsland. Samen met een groep uit Bochum, vlak bij Dortmund, is hij dit weekend op bezoek bij de Nederlandse tak van Jesus Freaks, die in verschillende Europese landen en de Verenigde Staten actief zijn. ‘Het begon allemaal in Duitsland met een stel punkers die zich niet geaccepteerd voelden in de kerk’, vertelt Joko Ruwhof (36) enthousiast. ‘Uit noodzaak belegde die groep in de jaren negentig zelf bijeenkomsten. Ze waren een beetje anarchistisch.’

Elke dinsdagavond komt een groep Freaks in Utrecht samen. ’s Middags is vaak pas duidelijk bij wie ’s avonds wordt afgesproken. Wat er op zo’n avond gebeurt? ‘Er is ruimte voor allerlei invullingen. Zo nam iemand ons eens mee naar een voetbalveldje, waar hij aan de hand van ieders positie lessen verbond. Of dat we bij iemand thuis een avondje naar zijn favoriete muziek luisterden.’ De Freaks voegen daaraan toe dat het netwerk ‘nog nooit zo georganiseerd was als nu: we hebben roosters, een werkgroep en buitenlandse activiteiten.’

Wat drijft deze groep jonge, vrije christenen? Ruwhof: ‘Gemeenschap, waar je samen het geloof beleeft. Iedereen heeft verschillende overtuigingen en komt oorspronkelijk uit een andere hoek: zwaar gereformeerd, katholiek en ongelovig. Ik zat in een hervormde kerk, maar ben daar al jaren niet geweest.’

De 28-jarige Martin Kuipers werd drie jaar geleden als eerste Jesus Freak van en op eigen bodem gedoopt. ‘In een zwembadje’, vertelt hij lachend. Toch ziet Kuipers de Freaks niet als zijn kerk. Op zondag bezoekt hij voor meer diepgang pinkstergemeente Jong en Vrij in Nijkerk. ‘Het is bij de Freaks niet te moeilijk allemaal met organiseren, lekker alternatief en rommelig. Dat er geen leiding is, mis ik soms wel. In open discussies en allerlei meningen heb ik niet altijd meer zin.’

De Freaks zijn niet te vangen in statuten of een geloofsbelijdenis, eenduidige normen zijn er niet. Kuipers: ‘Iedereen staat anders in het geloof; twijfelend of overtuigd. Er wordt verschillend gedacht. Zo is de een tegen seks voor het huwelijk, de ander woont samen. Maar iedereen wordt in zijn waarde gelaten.’

godfather

Ondanks de afwezigheid van leidinggevenden, kennen velen ‘ex-junk, streetpastor en godfather’ Max Paans (53). Samen met zijn vrouw Yvonne is hij mede-oprichter van de Jesus Freaks in Nederland. Het jaarlijkse Freakstock Festival in Duitsland, waar duizenden Jesus Freaks uit heel Europa op afkomen, inspireerde Paans een soortgelijke Jezus-beweging in Nederland te starten. Het begon in Ede, daarna volgden Amersfoort, Utrecht en Zwolle. ‘Zo’n vijftig Jesus Freaks komen in Nederland regelmatig samen. De vorm is vrij, alles is bespreekbaar. Structuur is goed, zolang je er vrij instaat, dus niet bekrompen.’

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Afbeelding

Chatbots kunnen in de rol van Jezus met je appen. Maar hoe weet je of de bijbeluitleg van een chatbot klopt?

Je kunt nu appen met Jezus, belooft een Utrechts bedrijf. Een chatbot ‘ontworpen met de eigenschappen van Jezus’ kan direct antwoord geven op geloofsvragen. Gaan gelovigen straks echt AI als stem van God beschouwen?

Afbeelding

Podcast | Elisa liet koning Joas met zijn pijlen op de grond slaan. Waarom eigenlijk?

Aan het eind van zijn leven zocht de profeet Elisa koning Joas op. Hij liet hem een pijl uit het raam schieten, met zijn pijlen op de grond slaan en werd toen plotseling boos op hem. Wat kunnen christenen hier van leren?

Afbeelding

Otto is pionier, predikant en dirigent van een koor: 'Een koor zingt op complimenten'

Otto Grevink (46), pionier en ambulant predikant, dirigeert het koor Laudate Dominum. ‘Ik vind het machtig mooi om met een groep bezig te zijn.’

Afbeelding

Hoe het prinselijk huwelijk tussen Maurits en Marilène een oecumenische rel werd

Zondag zijn prins Maurits en prinses Marilène 25 jaar getrouwd. De kerkelijke inzegening van dit huwelijk van een hervormde prins en een katholieke ministersdochter werd een oecumenische rel. Een reconstructie.

Afbeelding

Kamperen en Pinksteren vieren kan ook in Friesland. 'We horen vaak: heerlijk, wat een rust hier'

Duizenden christenen zetten dit weekend hun tent op bij Opwekking. Wie zich thuisvoelt bij een wat kleinschaliger pinksterconferentie kan terecht bij het Pinksterfeest 316. ‘We zijn kleiner, waardoor er meer rust is.’

Afbeelding

Vijf redenen waarom mensen twijfelen aan het christelijk geloof. Slechts eentje lijkt echt belangrijk

Het christelijk geloof heeft een 'merkprobleem'. Je kunt zoals de overleden dominee Tim Keller nog zo helder de relevantie uitleggen, zolang gelovigen de naam houden harteloos te zijn, is dat dweilen met de kraan open.