Met die oude bijbelteksten de straat op

Ermelo
‘Ik geloof in de kracht van the gospel’, zegt Margrietha Reinders. ‘Dat God bestaat. Dat Hij liefde is en levens verandert. Daarom wil ik met die oude teksten de straat op.’ Ze doet dat als pionier-dominee in de Amsterdamse wijk Betondorp. Een wijk waar bier, voetbal en André Hazes meer zin aan het leven geven dan het geloof. Het vraagt moed om daar met de Bijbel aan te komen zetten.
Reinders vertelde zaterdag over haar werk tijdens een bijeenkomst over contextueel bijbellezen. Een methode die beoogt een verbinding te leggen tussen het bijbelverhaal en de context van de lezers, oftewel de samenleving waarin zij leven. De bijeenkomst in de Immanuelkerk in Ermelo werd bezocht door zo’n 35 mensen, de meeste beroepsmatig bezig met geloof.
Contextueel bijbellezen heeft zijn wortels in de bevrijdingstheologie van de jaren zestig. Priesters in Latijns-Amerika kozen toen de kant van de arbeiders. Theologe Inge Landman was via Kerk In Actie uitgezonden naar Colombia, en las daar de Bijbel met vrouwen. Terug in Nederland doet ze hetzelfde met leden van de PKN. Landman: ‘Contextueel bijbellezen helpt kerkmensen om uit hun veilige bubbel te stappen. Vaak krijg ik als reactie: ‘‘Zo wordt bijbellezen weer leuk.’’
Leuk was het niet direct voor Margrietha Reinders. ‘Na twintig jaar gemeentepredikant in de PKN te zijn geweest, werd ik pionier in een heel andere context. Daar sta je dan met je Bijbel. Dat maakte me heel klein.’ Waarom deed ze het dan? Reinders is stellig: ‘Voor de Heer. Ik wil dat mensen het christelijk geloof weer omarmen. Ik wil graag in de voetsporen van Jezus lopen. Ik hoop dat ik veel schoenen verslijt.’
Veel bijbelteksten zijn geschreven vanuit de marge, betoogde VU-hoogleraar Peter-Ben Smit. ‘Kijk naar Paulus, die zat vaker wel in de gevangenis dan niet.’ Best voor de hand liggend om die verhalen weer naar de marge te brengen.
Maar dat vindt niet iedereen: christenen in de rechtzinnige hoek zijn not amused over een manier van bijbellezen die start bij de context. Klaas Spronk, hoogleraar aan de Protestantse Theologische Universiteit, geeft college aan studenten van allerlei pluimage, ook uit conservatieve hoek: ‘Ik begin altijd met deze groep gerust te stellen. Ik zeg dan: ‘‘Ik ben een fan van de Bijbel.’’ Dan is het goed en kunnen we aan het werk.’
Spronk legt uit dat rechtzinnige christenen zich vaak beroepen op het ‘sola scriptura’, de Schrift alleen. ‘Maar dat is evengoed context. Je reformatorische traditie is ook context. Dat beseffen mensen vaak niet.’
valkuilen
Contextueel bijbellezen kent ook valkuilen. Je kunt heel selectief teksten erbij pakken, die passen bij wat je met de context wilt. Je kunt een tekst naar je hand zetten. Het vraagt dan ook om goed bijbelgebruik. Klaas Spronk noemt als voorbeeld de discussie in de vrijgemaakt-gereformeerde kerken over de vrouw in het ambt. ‘Jarenlang waren de ambten gesloten voor vrouwen, met een beroep op Paulus. Toen kwamen er deputaten die het ambt voor vrouwen wilden openstellen, met een beroep op de richteres Debora, die door de Geest was gegrepen en grote dingen deed. De Bijbel was niet veranderd, de vrijgemaakten waren veranderd. De discussie daarover ging heel zorgvuldig, en laat zien hoe context werkt. Alleen geven ze dan weer niet toe dat dat context is.’
Contextueel bijbellezen is niet vrijblijvend, heeft Margrietha Reinders gemerkt: ‘Ik ben steeds minder theoloog en steeds meer evangelist.’
Klaas Spronk ziet de Bijbel als een dynamisch boek dat pas levend wordt in het gebruik. ‘We zijn nog steeds met die oude teksten bezig. Maar die waren helemaal niet geschreven om statisch voort te bestaan. Contextueel bijbellezen is een manier om leven te houden in die dooie teksten.’ <